Nieuwe golf van geweld: alleen dit jaar al 100.000 ontheemden en 200 doden
Wie wordt beter van het geweld in Oost-Congo?
Simon Dequeker
19 april 2021
De aanvallen van gewapende groepen zoals ADF-Nalu op de bevolking van Oost-Congo volgen elkaar in sneltempo op. Maar ook het burgerprotest wordt met geweld beantwoord: de politie schiet met scherp op manifestanten. Wat is er in Oost-Congo aan de hand?
De aanvallen van gewapende groepen zoals ADF-Nalu in Oost-Congo volgen elkaar in sneltempo op. De bevolking is de terreur meer dan moe. Maar ook het burgerprotest tegen geweld wordt met geweld beantwoord: de Congolese ordediensten grijpen hardhandig in en schieten met scherp op de manifestanten. Wat is er aan de hand?
Het geweld in Noord-Kivu neemt gruwelijke proporties aan. Tussen 29 en 31 maart gingen rebellen van de gewapende groep ADF-Nalu (Allied Democratic Forces-National Army for the Liberation) op oorlogspad in de omgeving van de stad Beni. Daarbij vielen zeker 34 doden, 50 mensen werden ontvoerd.
Nauwelijks een week later, tussen 4 en 7 april, gingen ze opnieuw op rooftocht. Volgens de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) vielen hierbij 6 doden, 20 mensen werden ontvoerd.
Is het geweld nieuw? Neen, zeker niet. ADF-Nalu zaait al jaren terreur in en rond Beni. Maar sinds oktober vorig jaar namen de aanvallen van de gewapende groep fors toe, meldt UNHCR. Ook zouden ze almaar gewelddadiger zijn. Door deze nieuwe golf van geweld moesten meer dan 100.000 mensen uit de omgeving van Beni vluchten. Sinds januari zou ADF-Nalu meer dan 200 mensen hebben gedood, zo berekende UNHCR.
Aanhoudend geweld
Toch is het nooit helemaal zeker of ADF-Nalu ook écht de dader is. Oost-Congo telt meer dan 120 gewapende groepen. Het geweld komt dus uit verschillende hoeken.
De rebellen van ADF-Nalu zijn door hun geïmproviseerde klederdracht moeilijk te herkennen. Ook doen andere groepen met slechte intenties zich soms valselijk als hen voor. Daarom wordt er gesproken over de ‘vermeende rebellen van ADF-Nalu’. In de chaos is het nooit duidelijk wie de aanvallen nu precies pleegt.
Dat kunnen bijvoorbeeld ook de Mai-Mai zijn, dat is een verzamelnaam voor Congolese volksmilities. Op 1 april staken die 250 huizen in brand in Maniema, een provincie die aan Noord-Kivu grenst. Ze doodden hierbij 4 mensen.
Naar eigen zeggen willen ze zich verdedigen tegen de van oorsprong buitenlandse gewapende groepen, zoals ADF-Nalu. Maar hun acties gaan vaak gepaard met geweld tegen de eigen bevolking.
Nog een andere gewapende groep, Codeco, viel op 11 april drie dorpen binnen nabij Djugu, een stad in de aan Noord-Kivu grenzende provincie Ituri. Negen mensen kwamen om.
Burgers worden zwaar verminkt. Soms worden mensen onthoofd of hun ingewanden uitgesneden.
De bevolking van Noord-Kivu heeft meer dan genoeg van het aanhoudende geweld. Sinds 5 april zijn er in verschillende steden betogingen aan de gang.
De manifestanten richtten hun woede ook op de VN-vredesmissie Monusco. Die slaagt er maar niet in om het geweld te beteugelen. Verschillende pressiegroepen en jongerenbewegingen vragen dan ook haar vertrek uit Congo.
‘We vragen maar twee dingen: Monusco moet vertrekken en de Congolese overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen, zodat er eindelijk vrede komt’, vertelt Clovis Mutsova, lid van de jeugdactivistengroep LUCHA, aan televisienetwerk Al Jazeera.
De betogers uitten hun onvrede door verschillende wegen te barricaderen. De politie greep hardhandig in en schoot met scherp om de massa uiteen te drijven. Ook daarbij vielen dodelijke slachtoffers: twee in Beni en één in Butembo. Voor de bevolking komt er maar geen einde in zicht: het protest tegen geweld werd beantwoord met nog meer geweld.
‘Ontheemden overnachten in klaslokalen’
De situatie in Oost-Congo is alarmerend. In de provincies Noord-Kivu en Ituri zijn naar schatting 3,8 miljoen mensen ontheemd, stelt UNHCR. Het aanhoudende geweld van de vele lokale gewapende groepen is hiervan de voornaamste oorzaak.
