VN raken het niet eens over definitie terrorisme
Thalif Deen
24 november 2010
"Je weet wat terrorisme is als je het ziet", zeggen sommige diplomaten bij de Verenigde Naties in New York. Maar de discussie over "staatsterrorisme" blijft eensgezindheid over een sluitende definitie in de weg staan. Daardoor komen ook de aanslepende onderhandelingen over een internationale conventie tegen terrorisme geen stap verder.
Toen Israëlische commando’s in mei negen opvarenden doodschoten van een konvooi dat humanitaire hulp van Turkije naar de Palestijnse Gazastrook wilde brengen, noemde de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan de aanval een voorbeeld van staatsterrorisme. Toen de Pixies, Elvis Costello en andere rockgroepen als antwoord op het incident hun optredens in Tel Aviv afzegden, had de Israëlische organisator Shuki Weiss het over cultureel terrorisme.
De verschillende invulling die aan het woord terrorisme wordt gegeven, blijft de VN parten spelen. De organisatie richtte in 1996 een comité op dat maatregelen moet uitwerken om het terrorisme in te dammen. De VN hebben intussen al dertien conventies over deelaspecten van de strijd tegen het terrorisme goedgekeurd, maar een overkoepelend verdrag dat ook alle overige aangelegenheden zou regelen, is er nog niet. Er komt maar geen eensgezindheid over een in 2001 geschreven ontwerpconventie die de lacune zou moeten wegwerken.
Knelpunten
Veel VN-lidstaten zijn het in grote mate eens met de door India opgestelde ontwerptekst, maar er blijven knelpunten over. Vorige maand ondernam het comité een nieuwe, vruchteloze poging om de oude discussies te ontmijnen over de vraag of de conventie ook moet handelen over “vrijheidsstrijders” en “door de staat gesteund terrorisme”.
Sommige landen vinden het logisch dat de conventie ook handelt over gewelddadige acties die bepaalde landen ondernemen tegen hun burgers. Maar de tegenstanders argumenteren dat staten zich moeten houden aan andere regels binnen het internationaal recht die geweld aan banden leggen, en dat een conventie tegen het terrorisme die aspecten dus buiten beschouwing kan laten.
Anderzijds is er ook een voorstel om sommige acties van bevrijdingsbewegingen buiten de conventie te houden. Maar ook daartegen bestaat veel weerstand.
Politieke lading
In conflictregio’s als het Midden-Oosten krijgen de definities een duidelijk politieke lading. Voor Israël vallen alle gewapende acties van Palestijnen tegen Israëlische doelwitten onder de noemer terrorisme, terwijl vergeldingsaanvallen tegen Palestijnse burgers zelfverdediging heten. Voor veel Palestijnen zijn die aanvallen staatsterrorisme, terwijl de meeste gewapende acties die van de Palestijnse gebieden uitgaan, gezien moeten worden als de gerechtvaardigde acties van een bevrijdingsbeweging.
Volgens Rohan Perera, de voorzitter van de Ad Hoc Commissie voor de Eliminatie van Terrorisme van de VN, is de enige uitweg een operationele definitie van terrorisme te hanteren die zich op de strafwet oriënteert, eerder dan een algemene definitie. Die aanpak werd ook gevolgd in de dertien deelconventies die de VN konden afsluiten over de strijd tegen het terrorisme. Als dat principe ook voor de overkoepelende conventie zou worden gehanteerd, betekent dit dat staatsterrorisme en de daden van bevrijdingsbewegingen geen plaats krijgen in de tekst.