Ingrijpende veranderingen mariene voedselketen
Warmer water hakt in op overlevingskansen walvissen en zeehonden
IPS / Climate News Network / Tim Radford
17 september 2021
Door de opwarming van het oceaanwater moeten walvissen noodgedwongen naar gevaarlijke gebieden trekken om eten te vinden. Ook voor andere zeezoogdieren wordt het moeilijker overleven in de warmere oceanen.
pxhere (CC0)
Door de klimaatverandering gaat het goed fout voor de noordkapers, een bedreigde walvissoort. Naarmate de Atlantische Oceaan opwarmt, moet de waterreus zijn jachtterrein verleggen naar minder beschermde en gevaarlijkere wateren.
De noordkaper werd vroeger massaal bejaagd door walvisvaarders. Maar ook in de afgelopen jaren is de populatie met een kwart afgenomen, waardoor er op aarde nog maar 356 exemplaren over zijn.
Gedaan met overvloed aan voedsel
Amerikaanse wetenschappers publiceerden een studie in het tijdschrift Oceanography waarin mogelijk een verklaring gegeven wordt voor de afnemende populatie. Als gevolg van wijzigingen van de oceaantemperatuur in de Golf van Maine - een gekende en beschermde habitat voor de noordkaper - verdwijnt de overvloed aan kreeftjes en andere kleine schaaldieren waarmee de gigantische zoogdieren zich voeden. Daardoor daalt het aantal kalveren dat geboren wordt.
Bovendien moeten de walvissen noodgedwongen hun favoriete voedingsbodem verlaten voor de koelere wateren van de Golf van St. Lawrence, meer noordelijk gelegen voor de kust van Canada.
‘Het beschermende beleid moet onmiddellijk worden versterkt, voordat deze soort onomkeerbaar achteruitgaat.’
In deze wateren is er geen bescherming voorzien om botsingen met (vracht)schepen of verstrikking in visnetten te voorkomen. In 2017 hebben biologen zeventien dode walvissen aangetroffen in de Canadese wateren. In 2019 werden er tien dood gevonden. In de afgelopen twee jaar zijn er vier geïdentificeerde sterfgevallen. De normale levensduur van de noordkaper bedraagt ongeveer zeventig jaar.
Wijzigingen in de Golfstroom
De Golf van Maine is vanuit de diepte aan het opwarmen, omdat de oceaanstromingen veranderen als reactie op de klimaatcrisis. De Atlantische Meridional Overturning Circulation (AMOC), een systeem van stromingen in de oceaan en een belangrijke klimaatregelaar, ondergaat veranderingen. Het noordelijk deel van AMOC, de bekende Golfstroom die tropische wateren naar de Noord-Atlantische Oceaan brengt, verandert dus mee.
De afgelopen tien jaar is de Golfstroom van koers veranderd, hij injecteert nu warmer en zouter water in de Golf van Maine. Zo verandert hij de omstandigheden die de walvissen gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis van voedsel hebben voorzien.
‘Elk jaar zien we oversterfte bij de noordkapers’, zegt Erin Meyer-Gutbrod van de Universiteit van South Carolina, die de studie leidde. ‘Het beschermende beleid moet onmiddellijk worden versterkt, voordat deze soort onomkeerbaar achteruitgaat.’
Magere vangst
Volgens een ander onderzoek ziet de toekomst er ook somber uit voor de ringelrob of kleine zeehond: naarmate de uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen en de zeeën warmer worden, worden de vissen waarvan deze zoogdieren afhankelijk kleiner en schaarser.
Naarmate de zeeën opwarmen, trekt het poolijs zich terug. Ook de poolkabeljauw is daardoor waarschijnlijk zijn leefgebied aan het verplaatsen. Dat is niet alleen slecht nieuws voor vissers, maar ook voor de zeehonden en andere wezens die afhankelijk zijn van de rijke energiebron om de populatie in stand te houden.
Canadese wetenschappers melden in het tijdschrift Ecology Letters dat veranderingen in de samenstelling, grootte en verspreiding van vissen in de Hudsonbaai (een grote binnenzee in noordelijk Canada) na 2025 zullen beginnen te versnellen en extremer zullen worden, tenzij mensen de verbranding van fossiele brandstoffen drastisch beperken.
Kleinere vissen gedijen
En dat zou slecht nieuws zijn voor de kleine zeehond: hij zou met een magerdere voedselbron achterblijven. ‘We ontdekten dat de biomassa en verspreiding van de grote vette poolkabeljauw drastisch kan afnemen tegen het einde van de eeuw. Dan kunnen kleinere vissen zoals lodde en zandspiering veel vaker voorkomen’, zegt hoofdauteur Katie Florko.
Warmere temperaturen hebben de neiging om kleinere soorten te bevoordelen. De poolkabeljauw kan tot 35 procent krimpen; ze zullen ook de neiging hebben om verder naar het noorden te trekken.
‘Wanneer we zulke dramatische wijzigingen zien in de structuur van de voedselketen, kunnen we grote veranderingen verwachten.’
‘Het kost energie om te foerageren. Zeehonden zullen dus mogelijk meer energie nodig hebben om een groter aantal kleinere vissen te vangen in plaats van enkele grotere vissen’, aldus de bioloog aan de University of British Columbia.
‘Zo’n drastische verandering die zo snel gebeurt hebben we nog nooit gezien’, zegt coauteur Travis Tai van het Pacific Climate Impacts Consortium. ‘Het is gissen naar wat de exacte gevolgen zullen zijn. Maar wanneer we zulke dramatische wijzigingen zien in de structuur van de voedselketen, kunnen we grote veranderingen verwachten. Dat niet alleen in hoe soorten zoals de kleine zeehond de oceanen gebruiken, maar ook in hoe mensen de oceanen gebruiken.’
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Climate News Network