Rootstoerisme is goed voor de integratie
Sara Frederix
25 juli 2006
Mensen zijn geen bomen, en toch is iedereen voortdurend op zoek naar zijn wortels. Die zoektocht leidt nogal eens naar een "land van herkomst". Rootstoerisme is big business geworden in Ierland, Schotland en Ghana. Is het rootstoerisme ook een groeiende trend voor onze Turkse, Marokkaanse, Joodse en Indiase gemeenschappen?
De VN berekende onlangs dat de wereld vandaag 191 miljoen internationale migranten telt. De gevolgen van al dat verhuizen zullen zich nog generaties laten voelen, onder andere in de reisindustrie. Duizenden Afrikaanse Amerikanen trekken bijvoorbeeld jaarlijks naar Ghana, op zoek naar de zwarte bladzijden uit de geschiedenis, naar eeuwenoude roots, naar het back home gevoel. In Ghana zijn hun dollars meer dan welkom. Ook Amerikanen met Ierse en Schotse voorouders boeken een ticket richting the old country. Voor Schotland is rootstoerisme een goed rinkelende kassa geworden, die de investeringen van de overheid en de toeristische industrie zonder meer verantwoordt. Toen Vietnam zich begin jaren negentig meer openstelde, was het ook de Vietnamese diaspora die de toeristische industrie in Vietnam op gang trok.
Koosjere hotels en Indiase armoede
In Vlaanderen hebben de toeristische industrie en de overheid het rootstoerisme nog niet omhelsd, maar interesse en kleine initiatieven zijn er genoeg bij de verschillende gemeenschappen in Vlaanderen.
Aron Malinsky, hoogleraar en centrale figuur in de joodse gemeenschap: ‘Veel joden maken minstens één keer in hun leven een rootsreis naar Israël, Oost-Europa, Marokko en zelfs Irak of China -afhankelijk van waar hun roots liggen. In Oost-Europa bestaat er zelfs een heus massatoerisme -met grote hotels en aangepast koosjer eten- in de buurt van graven van belangrijke rabbijnen. Er wordt ook een soort pelgrimstochten georganiseerd naar concentratiekampen, zeker op herinneringsdagen van de holocaust. Dat zijn meestal persoonlijke initiatieven van één of enkele gezinnen. Het zionistisch toerisme in Israël wordt wel professioneel georganiseerd. Joden van over heel de wereld komen naar Israël, op zoek naar historische wortels, geschiedenis, cultuur én vakantie. Het vakantieoord Eilat aan de Rode Zee biedt hetzelfde als de Costa Brava, minus de zorgen over koosjer eten. Het belang van familie en geschiedenis wordt ons met de paplepel meegegeven.’
Van Der Biest organiseert rootsreizen voor Belgisch-Indiase adoptiejongeren. ‘Naast het aanvaardingsproces van de adoptie zelf, is de belangrijkste doelstelling dat de jongeren het land écht leren kennen en hun sociale achtergrond beter begrijpen. Ze zien de mooie maar ook de minder fraaie kant van India. Ze zien met hun eigen ogen dat ze uit een oude, spirituele cultuur komen met rijkdom én armoede. Ze zien de omstandigheden die maakten dat hun moeder niet voor hen kon zorgen. Dat is een heel emotionele reis waarbij psychologische begeleiding belangrijk is. Maar toch komt negentig procent terug met overwegend positieve ervaringen. De Indiase toeristische industrie speelt hier absoluut niet op in. De overheid is er niet tuk op dat het oprukkend rootstoerisme ook de minder fraaie kant van het land toont. Mijn eigen kinderen doen nu mee aan een proefproject voor een speciaal paspoort voor Overseas Citizens of India waarmee je in India een bankrekening kan openen, eigendom kan kopen en de Indiase nationaliteit kan krijgen als je twee jaar in India woont.’
