Met "Safer Cities" wil Plan International steden veiliger maken voor jonge meisjes
Seksuele intimidatie is nog lang de wereld niet uit
Davy Van Oyen
21 juni 2021
Meer dan 30% van de jonge meisjes in de Vietnamese hoofdstad Hanoi werd al eens het slachtoffer van seksuele intimidatie in de publieke ruimte. En ook bij ons, zoals in Antwerpen, Brussel of Charleroi, voelen meisjes zich vaak onveilig. ‘Mensen denken nog vaak dat dingen roepen naar meisjes of hen aanraken niets ernstigs is.’
© Plan International
91% van de jonge vrouwen kreeg al eens te maken met seksuele intimidatie op straat en in de publieke ruimte. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Plan International na een rondvraag bij jongeren uit Brussel, Antwerpen en Charleroi. De problematiek is universeel, net als de campagnes die ertegen worden gevoerd. ‘Mensen denken hier nog vaak dat dingen roepen naar meisjes of hen aanraken niets ernstigs is', vertelt een campagnevoerster in Hanoi, Vietnam.
Hoe groot het probleem van seksuele intimidatie is? Dat is moeilijk te zeggen, want slechts een fractie van de slachtoffers dient ook effectief klacht in. Wereldwijd spreekt men daarom over het ‘donkere cijfer’. Volgens Plan International zou ook in België slecht 5% van de slachtoffers klacht indienen.
Om de problematiek in ons land in kaart te brengen interviewde Plan International in september 2019 bijna 700 jongeren tussen 15 en 24 jaar over hun ervaringen. Het ging om 341 jongens en 359 meisjes uit Antwerpen, Brussel en Charleroi. 91% van de meisjes gaf aan dat ze al eens te maken kregen met seksuele intimidatie, tegenover 28% van de geïnterviewde jongens.
4 op de 5 meisjes gaf aan dat ze al werden nagefloten, aangestaard of seksistische opmerkingen over hun uiterlijk te horen kregen. 3 op de 5 gaf aan dat ze al eens te maken kregen met overdreven flirterig gedrag, en een derde werd slachtoffer van ongewenste aanrakingen.
Internalisering
Plan International richtte daarop een internationaal platform op, Safer Cities for Girls, waar meisjes uit België en Spanje getuigden over hun ervaringen in verschillende steden. De gegevens van het platform werden gebundeld en geanalyseerd door de Open Universiteit van Catalonië.
25% van de meisjes stelt dat seksuele intimidatie zo vaak voorkomt dat ze het niet meer merken.
Uit de analyse bleek dat slachtoffers seksuele intimidatie sterk internaliseren. De helft van de meisjes die getuigden op het platform liet ook weten dat seksuele intimidatie een fundamentele invloed heeft op hun bewegingsvrijheid. Velen gaven aan dat ze bepaalde plekken vermijden of er niet alleen durven komen. En 25% van de meisjes stelt dat seksuele intimidatie zo vaak voorkomt dat ze het niet meer merken.
‘Het dagelijks leven van meisjes wordt beïnvloed', stelt Plan International vast. 'Ze kiezen er bewust voor om zich op een andere manier te kleden wanneer ze uitgaan, een andere wandelroute te nemen en hun interactie met de omgeving aan te passen.'
Een andere opvallende vaststelling is dat slachtoffers van seksuele intimidatie zelden of nooit hulp krijgen van omstaanders. ‘97% van slachtoffers in Antwerpen en 91% in Charleroi gaf aan niet geholpen te worden door omstaanders’, klinkt het.
In Brussel liet 30% van de slachtoffers weten dat omstaanders wél ingrepen. Dat is volgens Plan International het bewijs dat bewustwordingscampagnes werken. ‘De afgelopen jaren liepen in Brussel diverse campagnes over het omstaanderseffect.' Die term duidt op het effect dat omstaanders bij seksuele intimidatie niet ingrijpen omdat anderen dat ook niet doen. 'Die campagnes in Brussel kunnen het verschil in de cijfers verklaren.’
Globale solidariteit tegen intimidatie en geweld
In een opiniestuk voor Project Syndicate maakte Mariz Tadros zich sterk dat de strijd tegen seksuele intimidatie een globale strijd is. Ze is co-redactrice van Collective Action for Accountability on Sexual Harassment: Global Perspectives.
‘Je hoort vaak dat die dingen gebeuren omdat meisje te korte jurkjes dragen of omdat ze ’s avonds alleen over straat wandelen.’
‘Het is belangrijk om diverse bewegingen en campagnes voor vrouwenrechten overal ter wereld te erkennen als bronnen van kennis en inspiratie', schrijft ze. 'Leren over wereldwijde successen van vrouwenrechtenactivisten kan ons helpen om de obstakels die vrouwen en mannen ondervinden in de strijd tegen seksuele intimidatie te kennen en te overwinnen’.
‘Seksuele intimidatie en geweld zijn universele problemen. Alleen door globale solidariteit kunnen we hopen om ze te overwinnen’, besluit Tadros.
Dat seksuele intimidatie een globale problematiek is, weet ook Plan International. In 2018 bracht de organisatie het rapport Unsafe in The City uit. In dat onderzoek werden duizenden meisjes en jonge vrouwen geïnterviewd in vijf grootsteden over de hele wereld: Delhi (India), Kampala (Oeganda), Lima (Peru), Madrid (Spanje) en Sydney (Australië).
Een aantal opvallende tendensen vielen daarbij op. Zo zijn volgens het onderzoek in alle vijf de steden ongewenste aanrakingen en catcalling (bv. nafluiten, naroepen, aanstaren op straat, red.) 'zo gebruikelijk dat meisjes ze als “gewoon, normaal”, beginnen te zien’.
