Wat 36.000 begraven theezakjes ons leren over bodem en klimaat

Nieuws

Unieke samenwerking tussen wetenschappers en burgers

Wat 36.000 begraven theezakjes ons leren over bodem en klimaat

Door tienduizenden theezakjes te begraven en ze drie maanden later weer op te graven, verzamelden wetenschappers en burgers over de hele wereld gegevens over de afbraak van plantenmateriaal in de bodem. Daarmee kon een team van onderzoekers kaarten maken die nuttig zijn voor klimaatmodellen.

De bevindingen van het project verschenen onlangs in het vakblad Ecology Letters. Hoofdauteur Judith Sarneel van de Zweedse Universiteit van Umeå verklaart: ‘Dat zoveel onderzoekers en burgerwetenschappers betrokken zijn bij dit project is echt grote winst, zowel voor ons wetenschappelijke begrip als voor duurzaam bodemgebruik en onze kijk daarop.’

Burgeronderzoek

Afbraakprocessen in de bodem hebben invloed op de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer en koolstof in de bodem. Hoe deze processen beïnvloed worden door de plek op aarde of het klimaat is niet helemaal duidelijk. Maar die kennis is wel nodig om te weten wat een veranderend klimaat betekent voor de koolstofbalans in de bodem en de hoeveelheid CO2 die uit dood plantenmateriaal vrijkomt.

Joost Keuskamp, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht, wilde daarom op grote schaal data verzamelen over afbraakprocessen in de bodem op allerlei verschillende plekken op de wereld.

‘Zo kwamen we op het idee om mensen te vragen te gaan meten met theezakjes gemaakt door een grote voedingsmiddelenproducent. Het voordeel: de thee is een blend, en de inhoud van ieder zakje is vrijwel gelijk. Bovendien is de thee in heel veel landen verkrijgbaar en zat het in plastic buideltjes met de juiste maaswijdte, zodat het plantenmateriaal niet naar buiten kan, maar schimmels en bacteriën wel naar binnen’, vertelt Keuskamp.

Groene thee en rooibos

Deelnemers hoefden alleen groene thee en rooibos van een specifiek merk in de winkel te kopen en een zakje van elk te begraven. Na drie maanden groeven ze de zakjes weer op, lieten ze die drogen en wogen ze hoeveel materiaal er nog over was.

De nieuwe inzichten kunnen leiden tot klimaatmodellen die de productie van CO2 door afbraakprocessen in de bodem beter kunnen voorspellen.

‘Groene thee bestaat uit blaadjes die makkelijk vergaan, terwijl rooibos uit takjes bestaat die moeilijker afbreken’, legt Keuskamp uit. ‘Na drie maanden was alles wat goed afbreekbaar is bij de groene thee al vergaan. Bij de rooibos was het afbraakproces dan nog volop bezig. Dankzij de groene thee weet je daarom hoeveel materiaal er op een specifieke plek overblijft, en dankzij de rooibos krijg je inzicht in hoe snel de afbraak op die plek gaat.’

Viraal

Aanvankelijk wilden de onderzoekers alleen andere wetenschappers vragen om data te verzamelen. Maar toen het project werd gelanceerd, werd het wereldwijd opgepikt in de media en toonden veel niet-wetenschappers interesse. ‘Het begon als hobbyproject, maar ging viraal’, stelt Keuskamp vast.

Met de resultaten van de 36.000 theezakjes konden de onderzoekers wereldwijde kaarten maken over ondergrondse afbraak, en zoeken naar relaties tussen afbraak en omgevingsfactoren. Zo zagen ze in koude gebieden vaak een relatief snelle afbraak, terwijl er uiteindelijk juist veel materiaal overbleef. En landbouw bleek de afbraaksnelheid te beïnvloeden, maar niet de hoeveelheid overgebleven materiaal. Dat betekent dat de afbraaksnelheid en de hoeveelheid materiaal die uiteindelijk overblijft, niet per se gelinkt zijn.

De nieuwe inzichten kunnen leiden tot klimaatmodellen die de productie van CO2 door afbraakprocessen in de bodem beter kunnen voorspellen.

Onderbroeken

Keuskamp denkt dat de niet-wetenschappelijk impact van het project misschien nog groter is dan de wetenschappelijke. Want het maakte de normaal gesproken onzichtbare afbraakprocessen in de bodem, die ook grote invloed hebben op de biodiversiteit, zichtbaar voor burgers, scholieren en studenten.

De Utrechtse onderzoeker ziet het als taak van de universiteiten om naar buiten gericht onderzoek te doen. Hij benadrukt daarbij het voordeel van het meten met huis-, tuin- en keukenspullen. ‘Er zijn veel dingen die overal ter wereld hetzelfde zijn, zodat mensen van overal mee kunnen doen.’

Hij verwijst naar een van oorsprong Canadees project waarin mensen gevraagd worden een onderbroek in hun tuin te begraven om inzicht te krijgen in het bodemleven aldaar. ‘Van onderbroeken en theezakjes, daar moeten we het van hebben.’