Oproep om kinderarbeid te verbinden aan Europese handelsregels

Nieuws

Oproep om kinderarbeid te verbinden aan Europese handelsregels

David Cronin

15 mei 2008

De Europese Unie mag landen alleen handelsvoordelen geven als ze meewerken aan de strijd tegen kinderarbeid. Dat vindt de coalitie Stop Kinderarbeid.

Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) zijn er wereldwijd zo’n 218 miljoen kinderen, grotendeels jonger dan 14 jaar, die moeten werken in plaats van naar school te gaan. De Europese Unie wil dit tegengaan door de toegang tot onderwijs te verbeteren, maar volgens een groep organisaties ontbreekt het de Unie aan een coherentie strategie tegen kinderarbeid.
De campagnegroep Stop Kinderarbeid pleit er in een nieuwe studie voor dat landen zich moeten verbinden aan een tijdspad om kinderarbeid uit te bannen als ze preferentiële handelsvoordelen met de EU willen. Handelsvoordelen voor Oezbekistan moeten worden herroepen omdat ambtenaren in Tasjkent kinderen vanaf zeven jaar dwingen om mee te werken in de katoenpluk.
Preferentiële handelsvoordelen
Voor het systeem van handelsvoordelen (GSP+), waarmee vijftien landen grotendeels vrije toegang krijgen tot de Europese markt, moeten conventies over mensen- en arbeidsrechten worden geratificeerd. Dat zegt Gerard Oonk, auteur van de studie. Toch hebben Colombia en Bolivia, twee van de vijftien, “een groot kinderarbeidprobleem”. De EU “geeft zijn zegen aan landen die het niet verdienen.”
De Britse europarlementariër Richard Howitt klaagt dat er geen pogingen zijn om bindende regels tegen kinderarbeid op te nemen in handelsakkoorden. “De EU zegt alle goede dingen over kinderarbeid. Maar wat doet ze om die af te dwingen?”
Het VN-initiatief Onderwijs voor Iedereen laat weten dat er niet genoeg wordt bijgedragen aan maatregelen om basisscholing voor iedereen te bereiken. De VN tikte Frankrijk en Duitsland op de vingers voor de prioriteit die ze in hun hulp geven aan universiteiten in plaats van basisscholen. Ontwikkelingshulp voor onderwijs van Oostenrijk, Portugal en Spanje is tussen 1999 en 2005 gedaald.

Regels voor bedrijven

Volgens de Nederlandse europarlementariër Thijs Berman komt kinderarbeid 20 procent minder voor dan 15 jaar geleden. Maar vooral in sub-Sahara Afrika is het probleem nog erg groot. Hij wil een ‘hotline’ die informatie verzamelt over Europese bedrijven die op enig moment in hun productie kinderarbeid gebruiken. Bedrijven mogen volgens hem alleen in aanmerking komen voor ondersteuning als ze kunnen bewijzen dat ze geen kinderen uitbuiten.
“Dat komt doordat moederondernemingen niet aansprakelijk gehouden kunnen worden voor wat hun dochterbedrijven doen”, zegt Ruth Casals, coördinator van de European Coalition for Corporate Justice in Brussel. Daar is harde regelgeving voor nodig.
Wetgeving tegen kinderarbeid is zeldzaam, zegt Cees van Dam, professor aan King’s College London. Maar Europese regels tegen oneerlijke handelspraktijken bieden een mogelijkheid. Bedrijven mogen hierbij geen valse voorstelling van zaken geven. “Als ze zeggen dat ze geen kinderarbeid toestaan, maar dat wel doen, misleiden ze consumenten in Europa.”