Met Safer Cities wil Plan International seksuele intimidatie helpen bestrijden. Het project werd ondertussen al in 16 steden wereldwijd opgezet. De organisatie werkt er nauw samen met lokale jongerengroepen, die zelf informatie doorspelen aan lokale autoriteiten.
Seksuele intimidatie in Vietnam
Een van de eerste steden waar Plan International een Safe Cities-project opstartte, in 2014, was de Vietnamese hoofdstad Hanoi.
Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen vrouwen is ook in Vietnam een groot probleem. Uit een onderzoek van de Vietnamese overheid en de Verenigde Naties bleek dat 63% van de Vietnamese vrouwen er al mee geconfronteerd werd. Plan International wil helpen om een veilige en inclusieve omgeving te creëren voor meisjes en jonge vrouwen.
‘Mensen denken hier nog vaak dat dingen roepen naar meisjes of ze aanraken niet zo serieus is. Ze zien het als een grapje, iets wat niet van belang is.’
Thu Dao Thi Bao, de projectcoördinator van Plan International Vietnam, vond dat Vietnamezen dringend nood aan hadden aan meer juiste informatie over seksuele intimidatie. ‘Mensen denken hier nog vaak dat dingen roepen naar meisjes of hen aanraken niet zo serieus is. Ze zien het als een grapje, iets wat niet van belang is', vertelt ze aan de telefoon vanuit Vietnam.
Volgens Dao Thi Bao is het probleem diepgeworteld in de Vietnamese cultuur. ‘In Vietnam hebben we een bekende uitspraak: “Bloemen zijn er om te plukken en meisjes om te plagen.”’
Aangezien seksuele intimidatie vaak niet gezien wordt als een probleem grijpen de meeste omstaanders niet in. ‘Mensen die getuige zijn van seksuele intimidatie grijpen niet in omdat ze vinden dat het niet hun zaak is of omdat ze bang zijn voor de reactie. Maar vaak vinden ze het gewoon niet ernstig genoeg.’
Ook wordt de verantwoordelijkheid voor seksuele intimidatie bijna altijd bij de slachtoffers en hun familie gelegd. ‘Je hoort vaak dat die dingen gebeuren omdat meisje te korte jurkjes dragen of omdat ze ’s avonds alleen over straat wandelen.’
‘Daarnaast vond de Vietnamese overheid lang dat het de verantwoordelijkheid van de ouders is om hun dochters te beschermen’, gaat Dao Thi Bao verder.
© Plan International
Bewustwording
Bewustmaking van de problematiek is voor Plan International een belangrijk aandachtspunt, en het ziet jongeren daarbij als een deel van de oplossing. ‘We werken hier met Champions of Change’, vertelt Dao Thi Bao. ‘Dat is een club waar we jongeren informeren over gendergerelateerd geweld en gendergelijkheid.’
De bedoeling is ook om meisjes mondiger te helpen maken. ‘We leren hen om zelfvertrouwen te hebben. We leren hen sociale vaardigheden aan, zodat ze voor zichzelf kunnen opkomen.’
‘Sociale normen veranderen is heel moeilijk’, stelt Dao Thi Bao. ‘We werken samen met jongeren zodat zij de problemen zelf kunnen signaleren. Met die kennis kunnen ze voor zichzelf en anderen opkomen. Ze kunnen op hun beurt die informatie doorgeven aan vrienden en familie.’
Plan wil ook de publieke ruimte en het openbaar vervoer in Hanoi mee veiliger maken voor jonge meisjes. Uit een enquête van de organisatie uit 2015 bleek namelijk dat meer dan 30% van de jonge meisjes in Hanoi al eens het slachtoffer werd van seksuele intimidatie in de publieke ruimte. Vooral op het openbaar vervoer bleek het probleem groot te zijn.
‘Medewerkers van de lokale busmaatschappij kunnen helpen om het openbaar vervoer veiliger te maken voor jonge meisjes.’
Plan International begon daarom vijf jaar geleden medewerkers van het openbaar vervoer op te leiden, om hen te helpen problemen beter te signaleren en in te grijpen indien nodig. ‘Meer dan 1800 medewerkers van de lokale busmaatschappij werden opgeleid. Zij kunnen helpen om het openbaar vervoer veiliger te maken voor jonge meisjes.’
Mentaliteitsverandering
Dao Thi Bao is ervan overtuigd dat de verschillende projecten een mentaliteitswijziging teweegbrengen in Hanoi. ‘Toen we vijf jaar geleden bij de busmaatschappij aanklopten om te spreken over opleidingen, werden we weggestuurd. Volgens hen was er helemaal geen probleem in Hanoi.’
‘Vietnam had een lange tijd een hele andere kijk op de rol van vrouwen in de samenleving’, gaat ze verder. Het thema is gevoelig, maar herhaalde inspanningen lijken ervoor te zorgen dat het bewustzijn over de problematiek meer en meer doorsijpelt. ‘Mensen zijn zich er nu veel meer bewust van, door intensieve communicatie, van ons en van andere ngo’s, en met behulp van sociale media. Het probleem wordt nu eindelijk openbaar besproken op televisie en andere massamedia.’
Ondertussen erkent de Vietnamese overheid zelf ook het probleem. ‘Als vrouwen vijf jaar geleden seksuele intimidatie wilden rapporteren aan de politie, zou die daar waarschijnlijk niets aan gedaan hebben’, klinkt het. Sinds kort is er ook een wettelijk kader waar slachtoffers van seksuele intimidatie zich op kunnen beroepen.