Nergens is de situatie zo erg als in de omgeving van Beni, die volgens UNHCR op dit moment 885.000 ontheemden telt. Velen vluchtten naar de steden: Beni, Oïcha of Butembo. Daar zou het veiliger zijn. Ze proberen te overnachten bij solidaire lokale gezinnen of in publieke gebouwen, zoals ziekenhuizen of scholen.
Jocelyne woont in Butembo en vertelt: ‘Sommige daklozen slapen in klaslokalen. ’s Ochtends vouwen ze hun matrassen op en leggen ze aan de kant, zodat de leerlingen kunnen studeren. Maar er is niet genoeg plaats, want in een lokaal kunnen maar 4 of 5 families slapen.’
‘Het Congolese leger heeft het netwerk en de activiteiten van ADF-Nalu sterk verstoord.’
Voor het geweld rond Beni wordt met een beschuldigende vinger gewezen naar de rebellen van ADF-Nalu. Hun aanvallen zijn vaak gruwelijk. Burgers worden zwaar verminkt, soms worden mensen onthoofd of worden ingewanden verwijderd.
Bij het binnenvallen van een dorp gebruiken de rebellen vaak alleen machetes of bijlen in plaats van vuurwapens. Dat doen ze om niet te veel geluid te maken en zo de ordediensten niet te alarmeren. Ook steken ze huizen in brand. ‘Tientallen sinds januari’, stelt UNHCR.
Waarom namen de aanvallen toe?
Vanaf oktober 2019 voerde het Congolese leger een jaar lang aanvallen uit. Die deden de rebellengroep ADF-Nalu versplinteren tot kleinere, meer mobiele eenheden. Dat het geweld net nu toeneemt lijkt daarom vreemd. Maar analisten zien juist een verband tussen het legeroffensief en de aanvallen van de rebellengroep.
‘Het is logisch dat rebellen de militaire offensieven niet appreciëren en ze beantwoorden met geweld. Een gewapende groep als ADF-Nalu heeft niet voldoende mankracht om de regio rond Beni te bezetten. Maar ze kan de bevolking wel erg bang maken. Door mensen die zich achter het Congolese leger scharen erg te verminken, laat ze blijken: de staat bestaat hier niet’, zegt Peer Schouten.
Schouten onderzoekt conflictdynamieken in Sub-Sahara Afrika en heeft veldervaring in Congo. Hij is verbonden aan het Deens Instituut voor Internationale studies (DIIS) en het Antwerpse International Peace Information Service (IPIS).
Mukulu ontpopte zich tot leider van ADF-Nalu en gaf de beweging een islamitisch gezicht.
Naast wraakzucht zou ook een tekort aan levensmiddelen, zoals voedsel en medicijnen, de toename van het geweld verklaren. Het Congolese leger heeft het netwerk en de activiteiten van ADF-Nalu sterk verstoord. Daarom móéten de rebellen wel op rooftocht gaan, stelt een expertengroep van de VN.
Het is bovendien niet de eerste keer dat een offensief van het Congolese leger het geweld van ADF-Nalu de hoogte injaagt. Dit gebeurde ook al in 2014. Regeringstroepen brachten toen de mankracht van de groep terug van enkele duizenden naar enkele honderden rebellen. Dat bleek achteraf een kantelmoment te zijn: het maakte ADF-Nalu tot het wraakzuchtige en bloeddorstige monster dat de rebellengroep vandaag is.
Vóór de aanvallen van het Congolese leger konden ADF-Nalu en de bevolking in zekere mate met elkaar overweg. De bevolking moest de plunderingen van ADF-Nalu ondergaan, maar toch was er een relatieve orde en stabiliteit. De groep was namelijk vooral actief in de clandestiene grenshandel van onder andere cacao, hout en goud. Hierbij werden vaak kortstondige bondgenootschappen gesloten met lokale milities en militaire autoriteiten.
Wie zijn de vermeende ADF-rebellen?
De oorsprong van ADF-Nalu ligt niet in Congo, maar in Oeganda. Ze is gegroeid uit de islamitische beweging die het regime van de toenmalige Oegandese president Museveni wilde omverwerpen.
ADF-Nalu werd in 1995 opgericht in het Rwenzori-gebergte, op de grens van Oost-Congo (toen Zaïre) en Oeganda. Het was een samensmelting van twee Oegandese dissidente groepen: de National Army for the Liberation of Uganda (NALU), een restant van de separatistische Rwenzururu-beweging, en radicale elementen van de soennitische prekersbeweging Tablighi Jamaat.
Mobutu zag ADF-Nalu als een buffer tegen de invallen van Rwanda en Oeganda.
Tablighi Jamaat ontstond in de jaren zeventig en had oorspronkelijk geen politieke ambities. Dat veranderde onder het bewind van Jamil Muluku, een christen die zich al in zijn jonge jaren tot de islam bekeerde. Muluku stichtte de radicale vleugel: de Salafistische Stichting. Daarmee wilde hij een nieuwe, op de sharia gebaseerde sociale orde verkrijgen.
