Oost-Timor probeert Australische aanspraken op olievelden in Timorzee te pareren
Sonny Inbaraj en Bob Burton
20 april 2004
De afbakening van de zeegrens tussen Australië en Oost-Timor lijkt uit te draaien op een krachtmeting tussen het machtigste en het kleinste land in de regio. Het straatarme Oost-Timor weigert een overeenkomst te ratificeren die Australië 82 procent van de inkomsten uit exploitatie van de olie- en gasvelden in de Timorzee zou opleveren, terwijl de velden veel dichter bij de Timorese dan de Australische kust liggen.
Deze week bespreken beide landen de kwestie in de Oost-Timorese hoofdstad Dili. Honderden Oost-Timorezen protesteerden vorige week voor de Australische ambassade tegen wat ze beschouwen als een rooftocht van het rijke Australië in de Timorzee.
Wij dachten dat de buitenlandse bezetting in 1999 gestopt was. Maar na de bloedige bezetting van ons land door Indonesië, probeert Australië zich nu onze zee toe te eigenen, zegt Joao Saramento, woordvoerder van de Beweging tegen de Bezetting van de Timorzee. Australië is een welvarend land met grote fossiele rijkdommen, zegt Saramento, terwijl Oost-Timor alleen de oliereserves in de Timorzee heeft.
Oost-Timor stemde in 1999 in een referendum voor onafhankelijkheid van Indonesië. Die onafhankelijkheid kwam er in 2002, nadat de Verenigde Naties het halfeiland twee jaar bestuurd hadden. We vragen niet om liefdadigheid van Australië, zegt Saramento. We eisen alleen op wat volgens het internationale recht ons is, zodat we ons land kunnen opbouwen voor toekomstige generaties.
Het Australisch parlement stemde in maart in met de ratificatie van een in 2003 ondertekende overeenkomst met Oost-Timor over het zogenoemde Greater Sunrise-project. Australië verwacht dat de exploratie van de olie- en gasvelden van Greater Sunrise de komende jaren ongeveer 8 miljard dollar aan inkomsten zal opleveren. Oost-Timor is niet blij met de overeenkomst die het in 2003 ondertekende, omdat slechts 18 procent van de inkomsten uit het project naar Oost-Timor gaat. Het noodlijdende land stemde vorig jaar toch in met het verdrag om inkomsten op korte termijn uit het veel kleinere Baya Undan-veld veilig te stellen. Maar enkele maanden later weigerde Australië die overeenkomst te ratificeren, tenzij Oost-Timor ook een andere overeenkomst tekende, het Greater Sunrise Utilisation Agreement.
Greater Sunrise ligt 450 ten noordwesten van de Australische stad Darwin en 150 kilometer ten zuiden van Oost-Timor. De velden bevatten naar schatting 235 miljard kubieke meter gas en 300 miljoen vaten olie. Het is de bedoeling dat een consortium waarin onder andere Shell, Woodside, ConocoPhilips en Osaka Gas participeren, de velden gaan ontwikkelen.
Twee maanden voor de onafhankelijkheid van Oost-Timor, trok Australië zich terug uit het Internationaal Tribunaal voor de Wet op de Zee, zodat het land zelf kon onderhandelen over zijn maritieme grenzen. Volgens het internationaal recht zou Oost-Timor aanspraak kunnen maken op bijna alle olie- en gasvelden tussen de twee landen. Dan was Oost-Timor nu het Koeweit van Azië geweest, aldus Jose Ramos-Horta, minister van Buitenlandse Zaken van Oost-Timor.
De trage onderhandelingen over de maritieme grenzen zijn vooral in het voordeel van Australië. Zolang de grens niet is vastgesteld, kan het land doorgaan met de de voorbereidingen voor exploitatie van de olievelden. De Oost-Timorese premier Mari Alkatiri zei eerder deze week dat zijn land de Greater Sunrise-overeenkomst niet zal ratificeren als Australië de afbakening van de maritieme grenzen blijft vertragen. De leider van de Australische Groenen, Bob Brown, vloog deze week naar Dili om met overheidsfunctionarissen en ngo’s te spreken over de kwestie. De overeenkomst berooft het armste land in Zuidoost-Azië van inkomsten, om de zakken te vullen van Australië, het rijkste land in de regio, aldus Brown.
De Australische minister van Buitenlandse Zaken, Alexander Downer, deed maandag tijdens een persconferentie de Timorese klachten af als onderhandelingstactiek. Ze proberen hun onderhandelingspositie te verstevigen door ons af te schilderen als agressief en intimiderend, aldus Downer.