“Vriendschap” met controleposten belemmert Ghanese handel
Francis Kokutse
21 maart 2008
Vrachtwagenchauffeurs in West-Afrika worden om de haverklap gecontroleerd door controleposten waar ze geld moeten betalen. Een internationaal initiatief moet deze belemmering voor vrije handel nu tegengaan.
Met het opschrift “Geef het aan God” boven zijn voorruit pendelt vrachtwagenchauffeur David Agbalanyo tussen de Ghanese hoofdstad Accra en Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso in het noorden. Agbalanyo geeft inderdaad – niet aan God, maar wel aan de almachtige politie-, immigratie- en douanediensten die, zolang hij zich kan heugen, chauffeurs aanhouden en geld vragen onder het mom van dienstverlening.
“Ik zie het als broeders helpen die ook maar hun werk doen”, zegt Agbalanyo. “Ik betaal en zij laten me door.” Hij ziet het niet als chantage. “Ze vragen me niets. Het zijn mijn vrienden geworden.”
Officieel wordt de praktijk keer op keer afgekeurd, maar de cultuur is hardnekkig. Dat komt ook, legt Agbalanyo uit, omdat er soms criminele chauffeurs tussen zitten. “Die betalen om niet doorgelicht te worden, maar daarmee houden ze het in stand.”
Vrij verkeer
De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) en de Monetaire en Economische Unie van West-Afrika willen nu harde informatie zodat ze iets kunnen doen om het vrije verkeer te verbeteren. Ze worden daarbij geholpen door USAid, de Amerikaanse ontwikkelingsdienst. Het gemeenschappelijke initiatief met de naam West-Afrika Handelsknooppunt (WATH) moet het transport op de internationale hoofdwegen verbeteren.
Uit hun onderzoek blijkt dat “verschillende blokkades, lange wachttijden en slechte betalingen van ambtenaren in uniform de transportkosten vergroten en de handel in West-Afrika hinderen”. Dit geldt overigens niet alleen voor wegen, maar ook voor de havens.
Inefficiënt
Vorig jaar zomer bleek dat er tussen Tema in Ghana en Ouagadougou, een afstand van 992 kilometer, maar liefst 19 checkpoints waren. Het smeergeld dat betaald moest worden, bedroeg in totaal 43 dollar (27 euro). Dat is een “inefficiënt gebruik van kapitaal”, zegt Andy Cook, transportadviseur van WATH, omdat de regeringen juist bezig zijn hun wegen te verbeteren om de vrijhandel te stimuleren.
“Misdadig”, noemt Cook de corruptie onomwonden. “De politie verschuilt zich achter hun veiligheidstaken om geld te vragen aan chauffeurs.” WATH heeft een informatiecampagne gelanceerd onder vrachtwagenchauffeurs. “Sommige chauffeurs met wie we werkten, zijn gaan inzien dat er een vrije handel ontstaat als de controleposten zouden verdwijnen”, zegt Kossi Dahoui, een andere transportspecialist bij WATH. Er is nu een boekje uitgegeven voor chauffeurs om ambtenaren, die geld van hen eisen, te woord te kunnen staan.
Het initiatief heeft ook al geleid tot een verklaring, in november in Ouagadougou getekend, waarin de landen in de regio beloven de corruptie op de wegen aan te pakken.