Verkiezingen Afghanistan worden mannenzaak
Ashfaq Yusufzai
01 januari 1970
Veel vrouwen in Afghanistan zullen bij de presidentsverkiezingen zaterdag niet stemmen. Ze mogen niet van hun mannen of van andere mannelijke familieleden. Vaak registeren ze zich ook niet onder druk van de familie, zegt verkiezingsambtenaar Shahla Ghaffar Khan.
Khan helpt bij de registratie van Afghaanse vluchtelingen in de Pakistaanse grensstad Peshawar. Volgens de Verenigde Naties vormen de Afghaanse vluchtelingen in Iran en Pakistan een belangrijke groep kiezers. Samen zijn ze goed voor ongeveer 10 procent van het electoraat.
Voor de registratie van de vluchtelingen werd gisteren vanwege de grote belangstelling een extra dag ingelast. In West-Pakistan zijn ongeveer 1670 registratiepunten opgezet, waar zaterdag ook gestemd kan worden. Volgens Stuart Poucher, regiohoofd van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) hebben zich in vier dagen tijd 650.000 Afghanen geregistreerd. Er was gerekend op 800.000 registraties.
Van de 320.000 kiezers die zich zondagavond hadden gemeld, was een kwart vrouw. Volgens Parveen Basheeri, onderwijzeres aan een plaatselijke school, is de werkelijkheid minder rooskleurig. Veel Afghaanse vrouwen hebben zich wel geregistreerd, maar ze weten nauwelijks wat de verkiezingen inhouden en hoe ze hun stem moeten uitbrengen, zegt zij. De politieke partijen doen er volgens haar weinig moeite voor vrouwen bij de verkiezingen te betrekken. Zelfs president Karzai, die volgens Basheeri erg populair is onder de vluchtelingen in Peshawar, heeft geen moeite gedaan om voorlichting voor vrouwen te regelen. De met de steun van de Verenigde Staten als interim-president aangestelde Karzai zal naar verwachting zijn zeventien concurrenten ver achter zich laten en de verkiezingen winnen.
Uit een recent onderzoek van de Asia Foundation, een Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie, blijkt dat 87 procent van de Afghanen vindt dat vrouwen de toelating van hun man of van het hoofd van de familie moeten hebben om te mogen stemmen. Achttien procent van de ondervraagde mannen gaf aan dat ze hun vrouw wilden verbieden te stemmen. In Zuid-Afghanistan was dit één op de vier mannen.
Volgens de Asia Foundation gaat maar een klein deel van de vrouwen, voornamelijk de hoger opgeleiden, stemmen. De stichting concludeerde uit gesprekken bij registratiepunten dat waarschijnlijk niet alle vrouwen die zich registreren, daadwerkelijk een stem gaan uitbrengen. Ze verwachten dat ze dat van hun familieleden niet mogen.
De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) duidde de relatief hoge registratie van vrouwen als een belangrijk tegen van vooruitgang, maar de organisatie waarschuwde in een vandaag (dinsdag) uitgekomen rapport dat vrouwen op grote schaal worden geïntimideerd. Ook de onveilige situatie draagt eraan bij dat ze niet vrij zijn om te stemmen.
In het 39 pagina’s tellende rapport wordt uit de doeken gedaan hoe krijgsheren en hun facties, de Taliban en verschillende opstandelingengroepen vrouwelijke overheidsfunctionarissen, journalisten, verkiezingsmedewerkers en mensenrechtenactivisten bedreigen en intimideren.
Een mensenrechtenactiviste uit het noorden van Afghanistan vertelde Human Rights Watch dat ze per mobiele telefoon bedreigd werd. “Jij doet dingen die je niet moet doen. We vermoorden je als een voorbeeld voor andere vrouwen,” kreeg ze te horen.
Veel Afghaanse vrouwen riskeren hun veiligheid als ze volwaardig deelnemen aan de samenleving, zegt LaShawn R. Jefferson, uitvoerend directeur van de afdeling Vrouwenrechten van HRW in een verklaring. Nu de Taliban verdreven zijn, is de situatie van vrouwen wel verbeterd, maar nu zijn het de krijgsheren die actief proberen om vrouwen hun rechten te ontnemen.
Baseera (25) woont in vluchtelingenkamp Kacha Garhi. Ze zegt dat ze gaat stemmen, al denkt ze dat haar stem uiteindelijk weinig invloed heeft op de gang van zaken in haar land. Ze is Pasjtoen en voelt zich daarom verbonden met de huidige president Karzai, die uit dezelfde bevolkingsgroep afkomstig is. We kennen geen andere kandidaat dan Hamid Karzai”, zegt Baseera. Hij is ons enige sprankje hoop.
Pakistan kreeg in 1978 voor het eerst te maken met vluchtelingen uit Afghanistan. Nadat de toenmalige Sovjet-Unie in december 1979 de macht greep in Kaboel, nam de vluchtelingenstroom toe. Hun aantal liep in de jaren tachtig op tot meer dan vier miljoen. In het midden van de jaren negentig greep de radicale islamitische Talibanfactie de macht in Kaboel en het zuiden van Afghanistan. Door de strijd van de Taliban in het noorden van Afghanistan, vluchtten eind jaren negentig opnieuw honderdduizenden Afghanen naar Pakistan en Iran. In Afghanistan zelf raakten veel mensen ontheemd. (JS/PD)