Mythisch Marokko
Turkije en Marokko verwelkomen hun miljoenen migranten met open armen. Marokko wil tegen 2010 tien miljoen toeristen aantrekken. De 2,5 miljoen Marokkanen in de diaspora -trouwe toeristen die voor een lange periode blijven- moeten daar een groot deel van uitmaken. Verwelkomingscampagnes met grote spandoeken en popsterren, grote parkings aan de grens om uit te rusten, snellere douanecontrole met minder smeergeld en zelfs een “dag van de migrant” moeten dat streefcijfer helpen bereiken.
Turkse reisbureaus in België en de Belgische toeristische industrie missen een mooie opportuniteit, vindt Hava Kaya, die in het kader van (haar licentiaatsthesis) het vakantiegedrag van Antwerpse Turken onder de loep nam. ‘Turken zijn erg nationalistisch en willen niet dat hun kinderen hun moederland, cultuur en taal vergeten. De jongeren die in België geboren zijn, hebben soms minder kennis over Turkije dan autochtone Vlaamse toeristen die in Turkije hebben rondgereisd. Vooral jongeren en hoger opgeleiden paren steeds meer strandtoerisme en in beperktere mate cultuuruitstapjes aan hun familiebezoeken. Ze kopen meer en meer pakketreizen, maar dat doen ze bijna nooit bij een reisbureau in België, eerder in Turkije zelf. Je ziet ook duidelijke verschillen tussen de provincies: de Limburgse en Brusselse Turken kopen bijvoorbeeld meer pakketreizen dan in Gent. Dat is afhankelijk van de graad van integratie en van de streek van herkomst. Veel van de Turkse migranten in Antwerpen komen bijvoorbeeld van het traditionelere Centraal-Anatolië.’
Volgens antropoloog Toon Houwen, die na zijn thesis over rootstoerisme bij Marokkaanse jongeren ook een doctoraat over dit onderwerp plant, zit dit toerisme duidelijk in de lift. ‘De zoektocht naar je identiteit is iets universeels en van alle generaties, maar het zijn toch vooral de jongeren die deze zoektocht combineren met toerisme. Ze willen kunnen zeggen: dit is waar ik vandaan kom, dit is mijn cultuur. Ze willen een soort essentie van “Marokkaans en moslim zijn” beleven. Ze willen zich identificeren met de ideeën en waarden die voor hen belangrijk zijn, maar die in Europa te weinig plaats krijgen.
Een van de geïnterviewde jongeren vergeleek Marokko met een moeder waar je af en toe langs kan gaan om je thuis te voelen en verzorgd te worden, ook al ga je daarna je terug naar je eigen plek. Ze willen zich onderdompelen in een cultuur om een aangevoelde emotionele en intellectuele leegte -een gevolg van desoriënterende ervaringen in de diaspora- op te vullen. Maar in Marokko ervaren ze ook dat ze verschillend zijn van de lokale Marokkanen. Het troostende en bemoedigende mythische beeld dat ze van hun thuisland hebben en waarmee zich in Europa identificeren, blijkt niet altijd te kloppen. Marokko blijkt niet altijd het land van idyllische nederigheid, gastvrijheid, hulpvaardigheid, hartelijkheid, moed, vindingrijkheid in een paradijselijk landschap.
De ervaringen onderweg leren hen kritischer denken over hun thuisland. Dat kan leiden tot een gebrek aan verbondenheid met de culturele traditie van hun ouders, maar ze verzoenen zich ook met het idee dat ze deel uitmaken van twee werelden waar ze allebei thuishoren. In België denken ze aan hun mythisch Marokko en in Marokko missen ze typische Europese waarden zoals privacy. Ze vertrekken op een rootsreis om zich meer Marokkaan te voelen en terug in België voelen ze zich meer Belg of Europeaan. Rootstoerisme heeft dus zeker een positief effect op integratie en diversiteit. Hoe meer divers onze samenleving, hoe groter de behoefte om op zoek te gaan naar je identiteit. Er wacht het rootstoerisme dus nog een mooie toekomst.’