'VN laten misbruikslachtoffers aan hun lot over'
IPS
18 april 2017
Verschillende slachtoffers van seksueel misbruik door VN-blauwhelmen in de Centraal-Afrikaanse Republiek hebben geen enkele hulp van de Verenigde Naties gekregen. Dat stellen Zweedse onderzoekers.
Het seksueel misbruik in de Centraal-Afrikaanse Republiek kwam drie jaar geleden aan het licht. Een Zweeds filmteam zocht een aantal slachtoffers op die stellen dat de beloofde hulp van het VN-kinderfonds Unicef nog steeds op zich laat wachten.
‘Het gaat er in dit geval niet om dat de misdaden begaan zijn tegen kinderen, maar dat er vervolgens hulp beloofd is waar nooit meer iets over gehoord is’, zegt Paula Donovan, mededirecteur van AIDS-Free World.
Deze organisatie documenteerde als eerste het seksueel misbruik door Franse militairen in 2015.
Kinderen tussen 8 en 15 jaar oud uit een vluchtelingenkamp vertelden dat ze seksuele handelingen moesten verrichten in ruil voor voedsel en andere goederen. Veertien Franse militairen zouden bij het misbruik betrokken zijn geweest.
15 dollar, een zak rijst, melk en suiker
Onderzoeksjournalist Karin Mattisson en haar team spraken met Unicef, dat stelde dat de kinderen hulp hadden gekregen, en met kinderen die het tegenovergestelde beweren. Een slachtoffer, Martha, werd op 14-jarige leeftijd zwanger en liep aids op van een militair.
‘In eerste instantie zei Unicef dat de militair gevangenisstraf zou krijgen en dat de moeder en het kind hulp zouden krijgen, maar er gebeurde niets’
‘In eerste instantie zei Unicef dat de militair gevangenisstraf zou krijgen en dat de moeder en het kind hulp zouden krijgen’, zegt haar vriend. ‘Maar er gebeurde niets. Niemand kwam bij ons. We moesten zelf voor het kind zorgen.’
Martha stelt dat ze een “cadeautje” kreeg: het equivalent van 15 dollar, een zak rijst, melk en suiker. De militair werd naar huis gestuurd en het is onduidelijk of er strafmaatregelen tegen hem zijn genomen.
Twee jongens die ook seksueel misbruikt werden en hun verhaal vertelden tijdens het eerste VN-onderzoek, zeggen ook dat ze geen hulp hebben gehad. ‘We proberen onszelf te redden. We halen water voor mensen en wassen auto’s. Zo leven we sinds die tijd.’
Informatie reist traag
Unicef-woordvoerder Najwa Mekki stelt, in reactie op deze beschuldigingen, dat Unicef hulp geboden heeft aan kinderen waarvan bij hen bekend is dat ze misbruikt zijn, en dat in 2015 de rapportageprocedures, slachtofferhulp en het personeelsbestand zijn verbeterd.
Duidelijke en beknopte informatie over dergelijke zaken doet er vaak lang over om door de organisatiestructuur van de VN te “reizen”
‘We volgen de kinderen die in het Zweedse tv-programma genoemd worden en geven hulp waar dat passend is. Dat blijven we doen voor elk slachtoffer van seksueel misbruik dat zich meldt of waar we op gewezen worden’, zegt ze.
Anwarul Chowdhury, voormalig VN-ondersecretaris-generaal, zegt dat de bureaucratie bij de VN vaak een hindernis vormt om actie te ondernemen.
Duidelijke en beknopte informatie over dergelijke zaken doet er vaak lang over om door de organisatiestructuur van de VN te “reizen.”
‘Als de informatie eindelijk bij de secretaris-generaal aankomt, schiet er niet veel meer van over’, zegt hij. En zonder compleet bewijs wordt elk onderzoek een “schijnonderzoek”, voegt hij eraan toe.
Institutionele mislukking
Ondanks de stappen die de VN gezet heeft na het schandaal uit 2015, inclusief het opzetten van een onderzoekscommissie die het VN-antwoord op het seksueel misbruik ‘een grote institutionele mislukking’ noemde, zijn weinig tot geen strafmaatregelen genomen.
‘Hoge VN-functionarissen die beschuldigd werden van het misbruik van hun positie door het achterhouden van informatie, kwamen daar ook grotendeels mee weg’
Afgelopen januari werd een Frans onderzoek naar de zaken afgesloten zonder dat iemand in staat van beschuldiging werd gesteld.
Hoge VN-functionarissen die beschuldigd werden van het misbruik van hun positie door het achterhouden van informatie, kwamen daar ook grotendeels mee weg, zegt Donovan. Volgens haar is de ‘grote institutionele mislukking’ nog steeds gaande. ‘Het recht laat lang op zich wachten en wordt niet toegekend’, zegt Chowdhury.
Donovan wijst ook op de problematische rol van ‘insiders’ binnen de VN als het gaat om het aanpakken van de kwestie.
‘De mensen die deel zijn van het probleem, hebben de taak gekregen een oplossing te vinden. Zij zullen niet zeggen: Dit is er grondig fout in het VN-systeem en dat gaan we oplossen, omdat ze er zelf verantwoordelijk voor waren’, zegt ze.