Televisiestations spuien onophoudelijk politieke propaganda

Nieuws

Televisiestations spuien onophoudelijk politieke propaganda

Humberto Márquez

21 januari 2003

De staking in Venzuela is aan zijn achtste week toe en nog geeft president Hugo Chávez geen krimp. Terwijl buiten het openbare leven lam ligt, dringt de strijd tussen de regering en de oppositie door tot in de huiskamer. Via uitgekiende propagandaspots op televisie proberen beide partijen de opinie van de Venezolanen voor zich te winnen. Maar de filmpjes van de oppositie zijn overtuigender en een stuk beter gemaakt dan die van de regering.

TV-kijkend Venezuela (zowat de hele natie) krijgt de jongste weken via de buis een golf van politieke propaganda over zich heen. De reclameblokken zijn zo goed als verdwenen en hebben plaats gemaakt voor spotjes met een duidelijk politieke boodschap. Zelfs de telenovelas moeten ervoor wijken, want het programmaschema op veel zenders werd grondig door herschikt.

In de TV-journaals wordt geen enkele poging meer gedaan om objectieve informatie te leveren. Net als bij de couppoging tegen Chávez vorig jaar hebben de TV-zenders de rol van politieke actoren aangenomen, waarbij de privé-zenders aan de kant staan van de oppositie en de openbare zender zich opwerpt als de verdediger van de wankelende regering. Alleen is de tweedeling in het medialandschap nu nog duidelijker dan voorheen.

Jij bent de enige verantwoordelijke voor de schendingen van de grondwet, de tekorten en stroompannes, het geweld en de financiering van terreurgroepen, zegt een spotje, terwijl de beeltenis van de president samenvloeit met beelden van files, wachtrijen en alle andere ellende die het gevolg is van de staking. Een ander spotje doet een beroep op het geweten van de politiemannen en soldaten die optreden tegen demonstranten en stakers. Beelden van agenten die inhakken op een betoging, en een dwingende voice-over: Beste commandanten en officieren, dit maakt deel uit van de geschiedenis van ons land. Wat ga je zeggen als de dag komt dat je kind vraagt: ‘Vader, waar was jij?’. Zeer overtuigend is ook het spotje waarin hooggestemde citaten uit Chávez’ speeches worden gecontrasteerd met beelden van de rauwe Venezolaanse realiteit.

De openbare zender steekt dan weer de draak met protagonisten van de oppositie: Carlos Fernández (leider van de belangrijkste werkgeversorganisatie Fedecameras), vakbondsleider Carlos Ortega en Juan Fernández (de baas van het staatsoliebedrijf PDVSA). De Chávez-gezinde zender doet in één spotje een misplaatst beroep op de dramatische beelden van de Twin Towers in New York op 11 september. De boodschap: het volk weet wie de terroristen zijn - een verwijzing naar de leiders van de staking. Andere spotjes tonen - net als op de privé-zenders - demonstraties, ellenlange files bij de benzinestations, vrouwen van bescheiden komaf die de rij doen om hun gasflessen te vullen en de onvermijdelijke betraande gezichten van kinderen voor een gesloten schoolpoort. Rechtvaardigt het doel deze middelen?, leest een vlammend rode ondertitel, waarbij het laatste woord ‘medios’ zowel middelen als media betekent in het Spaans.

Allicht geen toeval. Er is geen informatie meer, alleen propaganda, lamenteert Roberto Malaver, professor in de School voor Journalistiek aan de Centrale Universiteit. Het enige nieuwsitem (op de privé-zenders) luidt - met een parafrase - ‘het vertrek van de president wordt uitgesteld’. Marcelino Bisbal, oprichter van het magazine Comunicación, is even somber gestemd: Van een debat is geen sprake meer. Beide kampen proberen mekaar hoegenaamd niet te overtuigen. Het gaat gewoon om het bespelen van een militant publiek. Het nieuws en de propaganda op de privé-zenders zijn bedoeld voor de middenklasse en de hoogste inkomens, meent Bisbal, de openbare zender mikt op de doelgroep van de lagere inkomens, waar de Chávez-aanhang zit.

Het ziet ernaar uit dat de oppositie - een front van de belangrijkste werkgeversorganisaties, vakbonden, oppositiepartijen en ngo’s, samen met de bonzen van het staatsoliebedrijf PDVSA - aan de winnende hand is in de propagandaoorlog. Niet alleen bereiken de zenders meer dan 90 procent van het publiek, hun spotjes zijn creatiever. De spotjes van de regering lijken vooral een reactie te zijn op de boodschap van de oppositie. Jesús Torrealba, de coördinator van het oppositiefront Coordinadora Democrática, zegt dat zijn beweging 100 reclamejongens en communicatie-experts in dienst heeft. Een commissie media van de Coordinadora overziet de aanmaak van de spotjes en test hun impact met snelle steekproeven.

De oppositie geeft expliciet toe dat ze volop gebruik maakt van de media om haar politieke agenda door te drukken. De media maken deel uit van de staking, zegt Carlos Fernández ronduit. Alberto Ravell, de directeur van de privé-zender Globovisión, zweert een vreemde eed: We spelen onder de huidige omstandigheden de rol van politieke actor, maar eens de crisis voorbij is, worden we weer gewoon een verstrekker van informatie.

Globovisión is één van de vier machtige privé-zenders. Chávez heeft ze de vier ruiters van de Apocalyps gedoopt. De privé-zenders anticiperen al op mogelijke pogingen tot censuur met een spotje waarin niets anders te zien is dan een sneeuwbeeld. Na een korte stilte valt een stem in: Als dit ooit gebeurt, dan weten we dat de dictator zijn masker heeft afgeworpen. Dan zullen wij Venezolanen op straat trekken tot de dictator valt. Want de TV is heel het volk, en ze zullen ons nooit het zwijgen kunnen opleggen.