Opnieuw protestmars tegen snelweg in Bolivia

Nieuws

Opnieuw protestmars tegen snelweg in Bolivia

Opnieuw protestmars tegen snelweg in Bolivia
Opnieuw protestmars tegen snelweg in Bolivia

Vrijdag 27 april is in Trinidad, Bolivia, de Negende Protestmars van de inheemse organisatie CIDOB begonnen. Met deze mars protesteren de inheemse volkeren opnieuw tegen de geplande snelweg door het inheems gebied en natuurpark Isiboro Securé (TIPNIS). Opnieuw, want de regering is de afspraken gemaakt na de Achtste Protestmars in 2011, niet nagekomen. Het conflict sleept verder aan en wordt steeds complexer.

In 2011 marcheerden de inheemse volkeren uit de laaglanden van Bolivia al meer dan 60 dagen tegen de geplande snelweg door het gebied TIPNIS. Na vele obstakels, waaronder gewelddadige repressie van de politie in het dorp Chaparina op 25 september, kwamen ze uiteindelijk in oktober in de hoofdstad La Paz aan. Daar werden ze verwelkomd door duizenden burgers die hun solidariteit betuigden en uiteindelijk zag de regering zich gedwongen om een wet uit te vaardigen die de snelweg verbood.

Evo Morales, een fervent voorstander van de weg, gaf zich echter niet gewonnen. In december werd een tegenmars georganiseerd door voorstanders van de snelweg. Deze voorstanders waren vooral boeren uit de gemeenschappen in het zuiden van het TIPNIS-gebied, waaronder voor een groot deel cocaboeren. Deze boeren, die geen onderdeel uitmaken van het collectieve inheemse grondgebied, hebben een andere levensstijl en economische activiteiten dan de inheemse gemeenschappen en zien in de snelweg voordelen voor de uitbreiding van de cocaplantages. Deze mars werd, in tegenstelling tot de mars van de CIDOB, door de regering met open armen ontvangen, wat in de publieke opinie leidde tot wantrouwen over de sturende krachten achter deze mars.

Naast de druk van deze cocaboeren, hebben de belangen achter deze snelweg ook te maken met de aanwezige petroleumvoorraden in het park en de transportverbindingen van Brazilië met de kust aan de Stille Oceaan.

Recht op consultatie

Naar aanleiding van eerste mars nam Evo Morales opnieuw een wet aan (Wet 222) die een proces van consultatie over de snelweg door Tipnis aankondigde. Hier werd de zaak ingewikkelder. De raadpleging van inheemse volkeren over projecten in hun grondgebied is een internationaal erkend recht, vastgelegd in de overeenkomst 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de Verklaring over de Inheemse Volkeren van de Verenigde Naties uit 2007. Bolivia heeft beide documenten ondertekend en het recht wordt ook erkend in de nieuwe Grondwet die sinds 2010 in werking is. Eén van de belangrijkste kritiekpunten van de vorige protestmars was dan ook de schending van dit recht, aangezien er voor deze snelweg al contracten waren getekend en er nooit een consultatie had plaatsgevonden.

Door nu alsnog een consultatie aan te kondigen, leek Evo Morales tegemoet te komen aan de wensen en rechten van de inheemse volken. Echter, CIDOB en ander maatschappelijke organisaties wezen om verschillende redenen de wet direct af.

Ten eerste, omdat deze wet 222 de in oktober goedgekeurde wet waarin de snelweg door TIPNIS werd uitgesloten, teniet doet. Ten tweede, omdat de internationale verdragen en de Grondwet duidelijk spreken van het recht op een consultatie voordat een project goedgekeurd wordt door de overheid. In dit geval zijn er al contracten getekend met het Braziliaanse bedrijf OAS dat bovendien al is begonnen met de aanleg van delen van de snelweg aan de randen van het park. Een raadpleging op dit moment is dus te laat.

Een ander twijfelachtig punt is dat deze wet niet duidelijk definieert wie er geraadpleegd zal worden in deze consultatie. De inheemse gemeenschappen, verenigd in de Subcentral TIPNIS, hebben het collectieve eigendomsrecht over het gebied en zouden dus de aangewezen entiteit zijn voor de raadpleging. De wet 222 maakt echter de weg vrij om ook de gemeenschappen van cocaboeren in het zuiden en rondom het gebied op te nemen in de consultatie.

Negende Mars

In protest tegen de wet 222 en tegen het verdraaide proces van consultatie is CIDOB nu de negende protestmars begonnen, met als lemma “Ter verdediging van het leven en de waardigheid, de inheemse grondgebieden, de natuurlijke rijkdommen, de biodiversiteit, het milieu en de beschermde gebieden, de uitvoering van de Grondwet en het respect voor de democratie”.

De voornaamste eis van de mars is de opvolging van de in oktober aangenomen wet 180 die de snelweg verbiedt, en het intrekken van de wet 222 en het geplande consultatieproces. Daarnaast hebben ze ook andere eisen van de inheemse volkeren, die te maken hebben met hun landrechten en milieubescherming, opgenomen in hun agenda. Ook in andere inheemse gebieden en natuurparken, zoals Aguaragüe, komen projecten van de regering in conflict met de belangen van de inheemse volkeren. De mars eist bovendien berechting van de verantwoordelijken voor het politiegeweld tijdens de eerste mars.

De mars is moeizaam op gang gekomen. De afgelopen weken is de regering er in geslaagd om met verschillende regionale organisaties verbonden aan CIDOB overeenkomsten te tekenen over ontwikkelingsprojecten in hun gebieden en hiermee de eenheid binnen de centrale organisatie en de deelname aan de mars te verzwakken. Aan de andere kant heeft CIDOB opnieuw de steun van de inheemse organisatie uit de Andesgebieden, de CONAMAQ, die met zo´n 100 mannen en vrouwen de mars zullen versterken. Ook is er een groot aantal activisten uit de steden La Paz en Cochabamba afgereisd naar Trinidad om zich bij de mars te voegen.

De mars wilde eigenlijk vertrekken vanuit Chaparina, de plaats waar in oktober de repressie plaatsvond, maar dit werd onmogelijk gemaakt door blokkades in het dorp San Ignacio de Moxos. Er bestaat een gegronde vrees dat deze blokkades voor aanvaringen zullen zorgen tussen voorstanders van de snelweg en de marcherende tegenstanders.

Bovendien zat het klimaat ook niet mee tijdens de eerste dagen van de mars. De normaal gesproken warme amazoneregio werd geteisterd door hevige kou en flinke regenbuien. Ondanks deze obstakels vordert de mars gestaag. Ondertussen heeft de boliviaanse regering haar handen vol aan conflicten met stakende dokters en onderwijzers en protesterende vakbonden. De mars zal minstens een maand duren, en in deze tijd zal blijken of in deze langdurige krachtmeting met de regering, die onverzettelijk vast blijft houden aan de snelweg, de inheemse organisaties alsnog er inslagen om de toekomst van TIPNIS veilig te stellen.

Suzanne Kruyt werkt voor Broedelijk Delen in Bolivia. Ze schreef op MO.be eerder al over de aankomst van de vorige mars in La Paz en de gewelddadige tussenkomst van de politie die de deelnemers te verwerken kregen.