Pauselijke hotline overstelpt met mirakelverzoekjes
Diego Cevallos
31 juli 2002
'Papa-tel', zo heet de pauselijke hotline die
nog voor het begin van het driedaagse bezoek van Johannes Paulus II aan
Mexico werd overstelpt met verzoeken om genezing en andere mirakels. De paus
zal bij zijn gebeden rekening houden met de boodschappen op de hotline, zo
verzekert de pauselijke nuntiatuur in Mexico. Het bezoek van de kerkvorst,
het vijfde in 23 jaar, is een groots opgezette promotiecampagne voor het
katholieke geloof, dat zijn marktaandeel in Mexico gestaag ziet krimpen.
De paus is voor de Mexicanen een magneet, een leider, een PR-man, een
mirakelmaker en een heilige, aldus socioloog Carlos Montes, socioloog aan
de Nationale Autonome Universiteit van Mexico. Sociale en politieke twisten
worden even verdrongen door collectieve paushysterie. In de straten van
Mexico-stad kamperen duizenden vooral jonge mensen op het trottoir om toch
maar een glimp van de pausmobiel en zijn 82-jarige passagier op te vangen.
Om een maximale zichtbaarheid te garanderen is een parcours van 80 kilometer
doorheen de Mexicaanse metropool uitgetekend, zodat naar schatting 11
miljoen mensen Johannes Paulus II kunnen groeten.
Voor sommigen is het hoge bezoek ook een economische zegen. De katholieke
kerk zet zwaar in op de verkoop van officiële souvenirs met de pauselijke
handtekening en afbeeldingen van Juan Diego, de indiaanse boer die woensdag
heilig zal worden verklaard in de basiliek van Guadalupe. De prijzen voor
advertentieruimte in de media zijn gestegen en wie langs het pauselijke
parcours afficheruimte kan verhuren doet gouden zaken. De Nationale Kamer
van Koophandel schat de bijkomende winsten voor hotels, restaurants en
winkels op 600 miljoen dollar.
Niettemin gaat het aandeel katholieken in het 97 miljoen inwoners tellende
land achteruit: van 91 procent in 1990 tot 87 procent in 2000. In Chiapas,
met zijn grote Indiaanse bevolking, bezet de katholieke kerk nog maar 62
procent van de religieuze markt. Het pausbezoek is dan ook bedoeld om een
dam op te werpen tegen de groeiende invloed van protestantse denominaties en
andere godsdiensten.
Om de zieltjes van de Indiaanse bevolking terug te winnen staat de
heiligverklaring van Juan Diego centraal in het bezoek. Volgens de
overlevering was de indiaan Diego in 1531 getuige van verscheidene
Mariaverschijningen, wat aanleiding was voor de verering van de Virgen de
Guadalupe als patroonheilige van Mexico en de hele katholieke Nieuwe
Wereld. Vervelend is dat historici, onder wie enkele geestelijken, tot de
conclusie zijn gekomen dat Diego waarschijnlijk nooit heeft bestaan en dat
de cultus van de Virgen eigenlijk begon als de verering van een Azteekse
moedergodin Tonantzin in een katholiek kleedje.
Afgezien van het feit dat de nieuwe indiaanse heilige er met zijn baard
vrij Europees uitziet, telt de Mexicaanse kerk geen enkele inheemse bisschop
en spreekt slechts een kleine minderheid van gezagsdragers een indianentaal.
Het Vaticaan houdt bovendien vast aan een verbod uit 2001 om in het bisdom
San Cristóbal de las Casas in Chiapas indianen tot diaken te wijden. De
voormalige bisschop Samuel Ruiz bracht er de door Rome verfoeide
bevrijdingstheologie in de praktijk en was daarmee een bron van inspiratie
voor de leiders van het Zapatistisch Bevrijdingsleger EZLN.