"Ontwikkelingssamenwerking moet zichzelf heruitvinden voor heropbouw Haïti"

Nieuws

"Ontwikkelingssamenwerking moet zichzelf heruitvinden voor heropbouw Haïti"

Mario Osava

10 januari 2011

De reactie van de internationale gemeenschap na de aardbeving van 12 januari vorig jaar op Haïti was snel en indrukwekkend, maar de heropbouw van het land stokt. Zowel de Haïtiaanse overheid als de internationale hulporganisaties hebben het moeilijk met de uitdagingen die het arme land met zijn verwoeste hoofdstad stelt.

Dat is de evaluatie van Rubem Cesar Fernandes, de directeur van de Braziliaanse hulporganisatie Viva Rio die al sinds 2004 in Haïti werkt. Volgens hem moeten de internationale hulpverleners “innoveren” om ook vaart te zetten bij de heropbouw van Haïti.

Fernandes, die in Port-au-Prince is, pleit er onder meer voor projecten te beginnen met lokale en regionale instellingen en ook bedrijven en plaatselijke burgerorganisaties te betrekken. Dat kan de inefficiëntie van de traditionele weg langs de centrale regering helpen vermijden.

Communicatieprobleem

Volgens de Braziliaanse expert raken de internationale ervaring en de plaatselijke kennis op Haïti niet op elkaar afgestemd. De Haïtiaanse leiders en vertegenwoordigers van internationale donoren als Bill Clinton, medevoorzitter van de Commissie voor de Heropbouw van Haïti, begrijpen elkaar niet. Dat leidt er onder meer toe dat er geen aandacht is voor goede bestaande plannen, zoals een bijna twintig jaar oude blauwdruk voor de renovatie van het centrum van Port-au-Prince.

Fernandes zegt ook dat grote internationale financiers als de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Bank voor Ontwikkeling – onmisbaar bij de heropbouw na een ramp van een dergelijke omvang — “er niet op voorbereid zijn” te voorzien in de onmiddellijke behoeften van de 1,3 miljoen daklozen en twee derde van de actieve bevolking die nu zonder werk zit.

Elk project dat door dergelijke instellingen gefinancierd wordt, moet bovendien grondig geëvalueerd worden, soms tot in het absurde toe. Zo moeten er milieueffectenstudies worden uitgevoerd in steden die tot op de grond verwoest zijn.

Chaos

De hulp aan Haïti wordt verder geplaagd door een groot gebrek aan coördinatie. Hulpverleners moeten daarvoor de hand in eigen boezem steken, maar Benito Baranda, de voorzitter van de Latijns-Amerikaanse hulporganisatie América Solidaria, heeft het ook over “chaos bij de Haïtiaanse overheid die het moeilijk heeft een duidelijk beleid uit te stippelen.”

Veel internationale organisaties hebben verdere steunverlening aan Haïti ook opgeschort tot er een nieuwe regering is. Het resultaat van de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 28 november is omstreden; twaalf kandidaten vragen de annulering van de resultaten. Pas als er een nieuwe president is, kan de echte heropbouw dus van start gaan. Voor die heropbouw hebben donorlanden vorig jaar in maart 11 miljard dollar toegezegd. Dat is veel geld, maar het zal maar goed kunnen worden uitgegeven “als de nieuwe regering met de plannen instemt en als ze gedragen worden door de bevolking”, zegt Baranda.

Andere experts hebben kritiek op de forse aanwezigheid van blauwhelmen op Haïti. “Haïti heeft minder militairen en meer ingenieurs, artsen en technici nodig”, vindt André Yves Cribb, een Haïtiaanse landbouwkundige die voor het Braziliaanse onderzoekscentrum Embrapa werkt. Veel hoogopgeleide Haïtianen werken in het buitenland omdat ze daar meer verdienen en in veel betere omstandigheden kunnen werken, en omdat ze Haïti te onveilig en instabiel vinden. Volgens Cribb moeten de VN en donorlanden dergelijke technici meer stimulansen bieden om naar hun land terug te keren.