Reizende rechtbank rekent af met verkrachtingen in Congo
Baudry Aluma
08 maart 2011
Seksueel geweld blijft vaak onbestraft in de Congolese provincie Zuid-Kivu. Dat het ook anders kan, bewijst een mobiele rechtbank. Elf soldaten die door het hof schuldig werden bevonden aan de verkrachting van meer dan vijftig vrouwen in januari, zitten nu al hun straf uit in Bukavu.
In de nacht van 1 op 2 januari voerde een groep soldaten een aanval uit op het plaatsje Fizi. Het was een vergelding voor de eerdere moord op een soldaat. Meer dan vijftig vrouwen werden verkracht, honderden mensen raakten gewond. De daders werden snel gevat en in twee maanden tijd werd het proces afgehandeld. Dat is opmerkelijk in een land waar tienduizenden daders van zware misdaden gewoonlijk ongemoeid worden gelaten omdat justitie op apegapen ligt als gevolg van de aanslepende oorlog.
Het resultaat is te danken aan een reizend gerechtshof dat zich met gendergerelateerde zaken bezighoudt. Het Rechtstaat-initiatief van de American Bar Association (ABA) en het Justitie-initiatief van Open Society sloegen hiervoor de handen in elkaar. Volgens hoogleraar Kelly Askin van het Justitie-initiatief bij Open Society behandelde de rechtbank 186 zaken in 2010 in afgelegen gebieden in Zuid-Kivu waar geen formele justitie bestond. 115 ervan hadden betrekking op verkrachting.
Overbevolkte gevangenis
Voor de Fizi-zaak hield een militaire rechtbank in het nabijgelegen Baraka tien dagen zitting in openlucht. Dagelijks kwamen honderden dorpelingen de sessies bijwonen. Negen van de beschuldigden kregen op 21 februari straffen tussen tien en twintig jaar gevangenis. Eén man ging vrijuit, en de elfde verdachte is minderjarig en werd doorverwezen naar de jeugdrechter.
De veroordeelde mannen zullen hun straffen uitzitten in de centrale gevangenis van Bukavu, die nog stamt uit de koloniale tijd. “Deze penitentiaire instelling is voorzien op 300 gevangenen, maar biedt vandaag onderdak aan meer dan 1100 gevangenen”, zegt Dercy Muley van het Netwerk van Mensenrechtenorganisaties in Zuid-Kivu. De provinciale minister van Justitie, Sadock Biganza, verklaart dat 40 procent van deze gevangenen soldaten zijn. Dat is een gevolg van de integratie van voormalige militieleden in het Congolese leger.
De gouverneur van Zuid-Kivu, Marcellin Cishambo, woonde de uitspraak van het vonnis bij. Hij bevestigt dat zijn regering een eind wil maken aan straffeloosheid en verkrachtingen. “Het is niet de eerste maal dat de Congolese regering een proces heeft opgezet om de daders van seksueel geweld te veroordelen”, verklaart hij. In oktober 2010 sprak een militaire rechtbank straffen uit tegen dertien leden van het Congolese leger (FARDC) in het gebied Walungu.
Straffeloosheid als uitzondering
Muley heeft lof voor de snelheid waarmee het hof tot een vonnis kwam in Fizi. “We hopen nu hetzelfde te zien bij rechtszaken met betrekking tot de moorden op mensenrechtenactivisten en journalisten in Bukavu.”
Luitenant-kolonel Vianney Kazarama is ook blij met de uitspraak. “Dit is een voorbeeld dat navolging zal kennen. Voor alle daders zal een nultolerantiebeleid gelden”, aldus de woordvoerder van operatie Amani Leo (een militaire campagne tegen de rebellengroepen waartoe ook de veroordeelde soldaten behoorden) in Zuid-Kivu.
“Het proces bewijst dat door samenwerking tussen lokale regering, justitie, de VN, ngo’s en donors de vervolging van zulke misdaden mogelijk is. Ook in een regio die wordt gekenmerkt door onveiligheid”, schrijft Askin in de International Justice Tribune. “Als het Internationaal Strafhof (ICC) achter de hooggeplaatste beschuldigden gaat en lokale rechtbanken, waaronder mobiele rechtbanken, de kleine vissen in het vizier nemen, kan aansprakelijkheid de norm worden en straffeloosheid de uitzondering.”