Peyman Jafari: 'Iraniërs beseffen dat ze zelf de straat op moeten om hun land te veranderen'

Nieuws

Peyman Jafari: 'Iraniërs beseffen dat ze zelf de straat op moeten om hun land te veranderen'

Eline Gordts

09 januari 2010

Hoe moet het verder met de “groene oppositiebeweging” in Iran? Maakt Teheran zich op voor een “Iraanse Intifada” of blijven dergelijke revolutionaire aspiraties nog een tijdje uit? Wie behoort nu eigenlijk tot die groene beweging? En hoe zit het ondertussen met de machtsbasis van de president? MO* vroeg het Peyman Jafari, auteur van Het Andere Iran.

Zes maanden na de dubieuze herverkiezing van de president, is de oppositiebeweging onder leiding van Mir-Hussein Mousavi en Mehdi Karroubi er echter nog altijd niet in geslaagd het regime op de knieën te dwingen. Met steun van Opperste Leider Ayatollah Khamenei zit Ahmadinejad vandaag nog steeds stevig in het zadel.
Een week nadat de begrafenis van ayatollah Hussein-Ali Montazeri uitmondde in grootschalige demonstratie tegen het regime, bereikten de protesten in Iran tijdens het sjiitische feest van Ashura een nieuw hoogtepunt. Op 27 en 28 december trokken honderdduizenden Iraniërs de straat op om te protesteren tegen het beleid van president Ahmadinejad.
Peyman Jafari geeft tekst en uitleg bij het turbulente verzet in Iran. Jafari ontvluchtte Teheran in 1987, en kwam twee jaar later met zijn ouders naar Nederland. Hij studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis promoveert hij momenteel over de relatie tussen politieke verandering en sociaal-economische structuren in Iran.
Op Ashura werden massale betogingen in de straten van Teheran hardhandig neergeslagen. Zijn de protesten tegen het regime een nieuwe fase ingegaan?
Peyman Jafari: De protesten zijn ongetwijfeld radicaler geworden. Enerzijds stelt de coalitie van de regering -president Ahmadinejad, ayatollah Khamenei en de commandanten van de revolutionaire garde- zich harder op. Anderzijds vond ook bij de oppositie een wisseling van toon plaats. Zes maanden terug draaide het protest alleen om vrije verkiezingen en weigerde men de regering van Ahmadinejad te erkennen. In de afgelopen maanden stelden de protesten echter steeds vaker ook de autoriteit van Opperste Leider Khamenei ter discussie.
De verharding van de beweging betekent echter niet dat het protest meer aanhang krijgt. In de weken na de verkiezingen, in juni vorig jaar, trokken miljoenen mensen de straten op. Nu zijn het er enkele honderdduizenden.
Wordt naast de Opperste Leider ook de Islamitische Republiek in vraag gesteld?
Peyman Jafari: Alle sociale bewegingen zijn divers en verenigen mensen van verschillende achtergronden en sociale klassen, met verschillende politieke en religieuze ideeën. Er zijn demonstranten die willen breken met de islamitische republiek, en een seculiere democratie in de plaats willen stellen. Anderen willen Opperste Leider Ayatollah Khamenei vervangen of zijn macht beperken. Er zijn echter ook mensen die gewoon tevreden zouden zijn met hervormingen binnen de Islamitische Republiek, waarbij verkiezingen een grotere rol zouden krijgen en de pers meer ruimte zou hebben. Er is met ander woorden een palet van verschillende meningen.
Velen staan bijvoorbeeld pal achter Mousavi, de presidentskandidaat die nu als oppositieleider optreedt. Er zijn echter ook mensen die bewust afstand van hem houden.
Of we het leuk vinden of niet, de Islamitische Republiek is heeft diepe wortels in een deel van de samenleving. Vandaag staat niet de hele bevolking tegenover de Islamitische Republiek. Een deel van de samenleving richt zich tegen de staat en een ander deel van de samenleving. Een ingewikkeld proces.
Raken die verschillende groepen binnen de groene beweging het eens over de richting van de protesten in de toekomst?
Peyman Jafari: Mousavi en Karroubi willen de druk van de groene beweging gebruiken om meer ruimte te krijgen binnen het politieke establishment. Aan de andere kant zijn er mensen binnen de beweging, voor veel jongeren, die totaal willen afrekenen met de Islamitische Republiek. Cruciale vraag is dan ook hoe deze groepen zich binnen de beweging verhouden. Ik denk dat op dit moment hervormers als Karroubi en Mousavi in het voordeel zijn.
