VN-vredesmissies kampen met structureel geldgebrek
Thalif Deen
28 mei 2004
Bovenop de recente beschuldigingen van seksueel misbruik brengt ook structureel geldgebrek de VN-vredesmissies in verlegenheid. De VN willen het aantal blauwhelmen uitbreiden van 53.500 tot meer dan 70.000 tegen het einde van dit jaar, maar die doelstelling lijkt onhaalbaar. In december hadden de VN maar liefst 439 miljoen achterstallige betalingen aan vooral ontwikkelingslanden die troepen leveren, en sommige landen wachten al tien jaar op hun geld.
Kofi Annan had 502 miljoen dollar gevraagd voor de vredesmissie in Ivoorkust die in april van start ging, maar hij kreeg er maar 297. Voor de financiering van verwachte nieuwe operaties in Soedan, Haïti en Burundi is het koffiedik kijken. De nieuwe missies zouden het jaarlijkse budget voor vredeshandhaving zo goed als verdubbelen, tot 4 miljard dollar. Relatief weinig, als je weet dat burgeroorlogen jaarlijks 120 miljard dollar kosten, vindt Jean-Marie Guehenno, de vice-secretaris-generaal voor VN-vredesoperaties.
Maar de huidige 15 vredesmissies kosten de VN al handen vol geld. De landen die de meeste blauwhelmen leveren, klagen nu al dat de betalingen uitblijven. De VN zijn ons meer dan 14,4 miljoen dollar schuldig, onder meer voor troepen die in 1990 dienden in Cambodja en Somalië, zei de Uruguayaanse diplomaat Santiago vorige maand aan het begrotingscomité van de VN.
Ook de andere traditionele troepenleveranciers klagen. Pakistan levert momenteel 7.680 soldaten en wacht op 53,2 miljoen dollar. Bangladesh stuurde 6.362 mensen en wacht op 47,8 miljoen dollar. Ook India, Jordanië en Nigeria sturen veel manschappen maar kregen daar voorlopig niet (volledig) voor betaald. Westerse landen sturen veel minder blauwhelmen; de grootste aantallen komen van Portugal en de Verenigde Staten, maar ook zij komen nooit boven de 600 manschappen uit.
De ontwikkelingslanden subsidiëren nu de VN-vredesmissies, zegt een Zuid-Aziatische diplomaat in de wandelgangen van het VN-hoofdkwartier in New York. Maar zonder snelle aanzuivering van de schulden kunnen wij geen troepen blijven leveren.
Het geldgebrek ligt in grote mate aan de achterstallige bijdragen van de VN-lidstaten. Toen de VN in december 2003 439 miljoen dollar achterliepen met vergoedingen aan landen die blauwhelmen leverden, hadden ze zelf voor meer dan 1,1 miljard dollar tegoed van de lidstaten. De Verenigde Staten, de grootste geldschieter van de VN, is tevens de grootste schuldenaar. Washington is New York nog 482 miljoen dollar schuldig.
Japan, de op één na de grootste geldschieter van de VN-vredesmissies, klaagde vorige week dat het zo’n 900 miljoen dollar zou moeten ophoesten. Dat is een enorm bedrag - meer dan wat wij jaarlijks als officiële bilaterale ontwikkelingshulp aan Afrika geven, rekent de Japanse amabassadeur Toshiro Ozawa voor. Moeten we niet erkennen dat de verhoogde budgetten voor vredeshandhaving het geld verteren dat anders naar ontwikkelingshulp en armoedebestrijding zou gaan? (ADR/MM)