Voedselactivisten willen labels voor kloonvlees

Nieuws

Voedselactivisten willen labels voor kloonvlees

Aileen Wagefeld en Lisa Vives

17 januari 2008

Is het een goed idee om vlees van gekloonde dieren zonder label in de winkelrekken toe te laten ? Organisaties die zich inzetten voor voedselveiligheid in de Verenigde Staten vinden van niet, omdat het dan moeilijk wordt om na te gaan wat de gevolgen op lange termijn zijn van de consumptie van kloonvlees.

Het Amerikaanse Federale Voedselagentschap (FDA) maakte woensdag bekend dat het na zes jaar onderzoek tot de conclusie is gekomen dat het eten van kloonvlees perfect veilig is. Bijgevolg is het volgens de FDA niet nodig om het vlees van een label te voorzien. “Vlees van gekloonde koeien, varkens en geiten is net zo veilig als het vlees dat we nu eten”, zei dr. Stephen Sundloff, hoofd van de dienst voedselveiligheid bij de FDA.

De kloontechniek bestaat erin het genetisch materiaal van een te klonen dier of mens te introduceren in een eicel waarvan de celkern is verwijderd. Op die manier ontstaat een embryo dat genetisch identiek is met het origineel en dat wordt gedragen door een moederdier waarmee het niet genetisch verwant is.

Organisaties die zich inzetten voor voedselveiligheid vinden het geen goed idee om kloonvlees zonder label in de winkelrekken te laten. “Er is niet onderzocht hoe mensen reageren als ze vlees of melk consumeren van gekloonde dieren”, zegt Jaydee Hanson van het Centre for Food Safety in Washington, “En als je geen labels hebt, kan je dat ook niet opsporen.” Hanson wil nu de Amerikaanse parlementsleden ervan overtuigen labelling toch verplicht te maken.

“De mogelijkheid blijft bestaan dat gekloonde dieren subtiele genetische afwijkingen hebben die hun gezondheid bedreigen of ze ongeschikt maken voor consumptie”, zeg Margaret Mellon, directrice van het Food and Environment Programma bij de Union of Concerned Scientists. “De FDA moet het vlees van de markt houden tot er een verplicht mechanisme is om de herkomst van het vlees op te sporen, zodat warenhuizen het eventueel kunnen weren.”

Wantrouwige consumenten

“Er is niet onderzocht hoe mensen reageren als ze vlees of melk consumeren van gekloonde dieren. En als je geen labels hebt, kan je dat ook niet opsporen.”

Peilingen geven aan dat de mensen eerder wantrouwig staan tegenover gekloond vlees. De helft van de 30.000 mensen die de FDA om hun mening heeft gevraagd, zeiden dat ze toch liever een label op het vlees zouden zien. Uit een vroegere peiling van het Pew Initiative on Food and Biotechnology bleek dat 64 procent van de ondervraagden zich “ongemakkelijk” voelde bij het klonen van dieren, en 46 procent “zeer ongemakkelijk”.

Voorlopig ziet het er niet naar uit dat er veel gekloond vlees zijn weg naar de consument zal vinden. Omdat een gekloond kalf in de VS tussen 15.000 en 20.000 dollar kost, tien keer meer dan een gewoon kalf, zullen de gekloonde koeien en varkens vooral als kweekdieren worden gebruikt. De voorstanders van de techniek zeggen dat er op die manier dieren met smakelijk en mager vlees kunnen worden gekweekt, die bovendien bestand zijn tegen de gekkekoeienziekte en mond- en klauwzeer.

Gekloonde dieren hebben vaker last van genetische afwijkingen, wat de techniek voorlopig ongeschikt maakt voor gebruik op industriële schaal. Volgens de voorstanders van het klonen komen dieren met een afwijking sowieso niet in aanmerking voor de slacht. Het eerste gekloonde dier, het Schotse schaap “Dolly”, stierf op zesjarigeleeftijd aan een longziekte en artritis, hoewel haar normale levensduur twaalf jaar had moeten zijn.

Naast de VS hebben ook de autoriteiten in Nieuw-Zeeland en Australië laten weten dat kloonvlees wat hun betreft veilig is. Canada en Argentinië bereiden gelijkaardige rapporten voor. In de Europese Unie kunnen burgers nog tot 25 februari hun mening kwijt op de site van het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFS