Thaise junta verscherpt repressie tegen dissidenten
IPS
13 juni 2017
Na de militaire staatsgreep in 2014 gaat het steil bergaf met de democratie in Thailand. Een nieuwe grondwet beknot de macht van het parlement en politieke dissidenten worden opgesloten onder het mom van majesteitsschennis. De mysterieuze verdwijning van een bronzen plaat roept nog meer vragen op over de toekomst van Thailand.
Protesten in Bangkok, tegen de regering van premier Thaksin Shinawatra, 2013.
© Terence Lim (CC BY-ND 2.0)
Op een ochtend in april hebben de inwoners van Bangkok ontdekt dat een belangrijk deel van hun geschiedenis verdwenen was. Op een plein vlakbij het parlement stond een bronzen gedenkplaat die de geboorte van de Thaise democratie herdacht. Dit was de plek waar op 24 juni 1932 de afschaffing van de absolute monarchie werd aangekondigd door een paar revolutionaire Thailanders.
Het bronzen symbool voor democratie werd vervangen door een plaat met koningsgezinde slogans. Op dit zwaarbewaakte plein is het onwaarschijnlijk dat iemand een historisch object ter grootte van een wieldop uit de grond kon wrikken zonder toelating van de regering. Ze ontkent de opdrachtgever te zijn geweest, maar er zijn nog andere signalen dat de regering de klok wil terugdraaien naar een pre-1932-tijdperk.
De timing was belangrijk. Een dag na de verdwijning van de gedenkplaat heeft de koning de nieuwe grondwet ondertekend. Die werd door de regerende junta opgesteld om haar macht te betonneren. In 2014 pleegde het leger een staatsgreep, de twaalfde sinds 1932. Tot grote ergernis van de elite in Bangkok stemden rurale kiezers massaal op de partij van de verbannen ex-premier Thaksin Shinawatra. Dat kon het leger niet dulden.
Het was verboden om campagne te voeren voor een “nee”-stem.
De nieuwe grondwet geeft de militaire dictatuur een democratische vermomming. Er worden verkiezingen georganiseerd zonder dat de junta de macht verliest. Het parlement verliest slagkracht en wordt nu gecontroleerd door een onverkozen senaat die uit militairen en royalisten bestaat. De bevolking werd geraadpleegd over de grondwet in een referendum, maar het was verboden om campagne te voeren voor een “nee”-stem. De opkomst was historisch laag.
Draconische wet
Kritiek op deze hervormingen van de regering wordt hard aangepakt. Het regime heeft het ideale hulpmiddel gevonden om dissidenten het zwijgen op te leggen: de wet op majesteitsschennis. Die wordt beschouwd als de strengste van de wereld.
Artikel 112 van het Thaise strafwetboek legt royale celstraffen op aan degenen die de koning, koningin, kroonprins of regent belasteren, beledigen of bedreigen. De wet is vaag en staat wagenwijd open voor interpretatie. Ze is dus ideaal om onruststokers voor lange tijd achter tralies te stoppen.
Er was hoop dat deze wet minder agressief gebruikt zou worden door de troonsopvolging van de nieuwe koning Maha Vajiralongkorn Bodindradebayavarangkun (64). Het tegendeel is waar. Op 22 mei 2014, de dag van de coup, zaten 6 mensen in de cel wegens majesteitsschennis. Sindsdien zijn meer dan 100 mensen gearresteerd voor vermeende beledigingen aan het koninklijke adres.
Zoals de arbeider die op Facebook een “sarcastische” opmerking had geschreven over de hond van de intussen overleden koning Bhumibol Adulyadej. Hij riskeerde een celstraf van 37 jaar, maar kwam er goed van af met 86 dagen en een boete van 12.500 euro. In 2014 werd een vrouw gearresteerd omdat ze zwarte kleren droeg op de verjaardag van de koning.
‘Lang leve de koning’, koning Bhumibol Adulyadej in de Thaise straten, 2011.
© Marshall Segal (CC BY-NC-ND 2.0)
Censuur
Buitenlandse tv-kanalen worden permanent in de gaten gehouden en uit de ether gehaald als ze iets ontoelaatbaars over de monarchie zeggen. Artikels van The Economist en The International New York Times worden regelmatig gecensureerd, zowel online als in print. Thaise journalisten durven niet schrijven waarom majesteitsschenners in de cel verdwijnen, omdat ze dan zelf vervolgd kunnen worden. De overheid heeft gezegd dat het zelfs verboden is om een Facebookbericht te “liken” als dat artikel 112 schendt.
