Terug naar de Roemeens-Oekraïense grens: ‘De spontane solidariteit is sterk afgenomen’

Nieuws

Hoe integreren Oekraïense vluchtelingen in een land met weinig opvangervaring?

Terug naar de Roemeens-Oekraïense grens: ‘De spontane solidariteit is sterk afgenomen’

Een tekening van een kind: de Oekraïense vlag en de Roemeense vlag, met het woord ‘vrede’ in het Oekraïens en het Roemeens. © Xander Stockmans

De solidariteit van de Roemenen met hun gevluchte oosterburen, de Oekraïners, was aanvankelijk enorm. Het Roemeense middenveld verrichte er pionierswerk aan de Roemeens-Oekraïense grens. MO* was er toen bij en ging nu opnieuw poolshoogte nemen. ‘Het is hier niet zoals in Nederland, Duitsland of België, waar het onderwijs een jarenlange ervaring heeft met de integratie van kinderen uit oorlogsgebieden.’

Yevgeniya Kalenchenko was verbaasd toen ze vorig jaar de boodschap zag aan de ingang van een winkelcentrum in de Roemeense stad Cluj-Napoca: ‘Parkeren op de parking van Iulius Mall is gratis voor Oekraïners’. ‘Oh, dankjewel’, was haar eerste reactie. Ze komt uit Kiev en is vluchtelinge in Cluj.

De boodschap bij het winkelcentrum was tekenend voor de overweldigende solidariteit met Oekraïners in Roemenië, de eerste maanden na de Russische invasie in Oekraïne. MO* was ook toen in Roemenië, in Cluj-Napoca en aan de grens in Sighetu Marmatiei. Een jaar later keerden we terug, om er de vinger aan de pols te houden.

‘Spijtig genoeg is de solidariteit afgenomen’, zegt Istvan Safar, die de hulpverlening in Sighetu Marmatiei coördineerde. Het aantal vluchtelingen is intussen afgenomen, en dan lijkt het normaal dat ook spontane solidariteitsacties teruglopen. Maar volgens Safar is er meer aan de hand.

© Xander StockmansOekraïense vluchtelingen komen Roemenië binnen aan de grens in Sighetu Marmatiei. © Xander Stockmans

‘De meeste Oekraïense oorlogsvluchtelingen zijn intussen verder getrokken naar andere landen of naar Oekraïne teruggekeerd’, vertelt Istvan Safar. ‘De perceptie groeit dat de Oekraïners die in Roemenië zijn gebleven, vooral Oekraïners uit de grensregio zijn, die niet vluchten voor oorlog. Zij zouden hier enkel zijn om te profiteren van de hulp voor echte vluchtelingen.’

‘In mijn 25 jaar ervaring met hulpverlening in conflictsituaties zag ik nog nooit zo’n overweldigende reactie.’

Veel Oekraïners gaan heen en weer over de Roemeens-Oekraïense grens. Sinds het begin van de Russische invasie zijn al 2,5 miljoen grensoversteken naar Roemenië geregistreerd, en 2 miljoen terug naar Oekraïne.

Van de bijna 6 miljoen geregistreerde Oekraïense vluchtelingen zijn er op dit moment 134.625 in Roemenië. Dat aantal is al een tijdje stabiel. De meeste zijn in Duitsland, Polen en Rusland.

Er zijn ook positieve ontwikkelingen in Roemenië. In 2019 waren er in Roemenië slechts 2000 asielzoekers. Weinig mensen bij de overheidsdiensten waren opgeleid in vluchtelingenrecht of hadden ervaring met vluchtelingenbeleid. Slechts een tiental organisaties in heel Roemenië werkte rond de integratie van vluchtelingen.

Dat is nu anders. Vluchtelingenbescherming en integratie zijn thema’s geworden waarmee zowel de overheid als het middenveld zich meer zijn gaan bezighouden.

‘Internationale ngo’s zoals de Internationale Organisatie voor Migratie en Unicef trokken zich terug van de grens, en daardoor staat Roemenië er nu grotendeels alleen voor’, zegt Istvan Safar, die de hulpverlening aan de Roemeens-Oekraïense grens coördineerde. ‘Integratie is nu het belangrijkst. We moeten vluchtelingen begeleiden bij een duurzame integratie in de Roemeense samenleving.’

