Stabiel Ghana wil handel, geen hulp

Nieuws

Stabiel Ghana wil handel, geen hulp

Stabiel Ghana wil handel, geen hulp
Stabiel Ghana wil handel, geen hulp

IPS

09 maart 2017

Ghana is deze week zestig jaar onafhankelijk van Groot-Brittannië. Het land staat bekend als een baken van democratie en stabiliteit, maar kampt met een historisch lage economische groei.

Ghana, dat sinds 6 maart 1957 onafhankelijk is, trok ruim 4 miljoen euro uit voor de festiviteiten deze week, een bedrag dat volgens critici beter besteed had kunnen worden aan projecten die economisch iets opleveren.

De informele sector aanpakken gaat moeizaam, waardoor de overheid belastinginkomsten misloopt.

De huidige economische groei bedraagt slechts 3,6 procent, de laagste groei in twintig jaar tijd.

De belastingdruk is 18 procent van het bruto binnenlands product (bbp), een van de laagste percentages in middeninkomenlanden. Op zijn zestigste verjaardag heeft Ghana met tal van problemen te kampen.

Zo is de stroomvoorziening bijvoorbeeld niet stabiel, waardoor bedrijven moeite hebben te overleven. De informele sector aanpakken gaat moeizaam, waardoor de overheid belastinginkomsten misloopt. En er zijn nog steeds schoolkinderen les krijgen onder een boom.

Belastingen afgeschaft

Gezien de economische situatie, vonden sommige critici het niet passend om 4 miljoen euro te besteden aan festiviteiten rond het zestigjarig bestaan van het land. Tien jaar geleden werd echter zo’n 60 miljoen euro besteed aan de viering van het vijftigjarig bestaan.

President Nana Akufo-Addo liet critici weten dat het geld dit jaar niet door de belastingbetaler zou worden opgebracht, maar door het bedrijfsleven. De organiserende commissieleden zouden bovendien hun werk op vrijwillige basis doen.

De regering heeft negen belastingen afgeschaft, inclusief een importheffing op reserveonderdelen en accijns op benzine.

Zulke opmerkingen leidden tot enig scepticisme, aangezien er tien jaar geleden beschuldigingen waren van corruptie en misbruik van geld.

Patrick Stephenson, hoofd van het Centrum voor Economisch Bestuur en Politieke Zaken bij de denktank Imani-Ghana, wil dat de overheid de namen van de bedrijven bekend maakt die hebben bijgedragen.

‘Alleen zo kunnen we controleren of er geen bedrijven zijn die op oneerlijke wijze opdrachten gekregen hebben, vanwege hun betrokkenheid bij de gebeurtenissen.’

De onafhankelijkheidsviering kwam met een vrije dag, maar niet iedereen kon zich die veroorloven. In de informele sector ging het leven voor handelaren gewoon door. De handelaren zien echter wel redenen om iets te vieren.

De regering heeft negen belastingen afgeschaft, inclusief een importheffing op reserveonderdelen en accijns op benzine. Deze belastingen zouden volgens de regering weinig opbrengen en tegelijkertijd een aanzienlijke last vormen voor de private sector en de Ghanese burger.

Handel, geen hulp

‘Bedrijven hebben echt iets aan deze maatregelen’, zegt Francis Agyei, een 32-jarige verkoper van tweedehands kleding in Accra. Hij verwacht ook veel van de plannen die de regering in januari bekendmaakte, om in elk district één fabriek te openen en zo industriële activiteiten meer te verspreiden over het land.

Het grootste deel van het geld dat geleend wordt in het land, zegt hij, wordt gebruikt voor consumptie en niet voor investeringen.

‘Als dat doorgaat, kunnen sommigen van ons weer naar huis. In Accra gaat een groot deel van je inkomen op aan huur.’

Owusu Adu Sarkodie, docent economie aan de Universiteit van Ghana, zegt dat de hoop van Francis alleen uitkomt als er dingen veranderen in het economische beleid in het land.

Er moeten meer mensen belasting gaan betalen, en het land moet afleren geld te lenen. ‘We kunnen niet eeuwig blijven lenen. En als we toch moeten lenen, dan moeten we dat geld verantwoord besteden.’

Het grootste deel van het geld dat geleend wordt in het land, zegt hij, wordt gebruikt voor consumptie en niet voor investeringen.

President Nana Akufo-Addo, die in januari werd ingezworen, stelt te willen inzetten op duurzame groei en corruptiebestrijding. Hij zegt een land te willen ‘dat zich richt op handel, niet hulp’, en een land met een ‘sterke private sector.’