Vlaming spreekt Algemene Vergadering VN toe over aids

Nieuws

Vlaming spreekt Algemene Vergadering VN toe over aids

Vlaming spreekt Algemene Vergadering VN toe over aids
Vlaming spreekt Algemene Vergadering VN toe over aids

08 juni 2011

Dertig jaar na het ontstaan van de aidsepidemie en tien jaar na vorige grote Conferentie over de ziekte komen de VN-lidstaten opnieuw samen. Van 8 tot 10 juni blazen wereldleiders verzamelen in New York voor een speciale sessie van de Algemene Vergadering van de VN die moet leiden tot een nieuwe Verklaring die de huidige engagementen van de lidstaten moet bevestigen en die acties bevat om de globale strijd tegen aids in de komende jaren richting te geven. Vandaag, 8 juni, zal Gorik Ooms, onderzoeker aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde en de universiteit van Yale, de Algemene Vergadering toespreken. Hieronder zijn toespraak.

Excellenties, Dames en Heren,

UNAIDS stelt een gewaagd nieuw mondiaal pact tegen aids voor. Om te begrijpen hoe gedurfd het is moeten we het vergelijken met de vorige.

Slecht 127 jaar geleden – slechts vier generaties geleden – in Berlijn, besloot een handvol sterke staten dat het heel vanzelfsprekend was om Afrika onderling te verdelen, zonder de mening van de Afrikanen te vragen. Dat was het mondiaal pact, toen. Slechts 67 jaar geleden – slechts twee generaties geleden – eerst varende op de Atlantische Oceaan en dan in Bretton Woods, bepaalde alweer een handvol sterke staten een nieuw mondiaal pact: vrijhandel tussen onafhankelijke en zelfredzame natiestaten. Dat was ongetwijfeld een stap in de goede richting, maar het betekende ook dat rijkere landen geen verantwoordelijkheid namen voor onrechtvaardigheden uit het verleden, zoals kolonisatie en slavernij, en evenmin verantwoordelijkheid namen voor toekomstige onrechtvaardige handelsverhoudingen.

Wat dat inhield werd pijnlijk duidelijk toen antiretrovirale behandeling beschikbaar werd, en rijkere landen op schaamteloze wijze aan armere landen lieten weten dat zij die best niet zouden gebruiken, omdat het ‘eeuwigdurende afhankelijk’ zou creëren. Dat was slechts 11 jaar geleden – nu heb ik over onze generatie.

Aidsactivisten van over de hele wereld verwierpen dat mondiaal pact. In de naam van het mensenrecht op gezondheid eisten ze de zogenaamd ‘onduurzame’ verstrekking van aidsremmers voor iedereen die ze nodig had. En ze slaagden in hun opzet. Slechts 10 jaar geleden, in dit gebouw, hebben de Verenigde Naties het Wereldfonds tegen Aids, Tuberculose en Malaria opgericht, en aldus een nieuw mondiaal pact in het leven geroepen. Rijkere landen aanvaardden een gedeelde verantwoordelijkheid, en dat was geen vergissing. Als we geen gedeelde verantwoordelijkheid voor het overleven van medemensen aanvaarden, over landsgrenzen heen, hoe zouden we dan ooit kunnen rekenen op gedeelde verantwoordelijkheid voor klimaatverandering, internationale criminaliteit, of terrorisme?

Dat nieuwe mondiale pact is niet zonder gebreken. We moeten de waarheid onder ogen durven zien. Al te veel armere landen leunen op de mondiale respons tegen aids, en vergaten hun eigen verantwoordelijkheid. Alle landen moeten de principes van wederzijdse sociale bescherming omarmen: de rijkeren steunen de armeren, en zij die gezond zijn steunen zij die minder gezond zijn. Zelfs in de armste landen kunnen deze principes het verschil maken. Ik geloof in de universaliteit van deze principes: alle culturen herkennen deze principes, op de ene of andere manier.

Maar als ze universeel zijn, waarom zouden we ze dan enkel binnen landsgrenzen toepassen? Als de rijkeren de armeren moeten steunen, en zij die gezond zijn zij die minder gezond zijn moeten steunen, dan moeten we die principes over landsgrenzen heen toepassen, en streven naar een bescheiden vorm van mondiale sociale bescherming. Aan de inwoners van armere landen in deze zaal: ik pleit niet voor ‘eeuwigdurende afhankelijkheid’. Ik wil niet dat uw kleinkinderen afhankelijk zijn van de bijdragen van mijn kleinkinderen. Ik wens dat onze kleinkinderen elkaar zullen steunen. Minister Kouchner, hier aanwezig, heeft ooit een dergelijk voorstel gelanceerd. De tijd is gekomen om het nieuw leven in te blazen.

Want, Dames en Heren, rijkere landen zijn aan het twijfelen over wat ze ooit beloofd hebben. En ze vinden steun in onverwachte hoeken: bij mensen die vinden – ook in de naam van het mensenrecht op gezondheid – dat het gevecht tegen aids al meer dan genoeg aandacht en middelen heeft gekregen. En ze hebben niet helemaal ongelijk. Als gezondheid een mensenrecht is, dan hebben mensen met aids dat recht, maar vrouwen die een keizersnede nodig hebben ook. De verdeeldheid tussen gezondheidsactivisten – het uitspelen van het ene gezondheidsprobleem tegen het andere – is een zwakte die we ons niet kunnen veroorloven. Dit is een vergadering over aids, en het mandaat van UNAIDS is beperkt tot aids, maar desondanks moeten we een brug slaan naar onze bondgenoten, die vechten tegen moeder- en kindersterfte, tegen niet-overdraagbare ziekten, of voor sterkere gezondheidsstructuren. Sociale bescherming, met een mondiale dimensie inbegrepen, kan ons verenigen en een mondiaal pact voor deze eeuw vormen.

Dank voor uw aandacht.