De integratie-initiatieven van de Roemeense overheid en het middenveld staan overzichtelijk gebundeld op de website www.dopomoha.ro. Zo kunnen Oekraïense vluchtelingen gratis beroep doen op begeleiding naar werk bij het Nationaal Agentschap voor Werkgelegenheid. Op de website Jobs4Ukraine staan vacatures verzameld.

Verder vinden Oekraïners er informatie over hoe ze financiële steun bij VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR kunnen aanvragen, hun kinderen kunnen inschrijven in een school en een huis kunnen vinden

Allemaal voor Oekraïne

Een maand geleden organiseerde het Roemeense Vredesinstituut Patrir zijn laatste humanitaire hulpoperatie naar Oekraïne.

Een dag na de Russische invasie al had de organisatie een oproep tot hulp gelanceerd. Hun kantoor werd een inzamelpunt voor hulpgoederen. ‘In mijn 25 jaar ervaring met hulpverlening in conflictsituaties zag ik nog nooit zo’n overweldigende reactie’, zei directeur Kai Jacobsen toen.

‘Aan ons kantoor verscheen een wachtrij van honderden meters lang. En dat ene zinnetje, duizenden keren opnieuw: hoe kan ik helpen? Mensen brachten alles wat ze maar konden.’

De eerste twee maanden organiseerde Patrir zelf maar liefst 20 hulpoperaties, waarbij ze de gedoneerde goederen naar de grens met Oekraïne brachten. En verder richting grote humanitaire hubs zoals bijvoorbeeld in Tsjernivtsi, een Oekraïense stad aan de Roemeense grens.

Tsjernivtsi was tot voor de Tweede Wereldoorlog een Roemeense stad. Ondanks de spanningen doorheen de geschiedenis, ontstond er dit keer een grote betrokkenheid tussen Roemenen en Oekraïners in deze grensstreek. Zo ontmoeten we Olha, de coördinatrice van de humanitaire hub in Tsjernivtsi, een Oekraïense met Roemeense wortels.

© Xander StockmansKai Jacobsen, directeur van het Roemeense Vredesinstituut Patrir, overlegt met de coördinatrice van de humanitaire hub in Tsjernivtsi, Oekraïne. © Xander Stockmans

In Roemenië boden dan weer etnische Oekraïners hun diensten aan, bijvoorbeeld als chauffeur voor vrachtwagens met tientallen tonnen medische hulpgoederen. ‘Niet alleen voor verwondingen door de oorlog, maar ook voor chronische zieken, diabetespatiënten, kankerpatiënten, zwangere vrouwen’, vertelde Isabella Tirlogea van Patrir vorig jaar aan MO*.

Meteen na de Russische invasie reageerde ook de lokale overheid in Cluj snel. ‘De burgemeester van nam het initiatief om alle scholen, consulaten, organisaties uit het middenveld, agentschappen en bedrijven samen te brengen. Dat was de kiem voor het hulpconsortium All For Ukraine. We verdeelden de taken: hulp aan de grens, juridische begeleiding, transport.’

Er kwamen uiteraard veel donaties van binnen Roemenië zelf, maar ook uit landen als Zwitserland en de Verenigde Staten. Het voorbije anderhalf jaar leverde het consortium All For Ukraine in totaal 1300 ton hulpgoederen aan Oekraïense humanitaire hubs.

Hulporganisaties zijn vertrokken

‘We hebben onze focus nu verlegd van noodhulp naar sociaal herstel op lange termijn’, legt Jacobsen uit. ‘Met het Oekraïense Institute for Peace and Common Ground bieden we bijvoorbeeld training aan 500 scholen in Oekraïne, om scholen te versterken in de omgang met getraumatiseerde leerlingen.’

In Cluj zelf zet het vredesinstituut Patrir nu vooral in op duurzame integratie van Oekraïense vluchtelingen. Dat is broodnodig, omdat alle internationale hulporganisaties zich hebben teruggetrokken. ‘Dat deden ze zonder enig overleg met Roemeense partners zoals Patrir’, zegt Jacobsen.

‘Het leidde tot een plotse terugval van financiële middelen, met een toegenomen kwetsbaarheid bij Oekraïense vluchtelingen tot gevolg. Om vluchtelingen naar de juiste hulp te oriënteren, werken we hier in Cluj samen met maatschappelijk werkers, taalscholen, juridische organisaties, Oekraïense psychologen.’

