VN proberen spanningen in Grote Meren te sussen
Gustavo Capdevila
18 augustus 2004
De VN willen zo snel mogelijk uitsluitsel bieden over de vraag wie verantwoordelijk is voor de moord op 160 Tutsi's in Burundi op 12 augustus. De VN-missies in Burundi en Congo sturen een onderzoeksteam ter plaatse. De VN sturen ook meer troepen naar de grensstreek om de vluchtelingenkampen in Burundi te beschermen.
Volgens de mensenrechtengroep Amnesty International hebben de Burundese FNL-rebellen de verantwoordelijkheid opgeëist voor de slachting in het Burundese Gatumba, nabij Bujumbura en op vier kilometer van de grens met Congo. 160 Congelese Tutsi-vluchtelingen, vooral vrouwen en kinderen, werden doodgehakt, neergeschoten en verbrand. Een honderdtal anderen raakten gewond. De aanvallers kwamen uit de richting van Congo. Maar volgens andere bronnen waren ook gewapende groepen Congolezen en Rwandezen betrokken bij het bloedbad.
Een woordvoerster van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten denkt dat de eerste resultaten van de VN-missies in Burundi (UNOB) en die in Congo (MONUC) deze week al bekend moeten zijn. De speculatie over de identiteit van de aanvallers voedt de politieke en etnische spanningen in Burundi en Congo. Burundi en Rwanda dreigen met aanvallen op Congolees grondgebied om te verhinderen dat de slachting zich herhaalt.
Mogelijk vraagt de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Louise Arbour ook de oprichting van een internationale onderzoekscommissie die waarnemers kan sturen. In ieder geval gaan de VN hun vredestroepen in Gatumba en andere vluchtelingenkampen versterken. Gisteren (dinsdag) stuurde UNOB twee contingenten van in totaal zeventig Zuid-Afrikaanse soldaten naar Rugombo en Karurama en de provincie Chibitoke. Twintig Pakistaanse soldaten worden opgesteld bij het kamp in Gasorwe en de provincie Muyinga. Vanaf vrijdag krijgen zij het gezelschap een honderdtal Ethiopische soldaten.
Intussen biedt het Wereldvoedselprogramma van de VN hulp aan de honderd gewonden die worden behandeld in vijf ziekenhuizen in de regio van Bujumbura. De 500 mensen die de aanval overleefden, worden ook door dat programma bijgestaan. De VN onderhandelen met de Burundese autoriteiten over een nieuwe plaats om de Tutsi’s te huisvesten op veilige afstand van de Congolese grens. Er zou een nieuw kamp worden opgericht in Giharo in de provincie Rutana op 120 kilometres van Bujumbura. In Gatumba zaten voor de aanval zo’n 860 Tutsi-vluchtelingen. Ze maakten deel uit van een groep van 20.000 vluchtelingen die in juni vluchtte voor de onlusten in Zuid-Kivu. (MM/ADR)