Politiegeweld houdt aan na dictatuur
Sebastián Lacunza
05 januari 2009
De Argentijnse dictatuur, een van de bloedigste van Latijns-Amerika, ligt nu al 25 jaar achter ons. Toch stierven de voorbije kwarteeuw meer dan 2.500 Argentijnen als gevolg van politiegeweld, zegt de mensenrechtenorganisatie Correpi.
De Argentijnse mensenrechtenorganisatie Correpi (Koepel tegen Politionele en Institutionele Repressie) zegt dat er de voorbije 25 jaar 2.557 mensen gestorven zijn in politiecommissariaten en gevangenissen, door “buitengerechtelijke executies” of door agenten die makkelijk de trekker overhalen. De slachtoffers zijn meestal “bruin, jong en afkomstig uit conflictrijke wijken (arm en met veel geweld)”. Meer dan de helft van de slachtoffers is jonger dan 25, twee derde is jonger dan 35, zegt Correpi.
De organisatie berekende dat 1.341 mensen stierven als gevolg van “buitengerechtelijke executies na snelrecht”, zelfs met de medewerking van “doodseskaders”, vooral in en rond Buenos Aires. De tweede grootste groep, 822 slachtoffers, stierf in de cel, in het commissariaat of “onder toezicht”; de overlijdens worden gecamoufleerd als “zelfmoorden door ophanging of brandstichting”.
Een derde categorie groepeert de 210 dodelijke slachtoffers van interne of persoonlijke conflicten van Argentijnse politiemensen. In een vierde categorie zitten 105 voorbijgangers of derden die stierven als gevolg van “het gebrek aan respect voor een mensenleven bij de politiefunctionarissen”. De 52 doden van de vijfde groep stierven tijdens sociale protesten. Ten slottte zijn er de 23 overlijdens als gevolg van andere delicten en 8 overlijdens zonder verdere details.
Staatsrepressie
Volgens Gustavo Filograsso van Correpi vormen deze 2.557 doden slechts het topje van de ijsberg. “We hebben het hier niet over illegale repressie maar over staatsrepressie.”
De vorige en huidige presidenten, Néstor Kirchner (2003-2007) en diens vrouw Cristina Fernández, krijgen erkenning voor hun inspanningen om de verantwoordelijken van de laatste dictactuur (1976-1983) voor de rechter te brengen, maar ironisch genoeg vielen de meeste doden door politiegeweld juist in hun regeerperiodes. “Het zijn de regeringen waaronder de repressie het grootst was”, zegt Filograsso.
Correpi, een organisatie die hoofdzakelijk uit advocaten bestaat, ontstond in 1991 na de gewelddadige dood van de jonge Walter Bulacio in een politiecommissariaat in Buenos Aires na het bijwonen van een rockconcert.
Harde hand
De Fundación Axel Blumberg is het niet eens met Correpi. De stichting werd in 2004 opgericht door de vader van een jongeman die werd vermoord na een ontvoering en pleit voor een hard politieoptreden en voor snelrechtprocedures. “De politie heeft niet de nodige middelen om de misdaad te bestrijden”, zegt advocaat Raúl Abraham, adviseur van de stichting. “De delinquent sterft omdat hij een delinquent is. Punt. Vaak heeft de politie het moeilijk om op te treden.” Abraham wijt dat aan “de niet doeltreffende werking” van het gerecht.
Een gelijkaardige analyse maakt de voormalige rechter Jorge Casanovas, voormalig minister van Justitie in de provincie Buenos Aires. “Men heeft de politie in alle betekenissen ontwapend, niet alleen in de opleiding en de bewapening, maar ook in hun mogelijkheden en hun moreel.” Volgens Casanovas is de criminaliteit sterk gestegen, vooral als gevolg van de drugs.
De trotskistische politica Vilma Ripol, voormalig presidentskandidate, ontkent dat het repressief apparaat ontmanteld is. “De politie blijft dezelfde methodes als tijdens de dictatuur gebruiken.” Ze beschuldigt de politie ervan de prostitutie en drugshandel in Buenos Aires te controleren en “de jongeren als vijand te beschouwen”. Ze stelt voor dat de bevolking de rechters en politiecommissarissen met verkiezingen aanduidt.