'Ontwikkelingslanden moeten verder kijken dan Kyoto'
Stephen Leahy
09 december 2003
Of het Protocol van Kyoto nu uitgevoerd wordt of niet, de ontwikkelingslanden doen er goed aan eigen plannen te smeden om hun uitstoot aan broeikasgassen te verminderen. Donorlanden moeten daarbij helpen. Dat blijkt uit een onderzoek van het Amerikaanse Pew Centre on Global Climate Change.
Kyoto of een nieuwe internationale overeenkomst naar het voorbeeld van het omstreden verdrag zal niet werken voor de ontwikkelingslanden, zegt Elliot Diringer, directeur Internationale Strategieën van het Pew Centre on Global Climate Change. Zelfs als de rijke landen tot het uiterste gaan om hun uitstoot van broeikasgassen terug te dringen - wat ze nu niet doen - moeten de ontwikkelingslanden op hun beurt snel minder gaan vervuilen om de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer tegen 2100 te stabiliseren, zeggen de auteurs van het ‘Beyond Kyoto: Advancing the International Effort against Climate Change’. Dat kan alleen lukken met een heel gamma aan mechanismen en maatregelen die rekening houden met regionale verschillen.
Momenteel stijgt de uitstoot van broeikasgassen in de ontwikkelingslanden nog snel - veel landen doen hoge groeicijfers optekenen en verbruiken ook steeds meer energie. De meeste investerings- en hulpstromen moedigen die traditionele economische ontwikkeling nog aan.
Handels- en hulpstromen uit het Noorden moeten herdacht worden zodat ze zowel inspelen op de noden van het Zuiden en de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, zegt Diringer. Energieprojecten moeten bijvoorbeeld af van de fixatie op fossiele brandstoffen. Alternatieven moeten wel grondig bekeken worden: tegen grote stuwdammen of kerncentrales bestaan ook grote milieubezwaren.
Ontwikkelingslanden zullen maar werk maken van het probleem van de klimaatverandering als ze genoeg middelen hebben om dringendere uitdagingen als voedselveiligheid, armoedebestrijding en verstedelijking aan te pakken, argumenteren de auteurs van het rapport. Ook in dat opzicht is de verantwoordelijkheid van de industrielanden duidelijk. Gelukkig dragen veel doordachte ontwikkelingsprogramma’s ook automatisch bij tot klimaatvriendelijke activiteiten.
Uiteindelijk is er een ‘new deal’ nodig tussen alle actoren in het ontwikkelingsproces, waarbij doelstellingen op het vlak van ontwikkeling geïntegreerd worden met klimaatdoelstellingen en iedereen zich bewust wordt van onze collectieve verantwoordelijkheid, besluiten de vorsers van het Pew Centre.
Het protocol van Kyoto is een internationaal akkoord uit 1997 dat de industrielanden verplicht tegen 2012 gemiddeld 5 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. Dat is een eerste stap om de dreigende opwarming van de aarde en alle klimaatveranderingen die ermee samengaan te voorkomen. De internationale gemeenschap besloot de ontwikkelingslanden in een eerste fase geen reductieverplichtingen op te leggen - ze hebben nog meer economische groei nodig en beschikken ook niet over genoeg know how en financiële middelen om snel te kunnen overschakelen naar klimaatvriendelijke technieken. Maar het is nog niet zeker of Kyoto ooit zal worden uitgevoerd. De huidige Amerikaanse regering wil er niet van weten, en ook de deelname van Rusland is niet meer zeker.