‘We hielpen ook bij de oprichting van een Oekraïense zelforganisatie die voor de noden van de Oekraïense gemeenschap in Cluj kan opkomen.’

Van 500 naar 5 vluchtelingen per dag

‘De solidariteit van gewone Roemenen en lokale Roemeense ngo’s is overweldigend’, getuigde Istvan Safar, coördinator aan de grens, vorig jaar. ‘Hier komen massa’s donaties toe. In het begin was het één grote chaos. De overheid bleef een tijdje afwezig en er was niemand om alles te coördineren. Honderden Facebookgroepen riepen op tot donaties.’

We ontmoetten aan de grens zelf verschillende Oekraïners die naar of via Roemenië vluchtten. Anna uit Kiev bijvoorbeeld, aan de grenspost in Sighetu Marmatiei. Haar echtgenoot vergezelde haar. Omdat hij in Estland werkte, en omdat hij een handicap had aan zijn oog, mocht hij Oekraïne verlaten. Het koppel was onderweg naar Estland.

Of Illia, rugbyspeler, onderweg naar Boekarest en met het plan om dan verder naar Canada te reizen, waar hij studeerde. Hij stond aan de grens in het kleine grensstadje Sighetu Marmatiei samen met zijn moeder, die hij niet kon achterlaten.

‘Van overal komt hetzelfde signaal: de solidariteit is sterk afgenomen, het neigt soms zelfs naar vijandigheid.’

Zij waren slechts vier van de honderdduizenden Oekraïners die in Sighetu Marmatiei de zogenaamde Vriendschapsbrug over de rivier de Tisza tussen Oekraïne en Roemenië overstaken.

Hier groeide na enkele maanden een geoliede machine uit de chaos. Aan beide kanten van de grens zetten gewone mensen hun dagelijkse levens opzij om klaar te staan voor de vluchtelingen.

Dana Ivascu, adjunct-burgemeester van Sighetu Marmatiei, vertelde hoe die eerste opvang vorm kreeg: ‘In deze tenten helpen verschillende organisaties de vluchtelingen met transport en met de eerste begeleiding richting huisvesting, onderwijs voor de kinderen, werk. Alles wordt hier al bekeken, met vertalers.’

De vrijwilligers doopten het systeem ‘Blue Dot’, naar de blauwe bollen op de tenten. Ze maakten zich sterk: niemand verlaat de tenten zonder verdergeholpen te zijn.

© Xander StockmansIstvan Safar coördineerde de hulpverlening in de ‘Blue Dot’-tenten aan de grens in Sighetu Marmatiei. Vandaag is hij vertegenwoordiger in de wekelijkse vergaderingen met de regering over vluchtelingenbeleid op nationaal niveau. © Xander Stockmans

‘Unicef, de regionale overheid van de provincie Maramures, en lokale ngo’s sloegen de handen in elkaar om alles op elkaar af te stemmen. Daaruit ontstond dit gestroomlijnde systeem.’

Unicef coördineerde alles. ‘Maar je mag niet vergeten dat dit gegroeid is uit solidariteit van onderuit in de Roemeense samenleving. Wat je hier ziet, is uniek in Roemenië. Andere grensdorpen namen dit van ons over’, vertelde coördinator Istvan Safar toen.

Maar vandaag wijzen niet alle neuzen meer dezelfde kant op. ‘Van overal komt hetzelfde signaal: de solidariteit is sterk afgenomen, het neigt soms naar vijandigheid’, vertelt Safar.

Hij is inmiddels vertegenwoordiger van Sighetu Marmatiei in de wekelijkse vergaderingen tussen de ministeries van Gezondheid, Onderwijs en Binnenlandse Zaken op nationaal niveau. Daar wordt het beleid rond Oekraïense vluchtelingen afgestemd tussen de verschillende bevoegde diensten.

‘Ik zie de realiteit in Sighetu Marmatiei, en in de vergaderingen hoor ik over de rest van het land’, zegt hij. ‘Er waren incidenten, bijvoorbeeld met huurwoningen. Verhuurders klaagden over Oekraïense vluchtelingen. Ook buiten de sector van de huisvesting groeit de negatieve houding tegenover Oekraïense vluchtelingen.’

