Peruaanse rivieren nog steeds vervuild na giframp
Milagros Salazar
29 oktober 2010
In het zuidoosten van Peru zijn verschillende rivieren nog steeds zwaar vervuild nadat er vier maanden geleden giftig mijnafval in terechtkwam. De werknemers eisen ondertussen dat de mijn weer opengaat.
Op 25 juni brak het afvalreservoir van het mijnbedrijf Caudalosa in Huancavelica, de grootste ramp met giftig mijnafval ooit in Peru. Ongeveer 25.000 kubieke meter giftig afval stroomde nabijgelegen rivieren in. Volgens de overheid brak de dijk door omdat er te veel afval in het reservoir zat. De mijn had daarvoor geen toestemming.
Caudalosa produceert koper, zink en lood. Het vrijgekomen afval bevatte onder meer arsenicum, cadmium, ijzer, mangaan, lood en zink.
Op 26 juni, de dag na de dijkbreuk, werden in de rivier Opamayo cadmiumconcentraties gevonden die 245 tot 265 maal hoger waren dan wat wettelijk is toegestaan. De loodconcentraties zaten twee- tot drieduizend maal boven de grens. Op 30 juni en 1 juli vonden de autoriteiten in de Escalera, de zwaarst getroffen rivier, arsenicumconcentraties die vijftig maal te hoog waren.
Kinderen
Volgens een rapport van de nationale waterdienst bevatten vijf van de elf onderzochte plaatsen eind augustus nog steeds hoge concentraties giftige stoffen. In de Escalera was de concentratie mangaan bijvoorbeeld acht maal te hoog, bij cadmium was de concentratie zes maal te hoog.
“We blijven dit besmette water gebruiken, onze kinderen kunnen ziek worden”, zegt Julián Marcas. Hij woont in Santa Rosa de Tincuy, een dorp dat niet over een bron beschikt en daardoor helemaal op de Urubamba is aangewezen, een van de getroffen rivieren.
“Men moet vooral aandacht hebben voor cadmium en lood omdat die zich opstapelen in de weefsels en de landbouwproducten die de mensen eten”, zegt Jazmín Hurtado, hoofd van het departement microbiologie van de Universiteit Cayetano Heredia.
Mars op Lima
De overheid liet de mijn meteen na de ramp stilleggen. Duizend mensen kwamen daardoor zonder werk te zitten. Ze eisen nu de heropening van de mijn. Midden deze maand zijn ze hiervoor al eens op straat gekomen omdat ze sinds september geen loon meer hebben gekregen. Volgens vakbondsleider Héctor Sotacuro is er nu sprake van een mars op de hoofdstad Lima in november. “Als we niet werken, waarvan moeten we dan leven?”
Het parket vraagt dat de mijn voorlopig dicht blijft maar maandag noemde een rechter die eis onontvankelijk. De mijn zou daardoor opnieuw van start kunnen gaan. Volgens de rechter is er geen reden om aan te nemen dat de toxische stoffen “zeer gevaarlijk” zijn. Hij roept de betrokken overheden op niets te doen dat tegen “het algemeen belang” ingaat.
Procureur Frans Ponce kondigde deze week aan dat hij de directeur van Caudalosa, Alberto Pescetto Raffo, wil vervolgen voor vervuiling.