Vredesakkoord Soedan wankelt na vijf jaar
Moyiga Nduru
19 januari 2010
Vijf jaar na het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Soedan, staat het land op een tweesprong. "Alleen een wonder kan desintegratie voorkomen. We zien de negatieve voortekenen al", zegt Khamis Lako, een kleine handelaar uit Juba, de hoofdstad van Zuid-Soedan.
Vijf jaar geleden, bij het bereiken van het vredesakkoord, klonken er optimistischer geluiden. Het akkoord bood, in ieder geval vanuit het gezichtspunt van het noorden van het Soedan, een laatste kans om te voorkomen dat het grootste land van Afrika uiteen zou vallen.
Met het vredesakkoord kwam er in 2005 een einde aan een conflict tussen het Arabische, islamitische noorden en het zwarte, christelijke zuiden. Dat conflict had 21 jaar geduurd. Volgens mensenrechtengroepen kwamen er in die periode twee miljoen mensen om.
Concrete resultaten
De vijfde verjaardag van het akkoord wordt vandaag herdacht in Yambio, de hoofdstad van de westelijke deelstaat Equatoria in Zuid-Soedan, vlakbij de grens met de Democratische Republiek Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Zelfs sceptici zoals Lako erkennen dat het vredesakkoord enkele concrete resultaten heeft opgeleverd. “Er wordt niet meer geschoten”, zegt hij. “Mensen kunnen nu over straat zonder lastiggevallen te worden.”
Het zuiden heeft zijn eigen regering, vlag en een staand leger – het voormalige Soedanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), destijds een rebellengroep. Bijna alle noordelijke troepen trokken zich terug uit het zuiden. De semi-autonome regio heeft ook een aantal verbindingsbureaus (ambassades die niet zo genoemd worden) in de belangrijkste hoofdsteden in de wereld. Het noorden en zuiden delen momenteel alleen hun nationaliteit en munteenheid.
Uitdagingen
Ondanks de geboekte resultaten staat Soedan nog steeds voor enorme uitdagingen. De vredespartners, de Soedanese Volksbevrijdingsbeweging (SPLM) en de regerende Nationale Congrespartij (NCP) in het noorden, moeten de grens tussen beide regio’s, zoals die bij de onafhankelijkheid in 1956 was, nog vaststellen. Daarbij staat de Soedanese olie op het spel. Het gebied waar olie gewonnen wordt, ligt in de grensregio, hoewel het grootste deel in het zuiden ligt.
Eerder deze maand waarschuwde Ghazi Salaheddin van de NCP, een adviseur van president Omar Al Bashir, dat het referendum over de Zuid-Soedanese onafhankelijkheid in januari 2011 tot een nieuwe oorlog kan leiden als belangrijke kwesties niet opgelost worden. Die kwesties zijn onder meer de noord-zuidgrens, nationaliteit en verantwoordelijkheid voor de buitenlandse schulden, die meer dan 30 miljard dollar bedragen.
De NCP suggereerde kort geleden dat de ongeveer vijf miljoen zuiderlingen die in het noorden wonen, automatisch hun burgerschap kwijtraken als het zuiden in 2011 voor onafhankelijkheid kiest. Hetzelfde zou gelden voor noorderlingen die in het zuiden wonen.
Olie
De olievoorraad in het land is een ander heikel punt. Het zuiden deelt de olie-inkomsten met het noorden, waarbij beide regio’s evenveel krijgen. Het zuiden klaagt echter over gebrek aan transparantie bij de verdeling van de olie-inkomsten. Het noorden verwerpt die beschuldigingen.
Het noorden is bang dat een onafhankelijk zuiden de olie-inkomsten naar zich toe zal trekken. “Een afscheiding zou het noorden in een moeilijke situatie brengen. Van de exportinkomsten in het noorden, komt 90 procent uit de olie”, zei John Luk Jok, de Zuid-Soedanese minister van Energie, onlangs tijdens een symposium in Juba.
Geweld
Een kwestie die het fragiele vredesakkoord aan het wankelen kan brengen, is het groeiende etnische geweld in het zuiden. Sinds 2008 werden minstens 2500 mensen vermoord. Zo’n 350.000 mensen raakten ontheemd door etnische conflicten en diefstal van vee, blijkt uit een recent rapport van hulpverleningsinstanties, inclusief het Britse Oxfam.
Voor de uitbraak van het conflict in 1983, gebruikten veedieven wapens zoals speren en pijl en boog. Tegenwoordig dragen ze automatische geweren, zoals AK-47’s.