Vooral de manier waarop Facebook en zijn gebruikers geviseerd worden, toont aan hoe agressief de junta is geworden. In mei verscheen een staatsgevaarlijk bericht op het sociale netwerk. In een filmpje van 44 seconden was koning Vajiralongkorn te zien, kuierend in een winkelcentrum in München. Hij droeg een kort topje zodat zijn getatoeëerde lichaam te zien was. De beelden waren van vorig jaar, maar kwamen nu pas aan de oppervlakte.
Facebook werd onder druk gezet om de beelden te verwijderen. Het sociale netwerk gaf toe om zijn medewerkers in Thailand te beschermen tegen artikel 112. Voor Facebook was het een pijnlijke beslissing, omdat ze botst met zijn idealen van vrije verspreiding van informatie en vrije meningsuiting.
Een wapen tegen de oppositie
‘De regering gebruikt de monarchie als hoeksteen van haar pogingen om politieke vrijheden te beperken,’ schrijft David Streckfuss, de auteur van Truth on Trial in Thailand: Defamation, Treason, and Lèse-Majesté. ‘Het is een tactiek om de wet op majesteitsschennis te gebruiken als een wapen tegen alle vormen van politieke oppositie.’
De arrestatie van Jatupat Boonpattararaksa in december 2016 maakte dat het meest duidelijk. De rechtenstudent werd in december opgepakt omdat hij een BBC-artikel met de biografie van de koning had gedeeld op Facebook. Daarin werden zijn drie huwelijken vermeld, samen met andere details die in Thailand niet gepubliceerd kunnen worden.
Jatupat stond bekend als een lastpost.
Het artikel van BBC werd door duizenden Thailanders gedeeld, alleen Jatupat werd gearresteerd. Want hij stond bekend als een lastpost. Hij was lid van een kleine studentenorganisatie die protestacties organiseert tegen de junta.
‘De meeste mensen die vervolgd worden wegens artikel 112 zijn activisten en uitgesproken critici van het militaire regime. In sommige gevallen werden ze in het geheim ontvoerd en verschillende dagen ondervraagd voor ze officieel aangeklaagd werden. De beschuldigden zitten soms jaren in de gevangenis voor hun zaak voor de rechter komt. Dit is een aanfluiting van de Thaise justitie’, schreef Jon Ungpakorn, de directeur van de mensenrechtenorganisatie iLaw, in een persbericht.
Een monopolie op de Thaise identiteit
Het bespotten en het beledigen van de monarchie is ook een bedreiging voor de legitimiteit van het militaire regime, die zijn welvaart te danken heeft aan de nauwe banden met het koningshuis. Koning Bhumibol, die zeven decennia op de troon heeft gezeten, was een verbindende factor in een verdeeld land. Zijn dood in oktober 2016 leidde tot onzekerheid over de rol van de monarchie.
Daar kan in het openbaar niet over gesproken worden. Volgens het dominante discours wordt de koning door alle Thailanders vereerd. Wie daar anders over denkt is onpatriottisch en moet gecensureerd en veroordeeld worden. Thailanders moeten gehoorzame onderdanen zijn en trouw zweren aan de koning. En dus aan het leger.
Niet alle Thailanders delen die ideologie, want Thailand is een pluralistische samenleving geworden. Liberale ideeën zijn ingeburgerd en sommigen willen dat de monarchie transparanter wordt. De koningsgezinde machten in Thailand hebben nu een monopolie op de Thaise identiteit, maar dat staat onder druk.
Het incident gebeurde niet toevallig op 22 mei, de derde verjaardag van de staatsgreep.
Ondertussen dreigt het protest tegen de junta gewelddadiger te worden. Een bomaanslag op een militair hospitaal in Bangkok maakte 24 gewonden. Het incident gebeurde niet toevallig op 22 mei, de derde verjaardag van de staatsgreep. De regering heeft verkiezingen beloofd tegen eind 2018.
Een gedenkplaat voor de geboorte van de democratie weghalen, is een symbolische daad van een regime dat hunkert naar het autoritaire verleden van Thailand, maar regime dat lijkt niet te begrijpen dat Thaise burgers opgegroeid zijn sinds de democratische revolutie van 1932.