'Vuile' burgemeesters moeten vertrekken
Amadou Sakho
18 september 2002
Het nieuwe stadsbestuur van Dakar dat in mei
werd verkozen, voert al twee maanden oorlog tegen de 1200 ton afval die
de twee miljoen inwoners van de Senegalese hoofdstad elke dag produceren,
en vooral tegen het vuilnis dat gewoon op straat of op verdekte plekjes
wordt achtergelaten. Dakar gold ooit als een van de properste grootsteden
in West-Afrika, maar dat imago begon al in de jaren 80 te tanen. Nu is er
opeens een einde gekomen aan die verloedering.
Op 12 mei, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, dreigde president
Abdoulaye Wade er mee alle nieuwe burgemeesters die hun stad niet netjes
hielden meteen te vervangen. Properheid moet een van de prioriteiten
worden van de stadsbesturen, aldus de president. De Senegalese
burgemeesters lijken ervan overtuigd dat Wade het meent. Dakar, dat een
budget van 800 miljoen CFA (1,2 miljoen euro) heeft uitgetrokken om de stad
proper te houden en de vuilnisophaling begin dit jaar uitbesteedde aan een
buitenlandse onderneming, heeft nu voor alle zekerheid een groep jongeren
ingehuurd om het afval ook in de verste uithoeken weg te halen.
De ophaaldienst kan het niet alleen aan, legt Souleymane Ndiaye uit, een
lid van de stadsraad. De stad is te groot, de vuilnisophalers kunnen niet
overal zijn. De jongeren worden vooral in de voorsteden ingezet. Ze werken
drie dagen per week, en hun speciale vrachtwagens worden overal warm
onthaald. We zijn blij dat die rommel eindelijk wordt meegenomen, zegt
Maimouna Sarr, een huisvrouw uit de wijk Grand Yoff. We wisten lange tijd
niet wat ermee aan te vangen. Vaak moesten we de zakken in de tuin
begraven. Mamadou Ndoye, een 70-jarige vrouw die in Dakar is geboren,
hoopt dat de ophaalploegen haar stad weer in al haar glorie zullen doen
schitteren. Afval heeft het uitzicht van de hoofdstad de afgelopen 20 jaar
grondig verpest. Mensen die Dakar in de jaren 70 leerden kennen, zouden de
stad nu niet meer herkennen.
Dakar weet wel nog niet goed wat het aanmoet met de massa’s vuilnis die
elke week bij elkaar komen. Het stadsbestuur houdt het voorlopig bij
storten. Al het afval dat in Dakar en de voorsteden wordt opgehaald, gaat
naar Mbeubeuss, een stortplaats op zo’n 25 kilometer van de stad die al in
1970 in gebruik werd genomen. Maar eigenlijk is dat stort al overvol.
Bovendien begint het vuilnis waterlagen te besmetten waaruit de stad een
deel van haar drinkwater put. Omwonenden klagen over geurhinder en melden
huidaandoeningen, spijsverteringsproblemen en ademhalingsstoornissen.
Volgens experts laat het afvalbeheer in Mbeubeuss te wensen over. Allerlei
soorten gevaarlijk afval worden er onbehandeld gestort. Dat zou overigens
voor alle stortplaatsen in Senegal gelden. De Partij van Afrikaanse
Ecologisten, de Senegalese groenen, voeren campagne tegen het stort, dat ze
een ecologische tijdbom noemen.