© Xander StockmansRoemeense vrijwilligers helpen Oekraïense vluchtelingen op weg in de ‘Blue Dot’-tenten aan de grens in Sighetu Marmatiei. © Xander Stockmans

Aan de grens zijn nog steeds lokale ngo’s aanwezig in de tenten, maar er komen veel minder vluchtelingen toe. ‘Waar er ooit 500 per dag toekwamen, is het nu maximum 5 per dag. Blue Dot zal volgende maand worden gesloten. Ook Unicef en UNHCR beschouwen de situatie van Oekraïense vluchtelingen in Roemenië als stabiel.’

Een deel van het middenveld blijft actief voor Oekraïense vluchtelingen via Facebookgroepen zoals Maramures Hosting Ukraine.

Een warme maaltijd

Een jaar geleden stond Raimonda Bogdan met haar organisatie A Hot Meal Oekraïense vluchtelingen op te wachten in het station van Cluj. Die kwamen vanuit Sighetu Marmatiei met de trein aan.

De vrijwilligers kookten al jaren warme maaltijden voor arme mensen in Roemenië, en Raimonda had de stad gevraagd of ze een verloren ruimte in het station mochten opknappen voor voedselbedeling aan Oekraïense vluchtelingen op doortocht.

In de gang van het station van Cluj hingen overal posters aan de muren met het opschrift ‘you are not alone’. Tien vrijwilligers stonden paraat voor soms een handvol vluchtelingen. Ze wachtten de vluchtelingen op bij het spoor en begeleidden hen naar de ruimte waar ze eten konden krijgen.

‘We helpen nog altijd minstens 150 Oekraïense vluchtelingen per dag. We hebben zelfs Palestijnse vrijwilligers.’

De politie informeerde de vrijwilligers op voorhand hoeveel vluchtelingen er op de trein zouden zitten, vertelde Bogdan. Zo konden de vrijwilligers het eten voorbereiden.

In de herfst van vorig jaar stopte A Hot Meal met de permanente voedselbedeling in het treinstation. Maar ze hebben hun hulp niet helemaal stopgezet, integendeel. Ze werken, nog steeds, samen met de politie.

‘We hebben een akkoord met hen: als er meer dan vijf Oekraïners toekomen, bellen ze ons en voorzien wij de ontvangst met voedselbedeling’, vertelt Bogdan. ‘We hebben zelfs een Oekraïense kok die Oekraïense gerechten maakt.’

© Xander StockmansAna, vrijwilliger bij A Hot Meal, spreekt met Oekraïense vluchtelingen bij een voedselbedeling in het treinstation van Cluj-Napoca. © Xander Stockmans

Een veilig gevoel en hulp bij integratie

Daarbuiten staat de deur van A Hot Meal in de stad altijd open. Elke dag verwelkomen de vrijwilligers minstens 150 Oekraïense vluchtelingen met een maaltijd. Nieuwkomers én mensen die er al een tijdje zijn.

‘Als ze hier aankomen, zie ik vaak de angst en de stress op hun gezichten’, vertelde Ana, een van de vrijwilligers, ons vorig jaar. ‘Als ze vertrekken, zijn ze rustig en voelen ze zich veilig. Het geeft me een voldaan gevoel dat ik deze vluchtelingen een gevoel van veiligheid kan bezorgen.’

Ana komt uit Moldavië, dat geprangd zit tussen Roemenië en Oekraïne in. Roemeens is de moedertaal van de Moldaviërs, maar de meesten spreken ook Russisch. Dat maakt hun goed geplaatst om te tolken in Roemenië. ‘Ik las op Facebook dat je in Cluj kon helpen’, verduidelijkte Ana. ‘En ik had al een verleden in Cluj. Ik studeerde hier in 2014.’

‘Voor de Oekraïense vluchtelingen doen we nu zelfs meer dan vorig jaar’, vertelt Raimonda Bogdan ons vandaag. ‘Het is meer dan eten alleen, het is een kleine gemeenschap geworden. Als ze vragen hebben over integratie, bijvoorbeeld over activiteiten voor de kinderen, over een woning of werk zoeken, dan helpen we.’

‘We zijn de enige organisatie in Cluj die nog elke dag bezig is met Oekraïense vluchtelingen. We hebben nog altijd veel vrijwilligers uit Cluj zelf, maar ook Oekraïense en zelfs Palestijnse vrijwilligers.’