Mukulu is ook de man die zich tot leider van ADF-Nalu ontpopte en zo de beweging een islamitisch gezicht gaf. Hij volgde militaire training in Soedan en Afghanistan, en kon contacten leggen met radicale imams en terroristen.
Via Mukulu’s connecties kreeg ADF-Nalu militaire steun van het Soedanese regime en ook van de toenmalige Congolese president Mobutu Seko Seko. Mobutu zag ADF-Nalu als een buffer tegen de invallen van Rwanda en Oeganda, die het steeds meer op Hutu-milities in Oost-Congo hadden gemunt.
Leider Jamil Muluku werd in 2015 opgepakt in Tanzania en opgevolgd door Musa Baluku. Onder zijn bewind nam het geweld tegen burgers, het Congolese leger en de VN-vredesmissie Monusco verder toe. Volgens Kivu Security Tracker, een ngo die het geweld in Oost-Congo sinds 2017 in kaart brengt, hebben de vermeende ADF-rebellen sindsdien meer dan 1200 mensen gedood.
Is er een link met IS?
Op 10 maart plaatsten de Verenigde Staten ADF-Nalu op hun terreurlijst. Opmerkelijk daarbij is dat ze ADF-Nalu een nieuwe naam gaven: ‘Islamitische Staat van Syrië en Irak – Democratische Republiek Congo (ISIS – DRC)’.
‘De aanwezigheid van enkele beruchte gewapende groepen is ook heel belangrijk voor sommige Congolese generaals.’
De VS zien ADF-Nalu dus als een onderdeel van IS. Nochtans bestond ADF-Nalu al in de jaren ‘90, lang voordat er sprake was van IS.
Volgens een recente studie van de George Washington universiteit zijn er aanwijzingen dat het doel van ADF-Nalu is verschoven: van het omvergooien van het Oegandese regime naar het vestigen van een islamitische staat.
Volgens deze studie kreeg ADF-Nalu geld van IS en communiceerden de twee groepen met elkaar. Er zou geen ‘rechtstreeks bevel en controle’ van IS op ADF-Nalu-operaties zijn.
De mogelijke link tussen ADF-Nalu en IS gaat terug tot april 2019. IS begon toen plots aanvallen van ADF-Nalu op te eisen. Volgens de expertengroep van de VN waren deze claims vaak inaccuraat, wat ‘de beperkte kennis en controle van IS over operaties van ADF-Nalu aantoont’.
Volgens vele analisten moet het opeisen van de aanvallen door IS dan ook beschouwd worden als een opportunistische daad, zeker nu de terreurgroep moeilijkheden ondervindt en haar voornemen om een wereldwijd kalifaat te stichten niet wil lukken.
ADF-Nalu als een strategisch label
Maar volgens onderzoeker Peer Schouten is er meer aan de hand. Zo zou de link met IS de bekendheid van de gewapende groep vergroten. En daar zouden meerdere partijen, waaronder ook de Congolese staat, wel bij varen.
‘Hierdoor krijgt ze internationale hulp en middelen. President Tshisekedi kan nu ook zeggen: “Ik ben leider van een regime dat terroristen wil bestrijden”. Zo krijgt hij de legitimiteit die hij zoekt.’
‘Het materiaal van de vredesmissie Monuscu ging niet naar de zones waar ADF-Nalu verbleef.’
‘De aanwezigheid van enkele beruchte gewapende groepen is ook heel belangrijk voor sommige Congolese generaals’, vervolgt Schouten. ‘Bij een offensief krijgen ze extra salarissen. Bovendien zijn het echte entrepreneurs: ze gebruiken de chaos om macht en geld te verwerven.’
‘Zo gaf Monusco in het verleden veel logistieke hulp aan legerunits in en rond Beni. Maar het materiaal van de vredesmissie ging niet naar de zones waar ADF-Nalu verbleef. Het kwam terecht in regio’s die geassocieerd werden met illegale houtkap, of het werd gebruikt om illegale belastingen te kunnen heffen op de bevolking’, verduidelijkt Schouten.
Dat sommige leden van het Congolese leger zich met criminele activiteiten bezighouden, wordt ook bevestigd in het rapport van de expertengroep. Daarin staat dat enkele militairen illegaal belastingen oplegden aan cacaoboeren: als een cacaoboer zijn veld verliet moest hij een geldsom betalen. Deze belasting kreeg de naam ‘fini la récréation’ (de speeltijd is over, red.).
Schouten besluit: ‘ADF-Nalu wordt momenteel geviseerd, maar de dynamiek is veel ingewikkelder. Het label van een gewapende groep zoals ADF-Nalu wordt ook strategisch als bliksemafleider gebruikt.’