De beweging streeft overigens wel op een andere manier naar hervorming dan tien jaar geleden, toen ook voor hervorming werd gepleit. Toen geloofden mensen in vernieuwing van binnenuit. Ze gaven president Khatami in feite een vrijbrief om het systeem te veranderen. Door die ervaring, en de desillusie over het beleid van Khatami, zijn velen tot de conclusie gekomen dat je politieke leiders niet zomaar kan vertrouwen. Mensen hebben het gevoel dat ze zelf de straat op moeten, druk moeten uitoefenen en hun eigen eisen naar voor moeten brengen.
Klopt het beeld dat Ahmadinejad vooral wordt gesteund door armere lagen van de bevolking en de groene beweging meer aanhang heeft in rijkere segmenten van de samenleving?
Peyman Jafari: De harde kern van de groene beweging ligt bij de moderne middenklasse van professionals, studenten en ex-studenten. Maar ook mensen uit lagere klassen nemen deel aan de protesten, religieus en niet-religieus. Dit is een belangrijk punt, want debatten in het Westen geven vaak het idee dat diegenen die op straat protesteren anti-religieus of areligieus zijn. Veel van de protestanten beschouwen zich echter als moslims, maar geloven wel in een democratische inrichting van de staat.
Bij de lagere klassen heerst bovendien grote ontevredenheid over Ahmadinejad. Zijn algemene economische politiek heeft de armoede immers vergroot. Inflatie is in de afgelopen twee jaar explosief gestegen en werkloosheidcijfers liggen rond de 25 percent.
Ahmadinejad heeft erg veel geld uitgedeeld, maar niet als een algemene maatregel gericht tegen armoede en ongelijkheid. Hij hanteerde een soort cliëntelistische politiek, waarbij hij een deel van de bevolking trachtte aan zijn regering te binden. Diegenen met toegang tot de staat en religieuze instellingen werden systematisch voorgetrokken.
Bestaat de coalitie rond Ahmadinejad uit één blok?
Peyman Jafari: Tot nu toe zijn president Ahmadinejad, Opperste Leider Khamenei en de Revolutionaire Garde één blok gebleven. Hun probleem is alleen dat ze regeren in een noodtoestand, waarbij de macht steeds meer wordt gemilitariseerd. Omdat de Islamitische Republiek altijd een combinatie is geweest van democratische en ondemocratische instellingen, ontstaat echter enorme druk op de coalitie van Ahmadinejad.
De legitimiteit van het regime verdwijnt namelijk als sneeuw voor de zon. Hoe meer geweld ze gebruikt tegen de eigen bevolking, hoe minder legitiem ze wordt. Sommige mensen citeren gebruiken zelf uitspraken van Ayatollah Khomeini tegen Ahmadinejad, wanneer hij zei dat alleen de stem van het volk een regering kan legitimeren.
Daarnaast lijdt ook de efficiëntie van de staat onder het militaire regime. De Iraanse staat heeft een enorme bureaucratie, die genationaliseerde bedrijven runt en tot in de dorpen allerlei instellingen beheert. Omdat het regime vernauwd is tot een beperkte kliek binnen de politieke elite, slaagt ze er echter niet in de staat efficiënt te besturen. Dit brengt vooral enorme economische problemen met zich mee.
Vertaalt het groter wordend isolement van Ahmadinejad zich ook in een groeiende aanhang voor de groene beweging?
Peyman Jafari: De meerderheid van die groep sympathiseert wel met de groene beweging, maar gaat niet over tot actief verzet. De grote stakingen, zoals tijdens de revolutie van 1979, zien we nog niet. Dat kan natuurlijk nog allemaal komen.
In ieder geval is de tijd in het voordeel van de oppositie. Hoe langer de spanning voortduurt, hoe meer de ontevredenheid -ook binnen Ahmadinejad’s conservatieve coalitie- toeneemt. Vele conservatieven beseffen dat ze het land niet voor jarenlang onder een noodtoestand kunnen besturen. Sommigen zullen dus geneigd zijn om tot een soort verzoening met Mousavi en de anderen te komen.
Afgelopen week heeft Mousavi bovendien een verklaring uitgegeven met vijf eisen aan het regime. Daarmee erkent hij impliciet de regering van Ahmadinejad. Een tactische zet, aangezien de mededeling het kamp van Ahmadinejad nog sterker heeft verdeeld. Zo kondigde een van de gematigde conservatieven aan dat de concessie van Mousavi moet worden toegejuicht en een nationale verzoening tot de mogelijkheden behoort.
