Politiek blijft goudmijntje
Diego Cevallos
09 september 2003
Aan politiek doen is nog altijd uiterst lucratief in Latijns-Amerika, al beginnen sommige landen stilaan te beknibbelen op de privileges de politici. De parlementaire vergoedingen zijn in veel landen eigenlijk niet te verantwoorden gelet op de toestand van de staatsfinanciën en de toenemende problemen van de armste bevolkingslagen. Dat draagt niet bij tot het vertrouwen dat burgers in hun vertegenwoordigers hebben.
In Brazilië, het land waar de kloof tussen arm en rijk het grootst is in heel Latijns-Amerika, verdienen senatoren meer dan 24.000 euro per maand. Naast de eigenlijke wedde zijn in dat bedrag ook een huisvestingstoelage en forfaitaire bedragen voor kantoorkosten en verplaatsingen begrepen. Mexicaanse parlementsleden vangen ongeveer 9.400 euro per maand, maar daarbovenop komen nog een eindejaarspremie en vergoedingen voor gezondheidszorgen.
Bijkomende vergoedingen maken in sommige landen de hoofdmoot uit van de inkomsten van parlementsleden. Chileense volksvertegenwoordigers krijgen een basissalaris van amper 2.250 euro, maar toelagen voor secretariaatskosten, communicatie en andere uitgaven drijven dat bedrag op tot 5.500 euro per maand. Voorzitters van commissies en andere wetgevende organen halen een totaal van 10.000 euro. In Argentinië bedragen het parlementair basissalaris ongeveer 3.150 euro en de toelagen 9.000 euro.
Uruguay is één van de weinige landen in de regio waar volksvertegenwoordigers echt weinig verdienen: meer dan 1.350 euro zit er niet meer in. Uruguay was veel sneller om de tering naar de nering te zetten dan Argentinië, dat nochtans al sinds 2001 worstelt met een recessie. Tot hiertoe hebben de Argentijnse volksvertegenwoordigers enkel hun maaltijdvergoedingen en de terugbetaling van hun transportkosten tussen Buenos Aires en de provincie waar ze verkozen zijn, moeten inleveren. Bij de meeste Argentijnen is de crisis harder aangekomen. De economische neergang van de voorbije jaren heeft het aandeel armen in de Argentijnse bevolking opgedreven tot 54,7 procent.
De meeste parlementsleden in Latijns-Amerika mogen blij zijn dat hun salaris niet afhangt van hun geloofwaardigheid. Volgens een onderzoek dat het Chileense enquêtebureau Latinobarómetro vorig jaar uitvoerde, heeft maar 23 procent van de Latijns-Amerikanen vertrouwen in het parlement in hun land, en gelooft maar 14 procent in politieke partijen.