Intussen brandt Delhi
Straatrellen in Delhi maken vooral doden onder moslimbewoners
Er is geen direct verband tussen het bezoek van Donald Trump aan India en de rellen die tijdens en na dat bezoek voor dood en vernieling zorgden in het noordoosten van de Indiase hoofdstad. Het geweld werpt wel een donkere schaduw over wat de viering van India’s belang voor vrede en mondiale economie had moeten zijn.
De warme verbroedering tussen de Grote Leiders van India en de Verenigde Staten viel samen met de ergste rellen in de Indiase hoofdstad in meer dan dertig jaar. Media melden dat er op drie dagen van straatgevechten al zeker twintig doden en een tweehonderdtal gewonden vielen. De partij van premier Modi wordt mede verantwoordelijk gehouden.
Update. Op vrijdagochtend berichten Indiase media dat de dodentol intussen opgelopen is tot 42. De politieke oppositie maakt nadrukkelijk de vergelijking met de anti-moslimpogrom in Gujarat in 2002, toen Modi daar deelstaatpremier was. Minister Shah van Binnenlandse Zaken verwijt de oppositie de rellen aangestoken te hebben.
Aanleiding van de rellen was het aanhoudende protest tegen het nieuwe burgerschapsbeleid van de regering Modi. Met name de Citizens Amendment Act (CAA) zorgt in heel het land voor ongenoegen, omdat de wet het makkelijker maakt voor vluchtelingen uit Pakistan, Afghanistan en Bangladesh om Indiaas staatsburgerschap te verwerven – op voorwaarde dat de vluchtelingen geen moslim zijn.
Het protest tegen de CAA bracht onder andere in de zuidelijke deelstaat Kerala al honderdduizenden mensen op straat en ook in Delhi waren er de voorbije weken en maanden meerdere protesten. De politieke controverse heeft zeker in Noord-India een uitdrukkelijk communautair karakter gekregen, met moslims die betogen tégen en hindoes die pleiten voor de wet.
Waarom liepen de protesten net op het moment dat Donald Trump in de Indiase hoofdstad was zo uit de hand? Veel waarnemers wijzen op de ophitsende toespraken van zowel minister van Binnenlandse Zaken Shah als van premier Modi tijdens de recente deelstaatverkiezingen in Delhi, en op de campagnes die lokale BJP-leiders daarop ontwikkelden in de Indiase hoofdstad.
De uitbarsting van geweld deze week werd trouwens voorafgegaan door rellen in december en januari. Met name een incident waarbij iemand met scherp schoot op anti-CAA-demonstranten op 30 januari verhitte de gemoederen, omdat er van overheidswege geen enkele reactie op kwam.
‘Er was niets abrupt of onverwachts aan het geweld dat maandag uitbrak’
‘Er was niets abrupt of onverwachts aan het geweld dat maandag uitbrak’, schrijft kwaliteitskrant The Hindu. ‘Dit is wekenlang voorbereid.’ In hetzelfde voorwoord beschuldigt de krant de politie van Delhi van, in het beste geval, ontoelaatbaar slechte voorbereiding op het geweld, en in het slechtste geval van een communautaire, partizane houding [ten voordele van de hindoenationalistische bendes].
Verschillende media toonden beelden en brachten getuigenissen van extreemrechtse knokploegen die de anti-CAA-demonstranten aanvielen en onder andere een moskee in het noordoosten van Delhi in brand staken. Aan de andere kant van de “burgeroorlog in de straten van Delhi” hadden ook groepen jongeren uit moslimwijken zich bevoorraad met stokken en ander materieel om de strijd aan te gaan.
Persorganisaties klagen intussen de gerichte aanvallen op journalisten aan. Daarbij werd een journalist neergeschoten, anderen fysiek aangevallen. ‘Tot onze verbijstering werden journalisten door gewapende bendes onderworpen aan de controle van hun religieuze achtergrond’, stelt een gezamenlijk standpunt van de Press Club of India en de Indian Women’s Press Club.