Wat stond in het eisenpakket van Mousavi?
Peyman Jafari: De belangrijkste eisen waren eerlijke verkiezingen, vrijheid van pers, de vrijlating van alle politieke gevangenen en vrijheid van organisatie. De beweging wil zowel meer politieke als meer sociale vrijheid, om in het publieke terrein te doen wat je wil, als vrouw, als jongere. Ik zou de oppositie dan ook niet als een revolutionaire maar als een sociale beweging omschrijven.
Natuurlijk loopt er geen Chinese muur tussen die twee dingen. Wanneer de spanning in de komende maanden toeneemt, wanneer de legitimiteit van het regime verder afneemt en de economische problemen vergroten, zie ik wel een revolutionaire situatie ontstaan.
Welke gevolgen heeft de recente dood van ayatollah Montazeri voor de beweging?
Peyman Jafari: Ayatollah Montazeri’s overlijden werd door de groene beweging meteen aangegrepen om te protesteren en datzelfde patroon zullen we opnieuw zien op de veertigste dag na zijn dood, wanneer volgens sjiietische tradities de dode wordt herdacht (nvr. eind januari). Ayatollah Montazeri was ongetwijfeld een bron van inspiratie voor delen van de groene beweging. Je mag dit echter niet overdrijven. De laatste jaren leefde hij in isolement en alleen door zijn verzet tegen de regering kwam hij opnieuw in beeld. De figuur van de ayatollah is echter wel belangrijk, omdat hij de verdeeldheid binnen de geestelijkheid zichtbaar maakte. Zo zijn er verschillende ayatollahs die het niet eens zijn met Ahmadinejad.
Een tweede naam die recent vaak opduikt is ayatollah Mesbah Yazdi.
Peyman Jafari: Ayatollah Mesbah Yazdi is de geestelijke vader van president Ahmadinejad. Een oerconservatieve man, tot geen enkele verzoening bereid. Hij wil ten allen koste de dominantie van de geestelijkheid in het politieke stelsel behouden en zal er alles aan doen om de conservatieve coalitie bij elkaar te houden. Deze man is voornamelijk belangrijk om de grote invloed die hij uitoefent op de neoconservatieven in het regime. Bij de Iraanse bevolking zijn vooral andere ayatollahs populairder. Ik denk dat slechts 15 tot 20 percent van de Iraanse bevolking hem als referentie ziet.
Welke invloed hebben de protesten in Iran op Ahmadinejad’s internationaal beleid?
Peyman Jafari: Omdat er minder verdeeldheid heerst binnen het regime -Ahmadinejad’s tegenstanders zijn uit de politieke machtscentra verwijderd- is alle macht geconcentreerd in handen van de president en zijn medestanders. Dit maakt het voor hen makkelijker te onderhandelen met de VS en andere landen.
Anderzijds heeft de eliminatie van zijn tegenstanders de positie van Ahmadinejad ook verzwakt. Dat zien buitenlandse machten natuurlijk ook. Of er een akkoord komt over Iran’s nucleaire programma, zal dan ook voornamelijk afhangen van hoe de VS zich in de toekomst opstelt.  
In een interview met de Volkskrant zei u dat internationale druk op Iran het regime in de kaart speelt.
Peyman Jafari: De ervaring van Iraniërs in de afgelopen eeuw met buitenlandse interventie –Rusland en de Britten in het begin van de twintigste eeuw, de VS tijdens de dictatuur van de Shah- heeft bij Iraniërs een soort historisch bewustzijn gecreëerd dat onafhankelijkheid van buitenlandse machten ontzettend belangrijk is.
Elke keer dat de buitenlandse druk op Iran toeneemt, via economische sancties of militaire dreigementen, wordt de bevolking bang om die onafhankelijkheid te verliezen. Dan voert ze minder oppositie tegen de eigen regering.
Het regime gebruikt dit excuus van buitenlandse interventie bovendien om de bevolking te overtuigen dat het land wordt bedreigd en dat er geen ruimte is voor oppositie. Het is met andere woorden een handige stok in handen van de Iraanse conservatieven.
Daarom zou ik ervoor pleiten alle buitenlandse interventie en economische sancties van tafel te vegen. Net dat zal net de positie van de democratische beweging versterken en de positie van de neoconservatieven verzwakken.