Vissers verlaten opdrogend Tsjaadmeer
Mustapha Muhammad
11 januari 2010
Steeds meer Nigerianen trekken weg van het Tsjaadmeer. Het meer, een van de grootste in Afrika, droogt razendsnel op.
“Ik ga in Ibadan, in het zuiden, wonen”, zegt Adamu Modu, een 25-jarige visser uit Doron-Baga aan de oevers van het Tsjaadmeer. “Daar is voldoende vis. Zo kan ik blijven vissen en mijn leven aangenamer maken.”
In het Tsjaadmeer ving Modu vroeger voor 3000 naira (ongeveer 140 euro) vis per dag. “Nu is onze vangst nog maar 750 naira, of zelfs minder.” Hij sluit nu aan bij de aanzwellende stroom mensen, vooral jongemannen, die hun geluk gaan beproeven in het zuiden.
Vrouwen in de meerderheid
In dorpen zoals Doron-Baga zijn vrouwen en kinderen stilaan in de meerderheid. Ramatu Abdullahi’s man is drie maanden geleden eveneens naar het zuiden getrokken. Hij beloofde geld op te sturen voor haar en hun vier kinderen.
Eenvoudig is dat niet. Migranten die niet als visser aan de slag kunnen, worden meestal kleine handelaars of arbeiders in grote steden zoals Ibadan of Lagos; velen verdienen te weinig om hun achtergebleven gezinnen te onderhouden.
Abdullahi is niet van plan lijdzaam af te wachten. Maar ook de opbrengst van haar akkers staat onder druk. “De woestijn neemt steeds landbouwgrond in. Naarmate het water zich terugtrekt, rukt het Saharazand op. Het is een strijd om te overleven. Toen ik zag dat mijn oogst gestaag achteruitging, ben ik met irrigatie beginnen te werken maar ook daarmee is de opbrengst weinig bemoedigend.”
Een tiende
Met het water verdwijnt het inkomen van meer dan 30 miljoen mensen rond het meer die van de visserij en de landbouw leven.
De laatste dertig jaar is het Tsjaadmeer tot minder dan een tiende van zijn oorspronkelijke grootte gekrompen, van 25.000 tot 2000 vierkante kilometer. De regenval is met de helft verminderd, van 800 millimeter per jaar in de jaren zestig tot 400 millimeter nu”, zegt geoloog Ibrahim Goni van de Maiduguri-universiteit. De klimaatverandering met zijn hogere temperaturen doet het resterende water ook sneller verdampen.
Ook menselijke activiteit is verantwoordelijk voor de teloorgang van het Tsjaadmeer. Talrijke kleine dammen in Niger, Kameroen en Tsjaad hebben de hoeveelheid water in de Chari en de Logone, rivieren die het meer voeden, aanzienlijk doen verminderen. “De bouw van irrigatiedammen stroomopwaarts, zoals de Tiga- en Challawa-dammen in Kano, verminderen het water dat naar het meer wordt aangevoerd”, zegt Goni. Doordat het water minder diep is in de rivieren, gedijen sommige waterplanten die de visserij en de irrigatie flink bemoeilijken.