© Xander StockmansEen Oekraïens meisje tekent, terwijl haar moeder wacht in het gebouw van de Roemeense organisatie A Hot Meal, in het treinstation van Cluj-Napoca. © Xander Stockmans

Cluj International Women’s Club

‘Bij ons is de storm van de noodsituatie voor Oekraïense vluchtelingen gaan liggen’, zegt Anna Bollick van de Cluj International Women’s Club (IWC). Die organisatie helpt al langer expats en andere immigranten in Cluj integreren. In een gebouw dat ze huurden en opknapten, hadden de mensen van de IWC na het begin van de Russische invasie zelf zeventig kamers klaargemaakt voor Oekraïense vluchtelingen.

‘We vangen op dit moment dertig families op’, vertelde Anna Bollick toen we het gebouw vorig jaar bezochten. Alina Voronina was een van de Oekraïense vluchtelingen die er werd begeleid door IWC. Vrijwilligers zochten voor Alina Roemeense taallessen, een theaterclub voor haar dochter, een huurhuis…

‘Van Cluj had ik nooit gehoord’, vertelde Alina toen, verrast door de ontvangst die ze in Roemenië kreeg. ‘Ik heb mijn mening over dit land moeten bijsturen. Russen zeggen altijd dat Oekraïners en Russen broeders zijn. Maar dat geldt meer voor Roemenen.’

IWC werkte ook samen met een Amerikaanse stichting, de Open Fields Foundation. ‘We verzamelen de mensen met naam en paspoortnummer. We openden voor hen een bankrekening waarop Open Fields Foundation elke maand 500 lei stortte’, zei Bollick.

© Xander StockmansCluj International Women’s Club (IWC) koppelde hun Roemeense leden aan nieuwe Oekraïense leden, om de Oekraïense vluchtelingen bij te staan bij hun integratie. Hier toont Anna Bollick van (IWC) een foto van Alina Voronina met haar Roemeense ‘buddy’. © Xander Stockmans

Nu er veel minder Oekraïners toekomen, heeft IWC die opvang afgebouwd, vertelt Bollick ons. ‘Het gebouw bijvoorbeeld is nu in handen van een Oekraïense, die het zelf draaiende houdt.’

‘We houden ons opnieuw bezig met onze kerntaak, en dat is nieuwkomers helpen bij hun integratie in Cluj. Uiteraard kunnen Oekraïners nog altijd lid worden, en dan doen we voor hen wat we voor andere nieuwkomers ook doen. Maar veel van onze Oekraïense leden zijn alweer vertrokken.’

Alina Voronina, bijvoorbeeld. Zij is verhuisd naar Oostenrijk. ‘Veel van mijn familieleden wonen hier ook’, laat ze ons weten. ‘Oostenrijk is een geweldig land en helpt de Oekraïners. Mijn dochter gaat naar een goede school. Ik werk nog niet, maar ik leer intensief Duits en mijn cursus eindigt in oktober. Ik denk dat het daarna niet zo moeilijk meer zal zijn om een goede baan te vinden.’

Oekraïense kinderen naar Roemeense scholen?

En hoe zit het meer dan een jaar na de invasie met het onderwijs van de gevluchte Oekraïense kinderen in Roemenië?

Intussen steunt het VN-Kinderfonds Unicef de Oekraïense school UA Educational Hub financieel. Dat was een jaar geleden nog onzeker, en bezielster Kseniia Shurayeva keek er toen reikhalzend naar uit. Shurayeva, een Oekraïense activiste, is medewerkster bij Patrir en All For Ukraine.

Met de hulp van het consortium All For Ukraine had ze alvast leerkrachten, vrijwilligers en vertalers kunnen aanwerven. 130 Oekraïense leerlingen kregen er drie keer per week les en huiswerkbegeleiding, in de voormiddag, in de eetzaal van de internationale Royal School.

Door de steun van Unicef kan Shurayeva nu lonen uitbetalen aan de leerkrachten en schoolboeken en ander educatief materiaal aankopen. Het Oekraïense ministerie van Onderwijs stuurt de schoolboeken. Er zijn inmiddels 24 leerkrachten aan de slag in de UA Educational Hub.

‘Roemeense scholen zijn totaal niet klaar om anderstalige, getraumatiseerde kinderen te integreren.’

