Russisch gas verdeelt Hongarije
Zoltán Dujisin
08 augustus 2007
Hongarije, een van de Europese landen die relatief veel gas verbruiken, wil af van zijn grote afhankelijkheid van Russisch gas. Alternatieven lijken op korte termijn echter niet voorhanden.
De energieafhankelijkheid houdt de gemoederen in Hongarije de laatste maanden bezig. Rechtse politici waarschuwen dat de grote afhankelijkheid van Russisch gas een bedreiging voor de nationale veiligheid vormt, aangezien Moskou erom bekend staat energievoorziening te gebruiken als een pressiemiddel in de buitenlandse politiek.
Functionarissen van de socialistische regering zeggen erop te vertrouwen dat de gasprijzen op middellange termijn concurrerend blijven en verwerpen de beschuldiging dat ze gevaarlijk heulen met Rusland. Zij willen liever de relatie met Moskou goed houden, want dat zou de beste manier zijn om verzekerd te blijven van gasleveringen.
Het standpunt van de socialisten verschilt niet van dat van Duitsland, Frankrijk of Italië, maar in Hongarije ligt een dergelijke visie gevoelig. Daar liggen de Russische bezetting en het communistisch verleden nog vers in het geheugen. Een premier die nauwe banden met Rusland wil, kan gemakkelijk kritiek uitlokken, zegt Atilla Gyulai, analist van het Political Capital Institute. “Daar komt nog bij dat de partij van de premier is voortgekomen uit de Communistische Partij van Hongarije.”
De politieke en economische relaties tussen Rusland en Hongarije zijn beter dan ze ooit geweest zijn na de regimewisseling in 1989. Verklaringen van beide zijden en statistieken bevestigen dat. De Hongaarse export naar Rusland groeide tussen 2005 en 2006 met 70 procent.
Hongarije verbruikt vijftien miljard kubieke meter aardgas per jaar. Daarmee is gas goed voor 40 procent van de totale verbruikte energie in het land, een ongeveer even hoog percentage als in Nederland. Hongarije en Nederland horen daarmee tot de landen met het grootste percentage aardgas in hun energieverbruik.
Vijfentachtig procent van het gas dat Hongarije gebruikt, komt uit Rusland. Gasgebruik werd in de jaren negentig gesubsidieerd door de regering en de lage prijs maakte het land met tien miljoenen inwoners steeds afhankelijker. Momenteel gebruikt 90 procent van de Hongaarse huishoudens gas voor verwarming.
Volgens Judit Barta van het Economisch Onderzoeksinstituut (GKI) in Boedapest, zal het Hongarije minstens 25 jaar kosten om de afhankelijkheid van gas aanzienlijk te verminderen. Ook zij noemt de grote afhankelijkheid van één energiesoort “gevaarlijk”. Desondanks was het besluit van het communistische regime om in de jaren zeventig langzaam over te schakelen van kolen op gas, een wijs besluit, vindt ze.
Boedapest beraadt zich momenteel op mogelijkheden om meer pijpleidingen aan te leggen en gasopslagplaatsen te bouwen. Daarmee wil het land minder kwetsbaar worden en een betere onderhandelingspositie creëren ten opzichte van Gazprom, het Russische gasbedrijf. De huidige opslag is net groot genoeg voor een koude winter. Extra opslagruimte zou Hongarije minder kwetsbaar maken voor mogelijke storingen of interrupties in gasleveranties veroorzaakt door conflicten tussen Rusland en Oekraïne. De opslag zou zelfs export van ongebruikt gas mogelijk maken. Extra pijpleidingen zouden Hongarije meer flexibel maken op het vlak van import- en exportmogelijkheden. Boedapest bezint zich daarnaast op de mogelijkheid om met vloeibaar gas te werken, maar die techniek lijkt vooralsnog te duur.
Zoals ook op veel plaatsen elders in Europa, groeit in Hongarije opnieuw de belangstelling voor kernenergie. Het parlement staat achter langetermijnplannen om de enige kerncentrale in Hongarije, in Paks, uit te breiden. De elektriciteit die Paks levert, is de goedkoopste in het land en de publieke opinie is positief over nucleaire energie. De expansie zou echter tien tot twintig jaar duren.
De perspectieven voor andere, schonere energiebronnen zijn minder rooskleurig. De Europese Unie heeft zijn lidstaten gevraagd 20 procent van de totale energieproductie voor 2020 duurzaam te maken, maar de geografische ligging en het vlakke landschap van Hongarije maken windenergie en waterkrachtcentrales niet levensvatbaar. “Het doel zal maar ten dele gehaald worden. We kunnen ons geen investeringen in duurzame energie veroorloven, want de consument zou dan voor de kosten moeten opdraaien”, zegt Barta.