Toenemend geweld in Sudan roept om VN troepenmacht

Nieuws

Toenemend geweld in Sudan roept om VN troepenmacht

Jim Lobe

29 juni 2006

Bijna twee maanden na de ondertekening van een vredesakkoord tussen de Sudanese regering en de grootste rebellenbeweging, het Sudanees Bevrijdingsleger, lijkt vrede verder weg dan ooit. De humanitaire situatie blijft schrijnend en de Janjaweed milities blijven dorpen aanvallen, zowel in Darfur als in buurland Tsjaad.

Aan de vooravond van een top van de Afrikaanse Unie (AU) in Banjul (1 en 2 juli) roepen mensenrechtenorganisaties de AU en de Verenigde Naties (VN) opnieuw dringend op om meer troepen naar de geteisterde regio Darfur te sturen. “Het aanhoudende geweld dreigt de hele regio mee te sleuren in een grootschalig conflict. Meer en meer vrezen we voor een ‘Grote Meren’ scenario”, zegt Irene Khan, secretaris-generaal van Amnesty International. Na de genocide in Rwanda in 1998 zijn er in Congo en de omliggende landen honderdduizenden mensen gestorven in een conflict dat landsgrenzen oversteeg.

De vraag om in Sudan een VN-troepenmacht met een sterk mandaat toe te laten domineert de agenda. Dat mandaat moet niet alleen de bescherming van de burgers verzekeren, maar moet ook toezien op de uitvoering van vorige VN resoluties.

“Leven in Darfur is momenteel nog erger dan voor de ondertekening van het vredesakkoord”, zegt Peter Takirambudde, HRW directeur voor Afrika. “Het geweld blijft toenemen. Een additionele troepenmacht is dringend nodig om de troepen van de AU te versterken.” De AMIS-missie van de AU telt momenteel zevenduizend soldaten in Darfur.

In mei al vroeg de AU formeel de toestemming aan Khartoem voor een snelle overname van de AMIS-missie door VN troepen. De Sudanese president Al Bashir wil daar steeds minder over horen. “We verwerpen de VN niet, maar we kunnen onmogelijk VN-troepen accepteren. We kunnen niet akkoord gaan met de imperiale en koloniale agenda van de VN”, zei Al Bashir onlangs tegen reporters in Khartoem.

Lam Akol, minister van Buitenlandse Zaken van Sudan, drukt het iets genuanceerder uit. “Sudan is niet noodzakelijk gekant tegen de aanwezigheid van een VN-troepenmacht, maar hun mandaat moet besproken worden met de Sudanese overheid. Van een ‘chapter 7 mandate’ (volledige autoriteit om de VN resoluties uit te voeren) kan geen sprake zijn”.

Verwacht wordt dat VN secretaris Kofi Annan dit weekend Al Bashir zal trachten te overtuigen zijn positie te herzien.

Hoofd VN vredeshandhaving, Jean-Marie Guehenno, heeft herhaaldelijk aanbevolen dat minstens 17.000 manschappen nodig zijn om de regio, zo groot als Frankrijk, onder controle te krijgen.

Het geweld in Darfur dateert van 2003, toen de overheid een campagne begon tegen verschillende etnisch Afrikaanse groepen, de Fur, Masalit en Zaghawa vanwege hun banden met rebellenbewegingen.

Voor die campagne deed de Sudanese regering een beroep op de Janjaweed-milities. De overheid zorgde niet alleen voor de bevoorrading van de Arabische milities, maar trok er ook af en toe samen met hen op uit.

Minstens 400.000 mensen zijn al gestorven door het aanhoudend geweld en twee miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Vorig jaar begonnen de Janjaweed in samenwerking met Tsjadische rebellen die gekant zijn tegen het bewind van Tsjadisch president Idress Deby, ook dorpen in Tsjaad aan te vallen. Als gevolg daarvan is ook in Tsjaad een vluchtelingenstroom van 75.000 mensen op gang gekomen. (SV/MM)