De school draait goed. Maar Kai Jacobsen, directeur van Patrir, is er niet gerust in: ‘Unicef weet zelf niet of ze het project kunnen blijven steunen. Bovendien is het vanaf volgend schooljaar de bedoeling dat Oekraïense kinderen naar Roemeense scholen gaan. Dat klinkt goed, en zo wil de Europese Unie het, maar het kan gevaarlijk zijn.’

‘Roemeense scholen zijn totaal niet klaar om anderstalige, getraumatiseerde kinderen te integreren. Het is niet zoals in Nederland, Duitsland of België, waar onderwijssystemen een jarenlange ervaring hebben met de integratie van kinderen uit oorlogsgebieden. Op zijn minst zouden Roemeense scholen ondersteund moeten worden met een beleid rond taal en trauma.’

Jacobsen krijgt signalen dat Oekraïense ouders bang zijn om hun kinderen naar Roemeense scholen te sturen. ‘Daarom zijn projecten zoals onze UA Educational Hub zo belangrijk. Alle betrokken actoren moeten goed luisteren naar de bekommernissen van de Oekraïense ouders zelf, en dat gebeurt onvoldoende.’

Anderzijds heeft de UA Educational Hub ook geen officiële accreditatie als Oekraïense school. Dat is niet mogelijk buiten Oekraïne. ‘Spijtig genoeg is er nog altijd geen akkoord tussen de ministeries van Onderwijs van Roemenië en Oekraïne’, zegt Istvan Safar daarover.

Huisvesting

Problemen met de huisvesting die in West-Europese landen al langer bestaan bij de integratie van vluchtelingen, duiken nu ook in Roemenië op.

Zo groeit bij Roemeense verhuurders het wantrouwen, dat Oekraïners de huur niet meer zullen kunnen betalen’, zegt Istvan Safar. ‘We zien nu al dat Oekraïners het moeilijker hebben om een huurwoning te vinden.’

‘Bij Roemeense verhuurders groeit het wantrouwen. We zien dat Oekraïners het moeilijker hebben om een huurwoning te vinden.’

Dat komt doordat de financiële steun voor Oekraïeners onzeker wordt, en doordat de Roemeense regering vorige maand besliste om het programma van financiële steun voor verhuurders stop te zetten.

Die konden genieten van een financiële tegemoetkoming van de overheid als ze hun huurhuis of appartement gratis verhuurden aan Oekraïense vluchtelingen.

Zo stelde de Roemeense Alex, een dokter uit Cluj, zijn appartement ter beschikking van de Oekraïense Yevgeniya Kalenchenko. Yevgeniya verzorgde de administratie voor een ziekenhuis in Kiev en was lange tijd leerkracht Hindi. Ze werd vluchtelinge in Cluj.

Alex vertelde vorig jaar aan MO*: ‘We waren in de bergen op vakantie toen de oorlog begon. Ik meldde in de Facebookgroep “United for Ukraine” dat ik een appartement in Cluj ter beschikking kon stellen. Ik heb de aanvraag voor steun bij de overheid ingediend. Ze geven een financiële compensatie aan mensen die Oekraïners helpen.’

© Xander StockmansOm Oekraïense kinderen een veilig gevoel te geven, plaatsten Roemeense vrijwilligers speelgoed op de zogenaamde Vriendschapsbrug over de rivier de Tisza tussen Oekraïne en Roemenië. © Xander Stockmans

De Roemeense regering vervangt de steun aan verhuurders nu door rechtstreekse steun aan Oekraïense vluchtelingen. Tot eind 2023 kunnen zij financiële steun krijgen voor huisvesting en voedsel, met een maandelijks forfaitair bedrag.

Daarna valt deze steun weg en kunnen ze zich, indien nodig, inschrijven als werkloze. Dan ontvangen zij een werkloosheidsuitkering en begeleiding richting werk onder dezelfde voorwaarden als Roemeense burgers.

Oekraïense vluchtelingen die onderdak zoeken en verhuurders in Roemenië kunnen zich wel registreren op de website Un Acoperiş (Roemeens vor ‘Een Dak’), waarna ze via dat platform gekoppeld worden.

De VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR biedt ook nog een beperkte financiële ondersteuning. Oekraïners in Cluj kunnen daarvoor terecht in de UNHCR-hub in het centrum van de stad. Maar de voorbije winter bedroeg die steun slechts 131 euro per persoon, voor de hele winter.