Tegen 2050 tot 10 procent minder vis in de oceanen

Nieuws

Visserij slachtoffer van klimaatverandering als uitstoot broeikasgassen niet daalt

Tegen 2050 tot 10 procent minder vis in de oceanen

Tegen het midden van deze eeuw zullen vissers gemiddeld 10 procent minder vis vangen. De hoge uitstoot van broeikasgassen is de boosdoener, zeggen de Verenigde Naties in een nieuw rapport. Tegen het einde van de eeuw loopt dat voor meer dan veertig landen al op tot 30 procent.

Ook de visvangst heeft te maken met de gevolgen van de klimaatverandering en dat uit zich in een afname van de zogeheten “visbiomassa”, het totale gewicht van vissen per hectare in een bepaald gebied.

Uitdaging

Vooral voor landen en volken die sterk afhankelijk zijn van vis- en schaaldieren wordt dat een uitdaging, zegt het rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), dat de evolutie van de visserijsector tot in 2100 bekijkt.

Daaruit blijkt een afname van de exploiteerbare visbiomassa van meer dan 10 procent, vooral in het scenario met hoge emissies, tegen 2050.

In hetzelfde scenario, dat een opwarming van de aarde van 3 tot 4 graden Celsius voorspelt, zal dat in 2100 oplopen tot een achteruitgang tot 30 procent of meer in 48 landen en regio’s.

Slagen we er alsnog in om de uitstoot van broeikasgassen te beperken en de opwarming lager dan 1,5 tot 2 graden Celsius te houden, stabiliseert het systeem zich en zal er geen tot hooguit 10 procent minder vangst zijn in 178 landen en gebieden ter wereld.

Stabiliseren

Uit de modellen kwamen enkele opmerkelijke vaststellingen naar voren voor specifiek regio’s waar de visserij sterk aanwezig is. In een scenario met hoge uitstoot zal de visvangst in de exclusieve economische zones van Peru dalen met 37,3 procent en 30,9 procent voor China. In een scenario met lage emissies zou het visbestand voor beide landen stabiliseren.

‘Lagere emissies zorgen voor een aanzienlijke vermindering van het verlies van visbiomassa aan het einde van de eeuw voor bijna alle landen en gebieden in vergelijking met het scenario met hoge uitstoot.’

Het rapport is van de hand van het Ecosystem Model Intercomparison Project (FishMIP), een internationaal netwerk van onderzoekers dat samenwerkt met de FAO om de langetermijnimpact van de klimaatverandering te begrijpen op zeeën en oceanen en de dieren en planten die erin voorkomen.

Eilandstaten

‘Lagere emissies zorgen voor een aanzienlijke vermindering van het verlies van visbiomassa aan het einde van de eeuw voor bijna alle landen en gebieden in vergelijking met het scenario met hoge uitstoot. Dit benadrukt de voordelen van maatregelen tegen de klimaatverandering voor de visserij en de sector van aquatische voeding’, zegt Manuel Barange, directeur Visserij en Aquacultuur bij de FAO.

De vergelijking van de te verwachten verliezen in beide scenario's tegen 2100 laat zien dat een lagere uitstoot duidelijke voordelen heeft voor bijna alle landen en gebieden.

Dit geldt in het bijzonder voor kleine eilandstaten waar mensen voor hun voedsel en inkomen sterk afhankelijk zijn van de visserij en waar de ecologische en sociaaleconomische risico's van klimaatverandering het grootst zijn.

Eilandstaten zoals Micronesië, Nauru, Palau, de Salomonseilanden en Tuvalu in de Grote Oceaan kunnen maar liefst 68 tot 90 procent van de verliezen afwenden tegen het einde van de eeuw, als de wereld de uitstoot onder controle krijgt.