Samenwerking op regionale leest geschoeid
Nefer Muñoz
03 december 2002
Vertegenwoordigers van de Europese Unie en de
landen in Latijns-Amerika en de Cariben bespreken woensdag in Brussel hoe ze
een nieuw model voor sociale, politieke en economische samenwerking concreet
gestalte gaan geven. Het biregionale samenwerkingsmodel moet leiden tot
een meer doorzichtig en efficiënt gebruik van de 500 miljoen euro hulp die
elk jaar van Europa naar Latijns-Amerika vloeit.
Het nieuwe model wil de samenwerking stroomlijnen van regio tot regio en
voor de volgende drie jaar drie prioritaire domeinen identificeren. Het gaat
om culturele en wetenschappelijke programma’s, maatregelen die het goed
bestuur en de sociale cohesie moeten bevorderen, en plannen om door
investeringen de economie te stimuleren.
Iedereen legt nu zijn kaarten op tafel. Vroeger werd er bij de
internationale samenwerking heel wat geïmproviseerd, legt Bern Niehaus, de
ambassadeur van Costa Rica in Duitsland, uit. De bestaande bilaterale en
subregionale programma’s blijven echter gewoon doorlopen, het nieuwe systeem
is vooral aanvullend bedoeld.
De biregionale samenwerking is het Europese antwoord op de tactiek van
Washington om heel het Amerikaanse continent te verenigen in een
vrijhandelszone. Volgens de Costaricaanse EU-ambassadeur Maria Salvadora
Ortiz wil Europa een herhaling van het scenario in Afrika vermijden, waar
heel wat geld werd geïnvesteerd zonder veel resultaten op het vlak van
ontwikkeling. De nieuwe filosofie van biregionale samenwerking gaat gepaard
met financiële controle en heeft armoedebestrijding als ultiem doel, zegt
Ortiz.
In Latijns-Amerika en de Cariben leven momenteel 214 miljoen mensen, 43
procent van de bevolking, in armoede, zo blijkt uit een rapport van de
Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Cariben dat vorige maand
verscheen. Het aantal armen zal volgend jaar nog met 44 procent stijgen, zo
voorspelt de studie.