Tijgerhandel verboden en verbod op ivoorhandel verlengd
Nele Vandersteen
14 juni 2007
Tijgers mogen niet langer gekweekt worden om te verwerken in medicijnen. Dat is een VN-corporatie voor wilde dieren vandaag overeengekomen. Daarnaast bereikten Afrikaanse afgevaardigden een overeenkomst om het verbod op ivoorhandel te verlengen.
Volgens een verklaring besliste de Conventie over Internationale Handel in Bedreigde Diersoorten (Cites) dat ‘tijgers niet gekweekt mogen worden voor de handel in hun onderdelen’. De verklaring werd ondersteund door bijna alle landen met een wilde tijgerpopulatie: Bhutan, Cambodja, India, Indonesië, Nepal en Rusland.
Geneesmiddelen op basis van verschillende tijgeronderdelen worden, vooral in Aziatische landen, geacht verschillende kwalen, gaande van huidziektes tot hoofdpijn, te kunnen verhelpen.
Milieuactivisten hopen dat de beslissing van de VN-corporatie genoeg draagkracht heeft om de tijgerboerderijen in China, waar bijna evenveel tijgers voor handel gekweekt worden dan dat er in het wild overblijven -ongeveer 5500- te kunnen afbreken.
Ivoorhandel
Tegelijkertijd met de gesprekken over de tijgerhandel werd er in de conferentie gedebatteerd over het al dan niet verlengen van het verbod op de ivoorhandel. Dat debat sleepte al enkele weken aan. De stemming door een kerncomité van de Cites werd drie keer uitgesteld omdat Afrikaanse groepen niet tot een consensus kwamen.
Enkele Afrikaanse landen wilden het totale verbod op ivoorhandel, dat in 1989 door de Cites opgelegd was, opheffen en vroegen toestemming om hun voorraden ivoor alsnog te verkopen. De opbrengsten daarvan zouden de bevolking en de natuur ten goede komen, beargumenteerden ze.
Maar volgens critici zou een afzwakking van het verbod de reeds florerende illegale ivoorhandel nog verder aanmoedigen.
Uitverkoop
Na enkele weken van intens debat beslisten de Afrikaanse landen vanmorgen om het exportverbod op ivoor voor negen jaar te verlengen. Volgens enkele afgevaardigden mogen de zuidelijke Afrikaanse landen wel nog één uitverkoop van hun voorraad houden.
Het akkoord is een compromis tussen landen, geleid door Kenia en Mali, die de verlenging van een totaal verbod wilden en Botswana, Zimbabwe en Zuid-Afrika, die voor gelimiteerde verkopen ijverden.
In tegenstelling tot de tijgerpopulatie is de olifantpopulatie wereldwijd gedeeltelijk hersteld dankzij een goed management van milieuactivisten en organisaties die opkomen voor de rechten van dieren.