"Staatloosheid vergeten mensenrechtenprobleem"
Amanda Wilson
26 oktober 2011
Wereldwijd zijn zo'n 12 miljoen mensen staatloos. "Een van de meest vergeten problemen op de internationale mensenrechtenagenda", zegt Antonio Guterres, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de Verenigde Naties. Staatlozen hebben geen recht op juridische bijstand, identiteitsdocumenten of onderwijs.
Guterres sprak gisteren (dinsdag) tijdens een conferentie in Washington over staatloosheid en discriminatie, georganiseerd door Refugees International (RI) en het Amerikaanse Institute of Peace (USIP).
Toen Mona Kareem, lid van de Bidoengemeenschap in Koeweit elf jaar oud was, vroeg een buurvrouw waar ze vandaan kwam. Toen Kareem antwoordde dat ze “Bidoen” was, werd ze uitgelachen. “Het land Bidoen bestaat niet”, zei de buurvrouw.
Op dat moment realiseerde ze zich, zegt Kareem, dat Bidoen en Koeweiti zijn niet hetzelfde is. Ongeveer 100.000 Bidoen - wat ‘zonder’ betekent in het Arabisch - leven in Koeweit en andere landen. Hoewel ze cultureel en linguïstisch niet verschillen van Koeweiti’s, worden ze als illegale bewoners behandeld.
Door hun staatloosheid hebben ze geen recht op bijvoorbeeld een rijbewijs en geboorte-, overlijdens-, huwelijks- of scheidingscertificaten.
Genderdiscriminatie
Het probleem van staatloosheid wordt vaak verergerd door vrouwendiscriminatie. Koeweitse vrouwen kunnen volgens RI het burgerschap niet overdragen op hun kinderen, tenzij ze weduwe zijn of gescheiden. Op deze manier erven veel kinderen van Bidoen-vaders de staatloosheid van hun vader.
Dertig landen hebben wetten die het onmogelijk maken voor moeders om hun nationaliteit over te dragen op de kinderen als ze getrouwd zijn met een staatloze man of een man met een andere nationaliteit.
Door deze wetten wordt staatloosheid actief gecreëerd, zegt Guterres. Hij wil dat de dertig landen hun wetgeving aanpassen, zodat moeders op dezelfde manier als vaders hun nationaliteit kunnen doorgeven.
Zuid-Soedan
Michel Gabuadan, voorzitter van RI, benadrukte dat staatloosheid een wereldwijd probleem is. Het speelt ook bij de Roma in Europa en Zuid-Soedanezen die momenteel in Khartoem wonen, kampen ermee. Zuid-Soedanezen in Khartoem lopen het risico staatloos te worden als de overheid geen nieuwe wetgeving aanneemt, zei Gabaudan.
Mona Kareem, een activiste die twittert onder de naam @monakareem, werd in 1987 in Koeweit geboren. Ze begon met het publiceren van poëzie op haar veertiende. Hoewel ze Bidoen is en normaal gesproken niet toegelaten had kunnen worden, kreeg ze uiteindelijk een beurs voor een particuliere universiteit in Koeweit. Momenteel studeert ze vergelijkende literatuurwetenschap aan de Staatsuniversiteit van New York, Binghamton. Ze schrijft voor Global Voices , GV Advocacy , Jadaliyya.com en Migrant-rights.org.
Kareem wees er tijdens de conferentie op dat veel van haar leeftijdgenoten een ander lot beschoren is. Veel jonge vrouwen zoals zij proberen met een Koeweiti te trouwen, om te voorkomen dat hun kinderen staatloos worden. Of ze trouwen helemaal niet.
Bidoen-jongeren, die weinig kans op werk hebben en niet naar de universiteit kunnen, breken hun school vaak af en lijden vaak aan depressies, zegt Kareem. “Ze hebben geen hoop. Dat woord gebruiken ze zelfs niet.”
Tunesië
Volgens Guterres is er wel reden tot hoop. Tien landen hebben recentelijk hun grondwet aangepast of voorbereidingen daartoe getroffen. Op die manier willen ze genderdiscriminatie verminderen. Tunesië is een van die landen.
Na het vertrek van de voormalige president Zine El Abidine Ben Ali in januari van dit jaar, besloot de interim-regering de Conventie voor de Eliminatie van Alle Vormen van Vrouwendiscriminatie (Cedaw) beter te gaan volgen. Tunesische vrouwen krijgen daarmee gelijke rechten als het gaat om familiekwesties zoals huwelijk, scheiding en voogdij.
De Unhcr is momenteel in bespreking met Zuid-Soedan, Nepal en Vietnam, waar gewerkt wordt aan een nieuwe grondwet.