'Onze olie raakt ooit op'
Stefaan Anrys
23 november 2009
Matuvangua Kiauzowa is medewerker bij het Nationaal Koffie-instituut van Angola en werkt op het proefcentrum in Gabela. Het is oktober en dus begint het regenseizoen. Een goede regenval en een perfecte hoogte hebben er mede voor gezorgd dat Angola ooit de derde of vierde grootste producent ter wereld was van koffie, in het bijzonder Robusta-koffie.
Die is iets minder lekker dan de Arabica-variant, maar tevens ook minder gevoelig aan ziekten en plagen. ‘Het mangelt vandaag echter aan investeringen en machines, om de koffieproductie terug op peil te krijgen’, zegt Kiauzowa. ‘Van het koffie-areaal uit de koloniale tijd wordt nog slechts één tiende bewerkt’.
Toch mag dat niet afschrikken. Angola heeft alle troeven in handen om zoals de FAO beweert, ooit een groot landbouwland te worden. ‘We zouden opnieuw een belangrijke koffieproducent kunnen worden’, zegt Kiauzowa, ‘maar niet zonder investeringen van de overheid. De koffieplantages liggen op heuvelachtige terreinen en niemand wil vandaag dit harde werk nog doen. Sowieso is er nood aan omkadering en machines. En pas als de overheid meer geld stopt in landbouw, kunnen we onze ontwikkeling in eigen handen nemen. Want onze olie raakt ooit op.”