Achter de schermen: politiek armworstelen
Een factor die niet onbelangrijk lijkt in de uit de hand gelopen protesten, is dat er overduidelijk veel te weinig ordehandhavers beschikbaar waren. Dat kan te maken hebben met het staatsbezoek van Trump, maar ook met onenigheid tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en de overheid van de regio Delhi. Minister van Binnenlandse Zaken in de huidige regering Modi is Amit Shah, de hardlijnse voorzitter en ideologische scherpslijper van de hindoenationalistische BJP. De regio Delhi wordt sinds kort opnieuw bestuurd door de oppositiepartij AAP, met partijvoorzitter Arvind Kejriwal als minister-president.
Is het tekortschieten van de ordehandhaving een politieke zet?
Kejriwal krijgt nu, als beleidsverantwoordelijke, het verwijt dat zijn bestuur de mensen niet beschermt en de orde niet kan handhaven, en waarnemers sluiten niet uit dat de centrale regering net daarop uit was. Hij kaatst de bal op zijn beurt door naar Binnenlandse Zaken, dat de noodzakelijke manschappen moet leveren. Kejriwal heeft intussen zelfs verzocht om het leger in te zetten voor het herstellen van wet en orde.
Ook de partijkrant van Shiv Seena, een hindoenationalistische partij uit Mumbai, kloeg het straatgeweld aan in een editoriaal standpunt: ‘Mensen lopen op straat in Delhi, gewapend met stokken, zwaarden en revolvers. Er vloeit bloed in de straten.’
De krant voegde eraan toe: ‘Het is een slecht teken dat Trump in Delhi verwelkomd werd met deze horrorfilm van geweld en een bloedbad in de straten van Delhi, de kreten van mensen en traangas.’ Een van de topverantwoordelijken voor Binnenlandse Zaken, Union Minister of State for Home, G. Kishan Reddy, linkte de rellen ook intentioneel aan het bezoek van Trump door ze ‘een samenzwering om India wereldwijd te beschamen’ te noemen.
Rellen zijn politiek straattheater
Het standpunt van The Hindu op woensdag 26 februari sluit af met de forse stelling dat ‘communautair geweld, waar en wanneer ook, alleen plaatsvindt als er sprake is van gebrek aan efficiëntie of betrokkenheid van machthebbers, of van beide.’ Daarmee verzet de krant zich bij voorbaat tegen de uitleg dat de rellen oncontroleerbare uitbarstingen zijn van eeuwenoude, smeulende conflicten, waartegen de overheid weinig vermag.
‘Communautair geweld vindt alleen plaats als er sprake is van gebrek aan efficiëntie of betrokkenheid van machthebbers’
De Amerikaanse academicus Paul R. Brass publiceerde in 2003 al een studie waarin die visie op rellen als georganiseerd geweld onderbouwd werd. In The Production of Hindu-Muslim Violence in Contemporary India beweert én bewijst Brass dat communautaire rellen in India geen spontane gebeurtenissen zijn. Hij zet vergelijkbare steden en wijken naast elkaar en vraagt zich af waarom er op de ene plek wel en op de andere geen gewelddadige botsingen tussen hindoes en moslims voorkomen.
‘Er zijn weliswaar demografische, economische en kasteverschillen die dit gegeven verklaren’, schrijft hij, ‘maar de bepalende factor zit in de politieke activiteit, de organisaties en de leiders.’ Brass gaat niet zo ver als Arundhati Roy, die de hindoenationalisten twintig jaar geleden al zonder meer van fascisme beschuldigde.
Zijn stelling is genuanceerder: ‘Rellen ontstaan niet toevallig zoals een brand uit een smeulend vuurtje, maar ze zijn evenmin nauwgezet van alfa tot omega gepland. Rellen zijn eerder een vorm van straattheater dat bedoeld is om spontaan over te komen, maar waarin heel veel mensen vooraf verdeelde en ingestudeerde rollen spelen.’