Peruaanse generaals staan terecht voor moord op 37 studenten
Ángel Páez
05 april 2010
In Peru staan drie generaals terecht voor de moord op 37 universiteitsstudenten van 1989 tot 1993. De studenten van de Universidad Nacional del Centro in Huancayo, hoofdstad van de centrale regio Junín, werden door het leger als linkse guerrillero's beschouwd.
De moorden dateren van een van de hardste periodes in het conflict tussen de Peruaanse overheid en de linkse guerrillero’s van Lichtend Pad en MRTA.
Procureur Carlos Carhuancho stelde op 8 maart de generaals Manuel Delgado, Luis Pérez en David Jaime Sobrevilla, samen met kolonel Elías Espinoza en luitenant Danilo Gonzales, in staat van beschuldiging. De generaals stonden in de bewuste periode aan het hoofd van de 31e infanteriebrigade, die in Huancayo gevestigd was. Pas nu raakten de details van de beschuldiging bekend.
Volgens de procureur liet het leger toen honderden mensen verdwijnen in “een willekeurige repressie”, waarbij sprake was van “een systematische en algemene praktijk van ontvoeringen en moorden”. De procureur noemt de generaals de “rechtstreekse daders” van de moorden omdat ze de feiten onder controle hadden, dezelfde formule die men bij gebruikte in processen tegen voormalig president Alberto Fujimori, zegt advocaat Víctor Lizárraga van de Nationale Koepelvereniging voor Mensenrechten (CNDDHH).
Volgens Lizárraga, die de families van de slachtoffers verdedigt, is er meer dan voldoende bewijsmateriaal om de generaals te veroordelen. Familieleden waren getuige van de ontvoeringen, er zijn militaire richtlijnen voor de ontvoeringen en moorden bewaard en sommige studenten die na hun arrestatie konden ontsnappen, vertelden over de folterpraktijken waarvan ze het slachtoffer waren geweest.