Vluchtende Libanezen en toeristen getuigen over lukrake bombardementen

Nieuws

Vluchtende Libanezen en toeristen getuigen over lukrake bombardementen

Dahr Jamail

17 juli 2006

“Alles wordt gebombardeerd”, zegt een leraar uit de Verenigde Staten die in Beiroet op vakantie was. “Het is terreur. We zijn letterlijk geterroriseerd.” Uit gesprekken met mensen op de vlucht voor de bombardementen in Libanon komt steeds weer naar voren dat de Israëli’s woonwijken en infrastructuur viseren, niet alleen Hezbollahcentra.

De Israëlische bombardementen hebben al 141 Libanese burgers gedood, en vannacht en vannochtend (maandag) vielen er nog eens 23 doden. Diverse grensovergangen tussen Syrië en Libanon worden overspoeld met vluchtelingen – zowel Libanezen als toeristen. Libanon heeft een lange grens met Syrië.

“Als ze de Hezbollah willen treffen, laat ze de Hezbollah treffen, maar niet de burgers. Maar de burgers zijn de enigen die ze treffen. We hebben drie nachten niet geslapen uit angst. Je weet nooit wanneer de Israëli’s ons bombarderen, ze viseren alles”, zegt de gevluchte 25-jarige leraar sociale wetenschappen Abdul Rahman. Hij woonde met zijn familie in het centrum van Beiroet, in de buurt van het gebouw van de Verenigde Naties.

Rahmans moeder vreest voor haar 96-jaar oude vader die ze hebben moeten achterlaten. “We kunnen hem niet verplaatsen omdat hij te zwak is”, zegt ze. “Piekeren is al wat we nu kunnen doen, want de Israëli’s nemen wraak op de onschuldigen.”

Abud Aziz, een 31-jarige Libanese banketbakker uit Beiroet steekt met een koffer de grens naar Syrië over. Hij is op zoek naar voedsel en water. Sinds zaterdag is er geen water of elektriciteit in Beiroet, zegt hij.

“Gisteren zag ik hoe twee ziekenhuis gebombardeerd werden. Niemand die in Beiroet blijft is veilig. In geen geval.”

“Ik zag ze gisteren een ziekenhuis in Beiroet bombarderen”, zegt ook Hamed, een 25-jarige bouwvakker. “ Ze bombarderen alles – huizen, casino’s, tankstations en ontelbare bruggen.”

Zondag vuurde de Hezbollah meer dan twintig raketten af op de Israëlische havenstad Haifa. Daarbij kwamen acht mensen om. In het totaal heeft het de afgelopen dagen meer dan 400 raketten afgevuurd op Israël.

De Hezbollah heeft duidelijk de middelen om terug te slaan naar Israël. Het is een goed bewapende en goed georganiseerde politieke en militaire groepering van sjiitische moslims in Libanon. Aanhoudende aanvallen door de Hezbollah dwongen Israël in mei 2000 om zich terug te trekken uit zuid-Libanon.

Maar niet alle Libanezen steunen de Hezbollah. Maar zo’n 60 procent van de Libanezen is moslim – de meesten sjiitisch, en uit die groep haalt de groepering zijn aanhang. Maar de rest van de bevolking zijn bijna allemaal christenen. Moslims en christenen vochten een 15-jarige burgeroorlog uit die in 1991 eindigde. De Hezbollah heeft waarschijnlijk meer aanhangers buiten Libanon dan erin.

De Israëlische premier Ehud Olmert waarschuwde Libanon voor “verstrekkende” gevolgen na de raketaanslagen. Het Israëlische leger zei dat het alle burgers had verwitoogd dat ze zuidelijk Libanon moesten verlaten.

Veel van de vluchtelingen vertellen over paniek in Libanon. “De Israëli’s bombardeerden een brug naar de luchthaven en doodden veel mensen”, zegt de 26-jarige Hasna. “Toen mensen naar de brug toeliepen om de gewonden te helpen, bombardeerden de vliegtuigen opnieuw.” Ambulances zijn meestal niet beschikbaar omdat het te gevaarlijk is. “Wij waren de laatste mensen om weg te gaan uit onze buurt. De straat daar was zo goed als verlaten.”

Alham Aras, een Deense vrouw die op vakantie was in het Libanese Tripoli, reed zondag met haar zes kinderen naar de grens. Ze zegt dat ze was weggegaan op aanraden van haar ambassade. “De oorlogsvliegtuigen bombardeerden de Palestijnse kampen in Tripoli”, zegt ze. “Ze vallen de kuststrook aan, en de haven van Tripoli is ook aangevallen.”

Haar 14-jarige dochter Barihan al-Jassim zegt: “Iemand moet deze waanzin stoppen. Hoe kan het dat een land op deze manier gebombardeerd wordt en dat niemand hen tegenhoudt?” (ADR)