PDVSA is stakingsleed alweer vergeten
Humberto Márquez
17 december 2003
De Venezolaanse staatsoliemaatschappij PDVSA zegt dat ze dit jaar voor 16,6 miljard dollar aan inkomsten heeft geboekt en de staatskas met 9,95 miljard dollar aan dividenden en belastingen zal spekken. Dat is niet slecht voor een bedrijf dat van 2 december 2002 tot begin februari 2003 werd lamgelegd door een staking en om die reden 18.000 van zijn 39.000 werknemers ontsloeg.
De lange werkonderbreking bij PDVSA van begin dit jaar maakte deel uit van een algemene staking die door vakbonden en ondernemers samen was georganiseerd om president Hugo Chávez weg te krijgen. Dat lukte niet, en Venezuela bleef met een enorme economische kater zitten. de staking zou het land ongeveer 10 miljard dollar gekost hebben – een tiende van het bruto binnenlands product.
Voor de staking produceerde Venezuela 2,5 tot 3 miljoen vaten olie per dag, maar in december daalde dat volume tot 25.000 vaten. De export van olie en derivaten viel bijna volledig stil, terwijl ook de bevoorrading van de Venezolaanse markt in de problemen kwam.
Maar volgens PVDSA kwam het herstel verbazend snel toen de staking eenmaal was afgeblazen. Voor de periode van januari tot november zou Venezuela daardoor toch aan een gemiddelde dagproductie van 2,1 miljoen vaten komen. Officieel haalt Venezuela nu per dag alweer 2,8 miljoen vaten olie boven – het productiequotum dat binnen de OPEC is afgesproken. Maar volgens Gente del Petroleo, een organisatie die tot de oppositie behoort en bestaat uit voormalige kaderleden van PDVSA, haalt Venezuela niet meer dan 2,5 miljoen vaten per dag boven. Platts, een instelling die gegevens over de olie-industrie verzamelt, houdt het bij 2,6 miljoen vaten per dag.
De olie-industrie is de ruggengraat van de Venezolaanse economie. Meer dan een derde van de overheidsbegroting wordt gefinancierd met oliegeld. Als gevolg van de staking zakt het Venezolaanse bbp dit jaar waarschijnlijk met 12 procent. Maar volgens PDVSA-baas Alí Rodríguez is het herstel al bezig. Rodríguez zegt dat de groei in 2004 volgens de meest conservatieve schattingen drie procent zal bedragen, maar ook bij 7,5 procent kan uitkomen.
Voormalige directeurs van PDVSA als Alberto Quirós en Gustavo Gabaldón die nu actief zijn in de oppositie tegen president Chávez, beweren dat de onderneming productiecapaciteit moet inleveren en haar concurrentiekracht verliest door de politieke crisis in Venezuela. Daardoor wordt er minder geïnvesteerd en minder gezocht naar nieuwe olievelden, terwijl de bestaande installaties slecht onderhouden worden.