Staatsveiligheid: ‘Jonge Belgische Syriëstrijders steeds moeilijker te volgen’
‘Minstens 250 Belgen verblijven momenteel in Syrië en Irak, hoogstwaarschijnlijk in jihadistische kringen. Zeker 125 personen zijn teruggekeerd en 75 zijn gesneuveld op het terrein.’ Dat maakte de Staatsveiligheid bekend op een studiedag van het Belgian Intelligence Studies Centre (BISC). ‘We hebben vastgesteld dat de Belgen in Syrië en Irak mee ter plekke gaan waar er gevochten wordt’, zegt een analist van de Staatsveiligheid. ‘Niet zelden duiken ze op aan de frontlinie.’
In de gebouwen van de Staatsveiligheid in Brussel werd op 10 november een verjaardagsfeestje gevierd: de Staatsveiligheid bestaat 185 jaar, de militaire inlichtingendienst ADIV 100 jaar, de Koninklijke Unie van de Inlichtingen en Actie Diensten blaast 70 kaarsjes uit en ook het BISC bestaat welgeteld vijf jaar.
Op het programma van het academische jubileumcolloquium stond onder meer een terugblik op het ontstaan van de militaire inlichtingendienst en een panelgesprek met enkele Inlichtingen en Actie Agenten van de Tweede Wereldoorlog.
Ook actuele thema’s kwamen aan bod op de studiedag, zoals de problematiek van Syriëstrijders. Twee analisten van de Staatsveiligheid –ze stelden zichzelf voor als “Jansen en Janssen”– gaven een toelichting bij de actuele stand van zaken.
De wil om te doden
‘De onderzoeker James Forrrest, auteur van Teaching Terror, beschrijft het terrorisme als een lerend fenomeen, dat zich voortdurend aanpast’, zegt “analist Jansen” van de Staatsveiligheid. ‘Een terreuraanslag is volgens Forrest het evenwicht tussen een skill to kill –de capaciteit– en de will to kill –de motivatie. Als we dat model toepassen op België, stellen we vast dat de omgeving tot voor kort relatief kalm was.’
‘Bepaalde straten en wijken zijn bij wijze van spreken ontvolkt ten gevolge van het vertrek van Syriëstrijders.’
De man geeft enkele voorbeelden: bij de protesten voor het politiebureau in Molenbeek in mei 2012, de brandstichting in een sjiitische moskee in maart 2012, de vonst van een enorm wapenarsenaal bij Akim B. of de ontmanteling van een netwerk dat strijders naar Afghanistan stuurde, bleken de skill to kill of de will to kill geen hoogtepunt te hebben bereikt.
‘Maar alles is veranderd met één woord. Syrië. De cruciale vaststelling daarbij gaat vooral over volume, omvang. De foreign fighters confronteren de westerse wereld met een fenomeen van ongeziene omvang.’
Vervolgens geeft de analist de meest recente cijfers in verband Belgische Syriëstrijders. ‘Minstens 250 Belgen verblijven momenteel in Syrië en Irak, hoogstwaarschijnlijk in jihadistische kringen. Zeker 125 personen zijn teruggekeerd en 75 zijn gesneuveld op het terrein. Dat zijn de cijfers die bevestigd zijn. Vaststelling is dat dit een serieus verschil met vroeger is, toen we spraken over een vijftiental Belgen die gingen strijden in Afghanistan of Pakistan.’
Vliegtuig naar Turkije
De eerste Belgen vertrokken al in 2012 naar Syrië. ‘Vervolgens was het effect van Sharia4Belgium niet te onderschatten’, zegt de analist. ‘Binnen de moslimgemeenschap creëerden zij het klimaat “Iedereen is tegen ons”. Een andere opvallende catalisatiefactor was dat sommige overtuigden anderen meesleepten. Bepaalde straten en wijken zijn bij wijze van spreken ontvolkt ten gevolge van het vertrek van Syriëstrijders. Nog een ander element dat zeker meespeelt in het hoge aantal, is het gemak waarmee de personen Syrië kunnen bereiken. Ze nemen het vliegtuig naar Turkije en steken daar de grens over.’
Zowat zeventig procent van de Belgen ter plekke is volgens de Staatsveiligheid actief bij de Islamitische Staat. ‘We hebben vastgesteld dat de Belgen in Syrië en Irak mee ter plekke gaan waar er gevochten wordt. Niet zelden duiken ze op aan de frontlinie.
Heel wat Belgen zijn aangesloten bij de Kattibat Al Battar-sectie van IS, Arabisch voor het bataljon Al Battar.’
Tegenmaatregelen
De Staatsveiligheid –die recent haar interne werking prioritair heeft gefocust op de opvolging van Syriëstrijders– maakt zich ernstig zorgen over de terugkeerders. ‘Het verblijf in Syrië en Irak –en de extreme situatie ter plekke– doet wel iets met een mens. Sommige strijders zijn misschien met welwillende bedoelingen naar daar getrokken –om een dictator te bestrijden– maar radicaliseren uiteindelijk eens ze daar zijn. Luchtbombardementen kunnen daarin een rol spelen. Nog anderen keren uiteindelijk getraumatiseerd naar België terug, maar ook zij kunnen uiteindelijk toch betrokken raken in een terroristische aanslag.’
Een opvallend element in de terroristische doctrine van Syriëstrijders is volgens de Staatsveiligheid het groot gebruik van automatische wapens in vergelijking met explosieven en bommen.
En dan verwijst “analist Jansen” opnieuw naar de methodologie van onderzoeker James Forrrest. ‘De skill to kill hebben de Belgische Syriëstrijders ter plekke geleerd: een bom fabriceren, omgaan met oorlogswapens, kennis opdoen aan het front, ervaringen uitwisselen… Als die personen vervolgens terugkeren, zit je als maatschappij echt wel met een probleem. Bovendien hebben ze een vorming ondergaan in operationele awareness: ze weten dat ze in België moeten opletten of ze eventueel gevolgd worden, en nemen vervolgens tegenmaatregelen. De jonge generatie Syriëstrijders neemt duidelijk tegenmaatregelen en is steeds moeilijker te volgen.’
Een opvallend element in de terroristische doctrine van Syriëstrijders in vergelijking met het verleden is volgens de twee analisten van de Staatsveiligheid het groot gebruik van automatische wapens in vergelijking met explosieven en bommen. ‘Een tweede element is dat de doctrine meer individueel is: “Sla toe waar je kan”. Het initiatief wordt dus veel ruimer verspreid. Een derde vaststelling is dat veiligheidsdiensten een doelwit zijn geworden. Dat viel ons al een tijdje op, en werd nog eens duidelijk met de operatie in Verviers.’