Voedselproductie biedt enorme kansen om uitstoot terug te dringen

Nieuws

Rapport Wereldbank benadrukt dat alle landen nu actie moeten ondernemen

Voedselproductie biedt enorme kansen om uitstoot terug te dringen

Voedselproductie biedt enorme kansen om uitstoot terug te dringen
Voedselproductie biedt enorme kansen om uitstoot terug te dringen

IPS

13 mei 2024

De voedselsystemen in de wereld bieden enorme kansen om de uitstoot te verminderen, besluit de Wereldbank in een lijvig rapport. Zelfs met bestaande technologieën kan de uitstoot van broeikasgassen met bijna een derde naar beneden, en dit zonder hoge kosten.

AMISOM Public Information (CC0 1.0 DEED)

Het rapport benadrukt dat alle landen nu actie moeten ondernemen om tegen 2050 netto nul emissies te bereiken in het voedselsysteem.

AMISOM Public Information (CC0 1.0 DEED)

Volgens het 250-pagina’s tellende rapport moet ons voedselsysteem op de schop, “want het maakt de planeet ziek”. De analyse lijst op hoe het wereldwijde landbouw- en voedingssysteem in zijn huidige vorm de grenzen overschrijdt van wat de planeet aankan.

Hoewel de “agrofoodsector” - dat is de productie, verwerking, distributie en consumptie van voedsel en landbouwproducten - goed is voor een derde van de totale uitstoot van broeikasgassen wereldwijd, staat de sector minder hoog op de klimaatagenda dan bijvoorbeeld de energiesector, industrie of transport.

Groeilanden

De tien grootste uitstoters via hun respectieve agrofoodsystemen zijn China, Brazilië, India, de Verenigde Staten, Indonesië, de Democratische Republiek Congo (DRC), Rusland, Canada, Pakistan en Argentinië.

‘Het goede nieuws is dat het mondiale voedselsysteem de planeet kan genezen - door de bodem, ecosystemen en mensen gezonder te maken, en tegelijk CO2 in de grond te houden.’

Landen met een gemiddeld inkomen leveren de grootste bijdrage aan de uitstoot van het wereldwijde agrofoodsysteem in absolute cijfers. Dat komt door de snelle industrialisatie en groei van de consumptie in deze landen. Ze volgen een gelijkaardig emissierijk ontwikkelingstraject als de welvarende landen, maar dan met veel grotere en sneller groeiende bevolkingen.

Rijke landen, zoals de VS en Canada, hebben nog steeds de hoogste uitstoot per hoofd van de bevolking, en lage-inkomenslanden, bijvoorbeeld DRC, zien hun toename van de uitstoot het snelst stijgen.

‘Het goede nieuws is dat het mondiale voedselsysteem de planeet kan genezen - door de bodem, ecosystemen en mensen gezonder te maken, en tegelijk CO2 in de grond te houden’, zegt Axel van Trotsenburg, van de Wereldbank. ‘Dat is haalbaar in ons leven, maar landen moeten nu actie ondernemen.’

Verschillende manieren

Het rapport erkent dat landen hun klimaatdoelen op verschillende manieren zullen behalen. Zo moeten de groeilanden inzetten op mitigatie, dus het beperken van de uitstoot bij de voedselproductie. Hoge-inkomenslanden moeten hierbij het goede voorbeeld geven én deze landen ook steunen in hun overstap naar methoden en technologieën met een lage uitstoot in de landbouw.

Arme landen zitten volgens het rapport nog in een fase waarbij ze de fouten van rijkere landen kunnen vermijden. Ze moeten vooral klimaatslimme kansen grijpen om groenere en meer concurrentiële economieën op te bouwen om zo uitstoot te vermijden.

Het rapport benadrukt dat alle landen nu actie moeten ondernemen om tegen 2050 netto nul emissies te bereiken in het voedselsysteem. Dat vereist aanzienlijke investeringen die zichzelf volgens de Wereldbank wel met een veelvoud terugbetalen. Jaarlijkse investeringen in de vergroening van de voedselproductie moeten worden verhoogd tot 240 miljard om de uitstoot tegen 2030 te halveren. Een deel van dat geld kan gevonden worden door subsidies voor bijvoorbeeld veeteelt en fossiele brandstoffen af te schaffen.

De opbrengsten van die investeringen zijn volgens het rapport veel groter: ze zouden meer dan 3700 miljard aan voordelen opleveren. Het gaat dan onder meer om verbeteringen in de volksgezondheid, voedselzekerheid, betere jobs en meer winsten voor boeren, en klimaatwinsten door het vasthouden van CO2 in bossen en bodems.