Verdeeldheid binnen Fatah groeit
Ferry Biedermann
26 juli 2004
Een kogelgat in een gordijn van de luxevilla van de Palestijnse oppositieleider Nabil Amr is wat rest van een politieke afrekening binnen de Fatah. Amr, een criticus van de Palestijnse leider Jasser Arafat, raakte zwaargewond maar bevindt zich niet langer in kritieke toestand. Hetzelfde kan niet worden gezegd van de Palestijnse politiek.
“Ze schoten om te doden. Dit was een poging tot politieke moord”, zegt de oudste zoon van het slachtoffer, Tarek Amr. Eerder incidenten bleven beperkt tot verbale intimidatie, slagen of schoten in de verte. Voor Jabr Asfour, de onderzoeksrechter die de schietpartij onderzoekt, is er een “rode lijn” overschreden. “Palestijnen die elkaar omwille van politiek naar het leven staan, dat is een schande”.
Krantenuitgever en parlementslid Nabil Amr nam twee jaar geleden ontslag uit het kabinet van Arafat als minister voor parlementaire zaken. Sindsdien geeft hij openlijk lucht aan zijn kritiek op Arafat en pleit hij voor democratische hervormingen. Volgens Tarek begonnen de mensen te denken dat zijn vader de plaats van Arafat wilde innemen. “Dat klopt niet, mijn vader wil hervormingen onder het bestuur van Arafat”.
Het geweld op de Westelijke Jordaanoever lijkt een gevolg van de onrust in Gaza. De verwachte terugtrekking van de Israëlische bezettinsmacht leidt er tot een machtsstrijd met repercussies tot in Ramallah. De Palestijnse premier Ahmed Qureia dreigt ermee af te treden wanneer Arafat hem niet de controle wil geven over het veiligheidsapparaat. Arafat zou nu bereid zijn Qureia de vrijheid te geven in de benoeming van een minister van binnenlandse zaken.
De wankelende positie van Arafat heeft de verdeeldheid binnen zijn Fatah-partij vergroot. De Arafatgetrouwe Bassam Abu Sharif heeft zo zijn eigen idee over de oprechtheid van de hervormers. “Nabil Amr en de andere zogenaamde oppositieleiders willen gewoon een groter stuk van de koek”, zegt Sharif. Toch vindt ook hij dat de Palestijnse leider de belangen met van het Palestijnse volk teveel reduceert tot de belangen van de Fatah-leden. De aanslag op Nabil Amr is volgens hem het werk van Israëli’s of “chaoten”.
De Palestijnse regering is haar eigen volk niet meer de baas, zo vindt onderzoeksrechter Asfour. Dat komt omdat Israël de Palestijnse politie niet wil toestaan gewapende patrouilles te organiseren of van stad tot stad te reizen. “We hebben de controle verloren over Jenin en Nabloes op de Westelijke Jordaanoever en over Rafah in Gaza”, zegt Asfour. “Zelfs militante groepen als de al-Asqa martelarenbrigades kunnen er niet meer efficiënt communiceren met hun leden, die steeds gewelddadiger worden”.
“Het huidige politieke establishment is corrupt en inefficiënt”, zo vindt ook de politiemand, “Ze zijn er niet in geslaagd ons te bevrijden van de bezetting”. Toch moet Arafat daarom niet opstappen, zo voegt Asfour er haastig aan toe. “Hij is onze verkozen leider en het symbool van het Palestijnse volk. De betogingen zijn niet tegen hem gericht”.
Ferry Biedermann
Xml=3
Ref: mm ip