Overheid laat armen stikken in hittegolf
Ranjit Devraj
10 juni 2003
Sinds drie weken teistert een verzengende hittegolf grote delen van India. De dodentol is al opgelopen tot meer dan tweeduizend mensen. Gezondheidsexperts klagen aan dat erg weinig wordt gedaan om de armen te beschermen tegen de extreme temperatuurschommelingen.
Veel waarnemers wijzen de Indiase regering met de vinger. Mits goede communicatie met de bevolking en enkele simpele voorzorgen tegen uitdroging en zonnesteek hadden honderden levens gered kunnen worden. In de zwaar getroffen zuidelijke staat Andhra Pradesh is een groot aantal van de vijftienhonderd doden bovendien gestorven na het drinken van besmet water.
P. V. Unnikrishnan, expert rampbeheer bij de People’s Health Movement, laakt het totale gebrek aan verantwoordelijkheid van de federale regering en ambtenarij. Ondanks het groeiende aantal slachtoffers van de extreme temperatuurschommelingen in India - van het vriespunt tot vijftig graden Celsius - bestaat er niet één overheidsinstantie die de dodentol zelfs nog maar in kaart brengt. Volgens Unnikrishnan schuift iedereen de verantwoordelijkheid zo vlot van zich af omdat het temperatuurprobleem niet binnen de definitie van een ramp valt.
Die laatste stelling wordt bevestigd door R.K. Singh, hoofd van de Beheercel voor Nationale Rampen van het ministerie van Landbouw. Volgens hem dient zijn instelling de verschillende staten bij te staan bij de opvang van natuurrampen zoals cyclonen, aardbevingen, overstromingen en droogtes. Hitte- en koudegolven vallen niet onder die noemer, en zijn dus zuiver de verantwoordelijkheid van de deelstaatregeringen. De smeekbede van de premier van Andhra Pradesh Chandrababu Naidu aan de centrale regering om hittegolven als natuurramp te erkennen, blijft voorlopig zonder effect.
Unnikrishnan wijt de onverschilligheid van de centrale regering en de deelstaatregeringen aan de sociale status van de slachtoffers: de overgrote meerderheid is straatarm en marginaal. Gegoede Indiërs kunnen zichzelf makkelijker beschermen tegen de hitte, ook zonder overheidshulp. Overal zijn koelinstallaties, luchtbevochtigers, airco’s en andere klimaatregelende apparaten te koop. De media besteden evenmin veel aandacht aan de hitteramp; in tegenstelling tot cyclonen of aardbevingen zijn de extreme temperaturen weinig mediageniek.
Ondertussen doen de hulpverlenende organisaties verwoede inspanningen om de ergste nood te lenigen. Volgens Jayant Kumar, woordvoerder van de Church’s Auxiliary for Social Action (CASA), is dat niet zo eenvoudig: tijdens de koudegolven van december en januari delen we dekens uit aan de armen, maar de aanpak van de hittegolven in mei en juni over bijna heel India is veel complexer en grootschaliger. Daarom zou de regering in beschutting, veilig drinkwater en een betere hygiëne moeten voorzien. Ook medische noodhulp voor mensen met een zonnesteek is een noodzaak. Kumar benadrukt dat zelfs een simpele, preventieve informatiecampagne veel kwaad kan voorkomen, terwijl zoiets amper geld hoeft te kosten.
De temperatuurschommelingen in India zijn dit jaar wel erg extreem geweest. Nauwelijks zes maanden geleden stierven in Noord-India meer dan achthonderd mensen van de kou. De meeste doden vielen op het platteland van Uttar Pradesh, de dichtstbevolkte staat van India met 170 miljoen inwoners.
Medische experts linken het groeiende aantal ‘klimaatslachtoffers’ onder meer aan de verslechterde voeding van de zowat veertig procent Indiërs die onder de armoedegrens leven. Die mensen hebben steeds minder geld om aan voedsel te spenderen, en kunnen zelfs amper nog graan kopen bij de spotgoedkope openbare verdeelcentra. Daardoor verzwakt hun weerstand, wat fataal kan blijken bij extreme omstandigheden. Ook de ontbossing speelt een rol: bomen worden massaal gerooid om brandstof en veevoeder te leveren. Met de bomen verdwijnen schaduw en grondwater, twee hulpmiddelen die het verschil kunnen maken bij een hittegolf.
Said Swami Agnivesh, een van de bekendste Indiase mensenrechtenactivisten, ziet alvast een originele oplossing: hij wil dat de regering minder geld verspilt aan de strijd tegen het terrorisme en meer geld besteedt aan de strijd tegen weerrampen. Het weer maakt immers meer slachtoffers dan het terrorisme. Bovendien zijn de ‘weerdoden’ een grotere smet op het regeringsblazoen; die doden zijn namelijk te voorspellen en te voorkomen. De echte vijand is dus bekend, aldus Agnivesh. Zijn naam is armoede.