VN veroordelen spionage maar noemen NSA niet bij naam
Thalif Deen
29 oktober 2013
Als de Algemene Vergadering van de VN volgende maand een resolutie goedkeurt om de elektronische spionage op wereldleiders te veroordelen, dan zal de VS daarin niet met naam genoemd worden.
Een ontwerpresolutie, die momenteel in besloten kring circuleert, kon ingekeken worden door het persagentschap IPS. De tekst uit kritiek op “het uitoefenen van extraterritoriale surveillance” en “het onderscheppen van communicatie in buitenlandse jurisdicties”. Maar hoewel iedereen weet dat het om de Amerikaanse inlichtingendienst NSA gaat, weigert de resolutie de NSA of de Verenigde Staten bij naam te noemen.
Mensenrechten
De tekst stelt dat het vergaren van gevoelige informatie verantwoord is om de nationale veiligheid te beschermen of criminele activiteiten te onderzoeken, maar dat lidstaten zich moeten houden aan de internationale mensenrechten. “Het illegaal afluisteren van privéconversaties en het massaal onderscheppen van persoonlijke data van burgers is erg ingrijpend en vormt een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting en de privacy, en het bedreigt de fundamenten van de democratische samenleving.”
De resolutie pleit voor de oprichting van een onafhankelijk toezichtsorgaan dat de transparantie moet garanderen en overheden ter verantwoording kan roepen. Ze vraagt ook aan de Hoge Commissaris voor Mensenrechten Navi Pillay om een tussentijds rapport op te stellen over de praktijken. Dat moet in september volgend jaar behandeld worden op de Algemene Vergadering.
Niet ernstig
De Indiase journalist Chakravarthi Raghavan, die de Verenigde Naties al sinds de jaren zestig volgt, vindt dat de resolutie een proces in gang kan zetten om tot een beter evenwicht te komen tussen de nationale belangen van landen en de mensenrechten. Dat is nodig, want anders “werkt de wereldorde onder de VN niet meer en daar zal niemand ongeschonden uitkomen”, zegt hij.
Veel hangt af van de verdere behandeling en aandacht door de Algemene Vergadering. “Eerlijk gezegd ben ik er niet van overtuigd dat landen die het thema nu aankaarten het helemaal ernstig menen”, zegt hij. “Als ze dat wel deden, dan zouden ze Edward Snowden asiel verlenen en niet onder een hoedje spelen met de VS om hem te proberen arresteren.”
Druk van VS
De onthullingen over de Amerikaanse spionage zijn voor het grootste deel afkomstig van Snowden.
Volgens een diplomaat uit een ontwikkelingsland, die liever anoniem wil blijven, zal de ontwerpresolutie nog evolueren voor ze midden november ter stemming komt op de Algemene Vergadering. Maar de kans dat de VS er in genoemd worden, acht hij klein. De VS staan bekend om hun diplomatieke druk, zegt hij, en bovendien speelt iedereen het spel, ook de Fransen, Duitsers, Chinezen en Russen.
Raghavan wijst erop dat, zelfs als de andere landen niet openlijk de spionage veroordelen, de praktijken van de NSA een systematische inbreuk betekenen op een aantal internationale overeenkomsten, zoals de Wereldhandelsakkoorden, de verdragen rond Intellectuele Eigendommen (TRIPS) en Diensten (GATS). En natuurlijk ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de diplomatieke verdragen. “Stuk voor stuk de wortels van het internationale recht”, besluit hij.