Ook België faalt in Europees spreidingsplan voor vluchtelingen

Nieuws

Ook België faalt in Europees spreidingsplan voor vluchtelingen

Ook België faalt in Europees spreidingsplan voor vluchtelingen
Ook België faalt in Europees spreidingsplan voor vluchtelingen

Anneleen Winten

14 juli 2016

Als u op dit moment omringd bent door tien mensen, dan hebben waarschijnlijk twee daarvan een andere nationaliteit dan de Belgische. De voorspelling van Myria (Federaal Migratiecentrum) is dat dit alleen maar meer zal worden in de toekomst. Het centrum heeft zijn jaarrapport klaar met enkele opmerkelijke cijfers.

April 2015 was een wake-up call voor Europa: 800 mensen stierven tijdens hun oversteek naar een beter leven. Een aantal voorstellen voor een betere aanpak van de migratiestroom maakten al snel deel uit van de Europese agenda. Een eerlijker spreiding van de migratiestroom was een van de Europese beloften.

In twee jaar tijd zou Europa 22.504 vluchtelingen hervestigen, dit wil zeggen dat zij van buiten de EU naar een EU-lidstaat worden overgebracht. Meer dan een jaar later hebben daarentegen nog maar 6321 personen een nieuwe plaats gekregen in Europa. Dat zegt het federaal migratiecentrum Myria in zijn nieuw jaarrapport.

Ons land beloofde 1100 personen te hervestigen, maar slaagde er in 2015 niet in om meer dan 300 vluchtelingen op te nemen.

Verdeling van de lasten

Een tweede voorstel was de relocatie van asielzoekers, waarbij deze worden overgebracht van de ene EU-lidstaat naar de andere. Dit voorstel kwam er vooral als gevolg van de enorme vluchtelingentoestroom in Italië en Griekenland. Een betere verdeling van 160.000 vluchtelingen, gespreid over twee jaar, was het einddoel.

De relocatiebesluiten staan nog lang niet op punt.

Dit aantal is echter verre van bereikt: in mei 2016 werden nog maar 1500 personen in totaal geplaatst via relocatie. België zou in totaal 3812 personen onder de hoede nemen, maar onze staat heeft tot nu toe slechts 44 personen een plaats aangeboden.

De kritiek van Myria laat dan ook niet op zich wachten. Ina Vandenberghe van Myria: ‘De relocatiebesluiten staan nog lang niet op punt. We horen van de staatssecretaris dat eerst het aantal asielzoekers moet dalen vooraleer er relocatie moet worden toegepast. Oké, maar dat is nu toch het geval? En toch wordt het relocatiecijfer keer op keer gedrukt.’

CC BY 2.0

Europa had beloofd duizenden vluchtelingen te hervestigen, maar hun einddoel is nog niet bereikt.

CC BY 2.0

Werkende Roemenen in België

Een ander opmerkelijk cijfer is de stijging van het aantal Roemenen in ons land. In 2014 kwamen 15.002 Roemeense immigranten naar België. Dankzij de Bulgaren en de Roemenen heeft België een grote groei gekend van zelfstandige vreemdelingen: voor de Roemenen bedraagt dit cijfer maar liefst 83 procent. Beide groepen werken voornamelijk in de industrie, volgens RSVZ-gegevens van 2014.

De Roemeense en Bulgaarse arbeiders waren in het verleden verantwoordelijk voor het grootste aantal Arbeidskaarten B. Met zo’n kaart kan de werknemer een jaar lang werken in België. Myria duidt erop dat de toekenning van arbeidskaarten blijft dalen. Dit is een gevolg van de afgeschafte overgangsmaatregelen: Bulgaren en Roemenen worden nu vrijgesteld van de verplichte arbeidskaart om in België te werken. Voordien golden voor hen vereenvoudigde procedures om een arbeidskaart te krijgen voor de knelpuntberoepen.

De detacheringen, waarbij een buitenlandse onderneming een contract krijgt in België en haar werknemers naar hier stuurt, zijn wel sterk gestegen met 355 procent in tien jaar. Nederland staat hierbij op de eerste plaats, maar ook Roemenië stuurt meer en meer gedetacheerde werknemers naar België: 3000 in 2008 naar 15.000 in 2015.

Familie boven alles

Gezinshereniging is maar in 27 procent van de gevallen voor partnermigratie.

In 2014 werden 52.486 verblijfstitels uitgereikt naar aanleiding van gezinshereniging. De meeste van die titels zijn gezinsmigranten binnen de EU. Wat de derdelanders - burgers van landen buiten de EU - betreft, stonden Turken en Marokkanen op kop, maar daar is een sterke inkrimping te zien van ongeveer 50 procent. Koen Dewulf, adjunct-directeur Myria: ‘Marokkanen en Turken werden vaak gekoppeld aan een integratieprobleem. Zij kregen dan ook veel strengere voorwaarden opgelegd. Velen hebben twee keer een gezinshereniging moeten aanvragen vooraleer dit effectief werd toegepast.’

Dewulf: ‘Opmerkelijk maar waar: gezinshereniging is maar in 27 procent van de gevallen goed voor partnermigratie. Het gaat vooral over kinderen die opnieuw bij hun ouders willen zijn. Dit bewijst dus het tegendeel van wat de meesten denken. ’

© Myria

Slechts 27 procent van de aanvragen voor gezinshereniging is voor partnermigratie, volgens de cijfers van Myria.

© Myria