Palmolie smaakt naar ontbossing

Nieuws

Palmolie smaakt naar ontbossing

Sanjay Suri

09 maart 2004

Een op drie voedingswaren in de Europese supermarkten draagt mogelijk bij aan de vernietiging van het regenwoud, stelt een rapport van Friends of the Earth. De voedingswaren bevatten palmolie, en palmolieplantages verdringen tropische bossen. De internationale milieuorganisatie vindt dat het Europees Parlement bedrijven moet verplichten alleen duurzaam geteelde palmolie te gebruiken.

In Indonesië verdwijnt jaarlijks een stuk regenwoud ter grootte van België, en daar zijn wij als consument van chocolade, margarine, zeep of detergent onrechtstreeks verantwoordelijk voor, zegt Friends of the Earth. Deze producten bevatten palmolie, en bijna een kwart van de palmolieproducten in de Europese Unie komt uit Indonesië. Europa koopt 87 procent van de Indonesische palmpitten bestemd voor dierenvoeding en 61 procent van de palmpitten voor schoonheidsproducten.

Volgens het maandag gepubliceerde rapport ‘Greasy palms - palm oil, the environment and big business’ vormt de productie van palmolie een zware aanslag op de biodiversiteit in de landen waar grootschalige plantages zich uitbreiden. Op plaatsen in Indonesië en Maleisië waar het regenwoud vervangen wordt door oneindige rijen palmbomen, verdwijnt 80 tot 100 procent van de plaatselijke diersoorten. Ook mensenrechtenschendingen zijn het gevolg: de aanleg van plantages berooft de inheemse bevolking van hun land en inkomen. In veel gevallen hebben de mensen geen andere keuze dan op de plantage te gaan werken, waar ze vaak minder dan het minimumloon krijgen.

De milieuvereniging roept importbedrijven op om alleen palmolieproducten te importeren uit palmpitten die geteeld zijn met respect voor het milieu en de plaatselijke bevolking.

Maar de organisatie gaat nog verder. Friends of the Earth vraagt de Britse regering en het Europees Parlement een nieuwe wetgeving uit te werken die de bedrijven geen keuze laat. Vrijwillige programma’s, zoals het geïntegreerde productbeleid met groene labels van de EU, leveren niks op, vindt Robin Webster, de hoofdauteur van het rapport. We hebben in het verleden vaak gezien hoe bedrijven na veel mooie beloften uiteindelijk kleine veranderingen doorvoeren. Maar een grote sector als die van palmolie vergt een andere aanpak.

Uit een studie van vermogensbeheerder ISIS bleek alvast wel dat 24 van de 27 grootse commerciële gebruikers van palmolie vrezen dat een slecht imago op milieuvlak hun handel in gevaar kon brengen.

Moeten we als bewuste consument ophouden palmolieproducten in het winkelkarretje te laden? Nee. Een consumentenboycot is niet wenselijk, en ook niet mogelijk, zegt Robert Barrington, de verantwoordelijke voor sociale verantwoordelijkheid bij ISIS. Niet wenselijk, omdat veel ontwikkelingslanden economisch afhankelijk zijn van de verkoop van palmolie. En niet mogelijk, omdat het product alomtegenwoordig is. Ook Tony Jupiter,de directeur van Friends of the Earth, bevestigt dat het onbegonnen werk is als consument geen palmolieproducten te kopen.

Ervoor zorgen dat ontwikkelingslanden hun palmolie duurzaam gaan produceren, is de enige oplossing. Daarover zijn Friends of the Earth en Barrington het eens. Maar Barrington waarschuwt wel voor de prijsstijgingen waartoe duurzame productie aanleiding kan geven. Duurdere palmolie zou verwerkende en importerende bedrijven kunnen doen overschakelen naar andere oliën. Palmolie is momenteel wereldwijd goed voor een vijfde van alle eetbare oliën, maar er zijn alternatieven bij de vleet. Bij Friends of the Earth zijn ze er alvast vrij gerust in: Palmolie is momenteel zo goedkoop en de sector maakt zoveel winst, dat het product niet zo gemakkelijk uit de markt te prijzen valt.