Sri Lankaanse vluchtelingen zitten al maanden vast in kampen

Nieuws

Sri Lankaanse vluchtelingen zitten al maanden vast in kampen

Feizal Samath

13 september 2009

De Sri Lankaanse regering, die ervan beschuldigd wordt vluchtelingen die ontheemd raakten door het geweld tussen militairen en Tamilrebellen tegen hun wil vast te houden, is van plan de burgers binnen een maand te laten gaan.

Dat zeggen medewerkers van hulpverleningsorganisaties. “Ons is verteld dat een groot aantal Tamilburgers wordt vrijgelaten en kan terugkeren naar huis voor 15 oktober, als het moessonseizoen begint”, zegt Jeevan Thiagarajah, directeur van Consortium of Humanitarian Agencies (CHA), een overkoepelend orgaan van humanitaire organisaties die in opvangkampen werken.
In die opvangkampen in de noordelijke stad Vavuinya kwamen meer dan 250.000 mensen terecht als gevolg van de gevechten tussen overheidstroepen en Tamilrebellen eerder dit jaar.
In mei brak het leger door de verdediging van de rebellen en doodde Tamilleider Velupillai Prabhakaran, waarmee een einde kwam aan een conflict dat langer dan twintig jaar duurde. De rebellen vochten in die periode voor een onafhankelijke Tamilstaat voor de Tamils, die 14 procent van de bevolking uitmaken.
Ongeveer 4,6 procent (500.000) Tamils van Indiase afkomst, die tijdens het Britse koloniale bewind naar rubber- en theeplantages werden gebracht - waar ze nu nog leven - steunen het separatisme niet en houden liever hun eigen identiteit.

Mijnen

De regering heeft herhaaldelijk beschuldigingen van mensenrechtengroepen ontkend dat vluchtelingen al langer dan vier maanden gedwongen in de kampen verblijven. Zij stelt dat eerst de mijnen die door de rebellen gelegd zijn, verwijderd moeten worden. Ook zouden er nog herstelwerkzaamheden aan de huizen gaande zijn. Volgens de overheid zitten er in de kampen ook nog honderden rebellen die er uitgefilterd moeten worden voordat de vluchtelingen terug naar huis kunnen.
Afgelopen week kondigde het ministerie van Herhuisvesting en Noodhulp aan dat vluchtelingen die kunnen aantonen dat ze bij familie terechtkunnen, mogen vertrekken. Eerder al mochten vluchtelingen ouder dan zestig jaar, een paar honderd, hun intrek nemen bij familie.
Volgens hulpverleners zijn de faciliteiten in de kampen slecht, vooral de sanitaire voorzieningen. Journalisten worden niet toegelaten in de kampen. Een hulpverleenster vertelt dat ze geëmotioneerd terugkwam na een bezoek aan een kamp. “We brachten kleding en melkpoeder. De vrouwen en kinderen bleven maar vragen of we de regering wilden vragen hen vrij te laten”, zegt ze. “Toen we vertelden dat de mijnen eerst opgeruimd moesten worden, zeiden ze dat ze overal heen wilden, als ze maar niet hier hoefden te blijven.”
Gebrek aan privacy bij de gebrekkige sanitaire voorzieningen is een van de problemen. “Omdat de watervoorziening problematisch is, kunnen vrouwen zich maar eens in de vier dagen wassen. Vooral tijdens de maandelijkse ongesteldheid is dat een probleem.”

Onwettig

Afgelopen woensdag beschuldigde de Sri Lankaanse oppositieleider Ranil Wickremasinghe de regering van het schenden van de mensenrechten, door de vluchtelingen tegen hun wil vast te houden. Volgens Wickremasinghe, leider van de Verenigde Nationale Partij, handelt de overheid in strijd met de wet. “We kunnen het argument dat de regering in het belang van de vluchtelingen handelt, niet accepteren.”
Rajavarothiam Sampanthan, leider van de Nationale Tamilalliantie in het parlement, stelde dat de overheid onvoldoende middelen heeft om de vluchtelingen naar huis te laten keren. Vier maanden na het einde van het conflict, is nog maar 8,5 procent van de vluchtelingen opnieuw gehuisvest.